15-8
Beleidsombuigingen en herwaardering.
elke onderzoeken zijn inmiddels ge
tart of zullen starten m.b.t. be-
eidsombuigingen?
350. Onmiddellijk na 17 juni 1981 zijn
tien ambtelijke werkgroepen gestart
met onderzoeken gericht op reali
sering van de geselecteerde her
waarderingsprojecten zoals beschre
ven in par. IV van bijlage VI bij
het ontwerp-beleidsplan. Deze
bijlage is inmiddels aan U toege
zonden.
estaat de mogelijkheid om bij her-
/aarderingsprojecten de prioriteit
e wijzigen?
it i.v.m. gewijzigde omstandigheden
in de toekomst?
ioe denkt het College de voorgenomen
jezuinigingen aan de subsidie-afhanke
lijke instellingen te "verkopen" nu
is gebleken dat het zelfs niet eens
nogelijk is bij de inrichtingskosten
/an de eigen Dienst Stadsontwikke-
ing.
ns inziens wordt het tijd te dis-
ussiëren over het minimumbedrag voor
.ie risico-reserves. Welk minimumbe
drag acht het College nog aanvaard-
aaf
351. Bij de uitvoering van de herwaar
deringsprojecten in de planperiode
1982-1986 zullen wij met gewijzig
de omstandigheden rekening moeten
houden. Indien eventuele aanpassing
en mogelijk en noodzakelijk zijn
zullen deze worden getoetst aan de
gemeentelijke beleidsprioriteiten vol
gens het Collegeprogramma.
Deze aanpassingen zullen er evenwel
niet toe mogen leiden dat het to
taalbedrag van de herwaardering ad
5,3 miljoen gulden worden aangetast.
352. Zoals U bekend is, wordt ook binnen
het gemeentelijk apparaat drastisch
bezuinigd. Gelet daarop zullen ge
subsidieerde instellingen er begrip
voor hebben dat ook van hen een bij
drage in de bezuinigingen gevraagd
wordt.
353. Wij delen deze mening. Wij stellen
U voor deze discussie te doen
plaatsvinden, nadat de uitkomsten
van het desbetreffende herwaar-
deringsonderzoek bekend zijn gewor
den.
s het College bereid in het kader
an de herwaardering ook na te gaan
elke mogelijkheden er zijn voor het
oepassen van het profijtbeginsel
ij de gemeente Leeuwarden?
354. Vooralsnog ligt het niet in ons voor
nemen alle mogelijkheden na te gaan.
Alvorens de mogelijkheden tot toe
passing van het profijtbeginsel in
zijn algemeenheid te onderzoeken
dient o,i. eerst een standpunt te wer
den bepaald t.a.v. inhoud en reik
wijdte van dit beginsel alsmede de re
latie t.o.v. de thans bestaande be
lastingdruk. Wel worden in de thans
lopende herwaarderingsoperatie in
incidentele gevallen de mogelijkhe
den nagegaan om te komen tot het
vragen van een hogere bijdrage in de
kosten van de geboden voorzieningen,
(zie bijlage VI van het ontwerp-be
leidsplan). Daarmee samenhangende ne
veneffecten zullen eveneens onder de
loupe worden genomen.