e. gevel- en kroonlijsten, dakgoten en overstekende daken, voor zover niet
reeds vallende onder artikel A-l, onder d, mits zij niet lager zijn aan
gebracht dan:
1. A-,20 m boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 0,50 m
langs een rijweg;
2. 2,20 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt
van de onder 1 genoemde strook.
Artikel V.
In artikel A-9 wordt in het derde lid het bepaalde onder a en b vervangen
door:
a. van het bepaalde in lid 1, wat de aanwezigheid van het erf betreft indien
de gelijkstraats gelegen bouwlaag niet is bestemd tot bewoning;
b. van het bepaalde in lid 1, onder a, indien het erf deel uitmaakt ven een
gemeenschappelijke tuin en de benedenwoningen beschikken'over een espen
ruimte die ten minste dezelfde oppervlakte heeft als de balkons, bedoeld
in artikel 77, lid 1.
Artikel VI.
In artikel 67 wordt in het tweede lid de niet-van-toepassingverklarin ver
vangen door:
Niet van toepassing is het bepaalde in dit lid met betrekking tot won ngen
of wooneenheden die zijn gelegen aan het eind van een galerij of gang, indie
voorbij de plaats waar de galerij of gang kan worden verlaten, de vluchtweg
van geen der woningen of wooneenheden loopt langs de toegangsdeur van een
andere woning of wooneenheid.
Artikel VII.
Van artikel 74- wordt het vierde lid vervangen door:
A=. Vrijstelling kan worden verleend:
a. van de in lid 1 voorgeschreven minimumhoogte van 2,M m voor eer kamer
die ontstaat door verbouwing van een zolder van een woning tot older-
kamer, mits de hoogte van die kamer- met inachtneming van het bepaalde
in de leden 2 en 3 - niet minder bedraagt dan 2.20 m;
Artikel VIII.
In artikel 86 wordt in het vijfde lid de titel van NEN 2883 gewijzigd in:
"Regels voor gecontracteerde experimenten met modulaire coördinatie 1 de
woningbouw"
Artikel IX
Van artikel 88 wordt het eerste lid vervangen door:
1. Galerijen van hoge woongebouwen en gemeenschappelijke gangen van tot
bewoning bestemde gebouwen moeten aan beide einden kunnen worden verlaten,
en wel - voor zover deze galerijen en gangen zich op meer dan 0,2c m
boven het aansluitende terrein bevinden - door middel van vaste ti ppen
of hellingbanen.
Niet van toepassing is het bepaalde in dit lid op het eind van een galerij
of gang, indien voorbij de plaats waar de galerij of gang kan worden ver
laten, de vluchtweg van geen der woningen of wooneenheden loopt langs de
toegangsdeur van een andere woning of wooneenheid.
Artikel X.
Ven artikel 113 worden tweede, zevende en achtste lid vervangen door:
2 Tot de ventilatievoorzieningen die op grond van het bepaalde in lid 1 aan
wezig moeten zijn in een keuken, in een privaat en in een badruimte, moet
in ieder geval een ventilatiekanaal behoren met een doorsnede van ten
minste 0,012 m2.
7 Een ventilatieleiding mag zich niet in meer dan één besloten ruimte van een
tot bewoning bestemd gebouw bevinden.
Niet van toepassing is het bepaalde in de vorige zin op een ventilatieleiding
die zich in twee besloten ruimten bevindt, mits één daarvan een loze ruimte
tussen een plafond en een dak is.
8 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 2:
a. wat betreft de doorsnede van het ventilatiekanaal, indien een doeltref
fende mechanische inrichting voor luchtverversing aanwezig is;
b. wat betreft de aanwezigheid van een ventilatiekanaal in een keuken of
in een badruimte, indien een gasafvoerkanaal aanwezig is dat mede voor
ventilatiedoeleinden kan worden gebruikt;
c. wat betreft de aanwezigheid van een ventilatiekanaal in een privaat,
indien de ligging van het privaat zodanig is dat het aanbrengen van een
ventilatiekanaal waarvan het verloop en de uitmonding voldoen aan de
artikelen 225 en 226, niet goed mogelijk is, een en ander mits het
privaat door middel van een beweegbaar raam of gevelrooster tochtvrij
kan worden geventileerd.
Artikel XI.
hoofdstuk 3B wordt paragraaf A-A, bestaande uit de artikelen 116 t/m 119,
0 nieuw vastgesteld. Deze paragraaf en deze artikelen luiden als volgt:
P cagraaf A-A: Geluidwering.
A tikel 116
G Luidwering in tot bewoning bestemde gebouwen
1 Tussen twee ruimten, die hetzij in hetzelfde gebouw, hetzij in verschillende
aan elkaar grenzende gebouwen zijn gelegen moet de isolatie-index voor
luchtgeluid, als bedoeld in NEN 1070, uitgave 1976, ten minste bedragen:
a. 0 dB ter bescherming van een kamer of keuken van een woning, dan wel
een kamer van een wooneenheid tegen geluid, afkomstig uit een buiten
die woning of die wooneenheid besloten ruimte;
b. -5 dB ter bescherming van een andere ruimte dan een kamer of keuken
van een woning, dan wel een andere ruimte dan een kamer van een
wooneenheid tegen geluid, afkomstig uit een besloten ruimte van een
andere woning of wooneenheid;
-2-
b. van de in lid 2 gestelde eis dat de hoogte nergens minder dan 2; .0 m
mag bedragen, mits geen onbereikbare hoeken nabij de vloer ontstaan en
de hoogte ter plaatse van ramen die voor de berekening van de daglicht-
toetreding moeten worden meegerekend, niet minder dan 2 m bedraagt.