15-3
336. even de miljoenennota, de begroting-
in van de departementen en de rege-
ingsverklaring van 12 oktober 1981
nog aanleiding tot bijstelling in
!e gepresenteerde cijfers?
337. Kan het College ons al nader infor
meren over de omvang en reikwijdte
an de diverse ombuigingsmaatregelen
van de Regering?
C 338. Kan het College meedelen hoe groot
het extra bedrag aan rijksbijdrage
zal zijn dat Leeuwarden ontvangt
voor de gestegen kosten van de
G.S.D.?
Toe verhoudt dit bedrag zich tot
het eertijds als extra te ontvang
en geraamde bedrag?
336. Indien in een later stadium mocht
blijken dat de door U genoemde
stukken aanleiding geven tot een
bijstelling van het beleidsplan,
zullen wij de terzake nodige voor
stellen uiteraard aan U voorleggen.
337. Gelet op het feit dat op dit mo
ment nog geen volledig beeld be
staat van de aard, de omvang en de
richting van de beleidsombuigende
maatregelen welke de Rijksoverheid
nastreeft, kunnen wij deze vraag
nog niet beantwoorden.
De ervaring leert dat de totale
consequenties het lokaal bestuur
eerst na geruime tijd voldoende
duidelijk worden.
338. Voor wat betreft de kosten voort
vloeiende uit de verhoging van de
referte-eis voor de Werkloosheids
wet en de Wet Werkloosheidsvoor
zieningen was aanvankelijk rekening
gehouden met een extra rijksbijdrage
van ongeveer 4-00.000,
Thans is bekend, dat van de door het
Rijk extra beschikbaar gestelde
financiële middelen ad 62,4- mil
joen de gemeente aanspraak kan maken
op 395.000,
Voor wat betreft de kosten voort
vloeiende uit de stijging van het
aantal aanvragen op grond van de ver
schillende door de G.S.D. uitgevoer
de regelingen in het algemeen, wordt
voor de planperiode rekening gehou
den met een extra rijksbijdrage van
2.000.000,Dit bedrag is nodig
om de groei in de netto ten laste
van de gemeente blijvende kosten
van uitvoering alsmede de groei in
het netto ten laste van de gemeente
blijvende deel van de uitkeringen
zelf, te dekken.
Tot nu toe is tussentijds een be
drag van 192.000,door het
rijk toegewezen aan onze gemeente.