Artikel IX
De tweede vluchtmogelijkheid via een trap, genoemd in de eerste zin van lid i
geldt tot dusver ten onrechte ook voor galerijen van lage woongebouwen.
De huidige niet-van-toepassingsverklaring beperkt de mogelijkheid tot het si-
tueren van wooneenheden aan gangen in sterkere mate dan in artikel 67, lid 2
en in par. 4.11.3.4 van zowel NEN 3892 als NEN 3893 het geval is.
Het wijzigingsvoorstel beoogt beide tekortkomingen op te heffen.
Artikel X
Tot dusver werd voor de ventilatie van privaten geen ventilatiekanaal voorge
schreven, hoewel in de praktijk ook t.b.v. een aan een gevel gelegen toilet
vrijwel altijd een kanaal wordt aangebracht, omdat hiermee, in tegenstelling
tot een te openen raampje of gevelroostereen bij alle windrichtingen goed
functionerende ventilatie kan worden verkregen. Vooral wanneer een kanaal voor
natuurlijke ventilatie voor een aan de gevel gelegen toilet moet worden ver
sleept kan dit in vergelijking tot een raampje of een gevelrooster echter kos
tenverhogend werken in het woningontwerp.
Omdat een raampje of rooster bij bepaalde windrichtingen wel een goed functio
nerende ventilatie oplevert en er bij de overige windrichtingen niet onmiddel
lijk een gevaarlijke situatie behoeft te ontstaan, is de eis tot het maken van
een kanaal of leiding weliswaar in het wijzigingsvoorstel voor lid 2 opgenomen,
maar is daaraan in het voorgestelde lid 8 een geclausuleerde vrijstellingsmoge
lijkheid gekoppeld. Overigens zij opgemerkt dat de ventilatieproblematiek momen-
teel meer aandacht vraagt dan vroeger vanwege het huidige streven naar kierdich-
ting i.v.m. energiebesparing.
Ten aanzien van de mechanische ventilatie - een onderwerp waarop de onderhavige
wijzigingsvoorstellen geen betrekking hebben - heeft recente studie uitgewezen
dat deze energetisch voordeliger is dan natuurlijke, omdat de grote warmtever
liezen die natuurlijke ventilatie bij de soms optredende harde wind opL vert,
gemiddeld meer energie kosten dan de aandrijving van de onafhankelijk v ;n de wii
werkende mechanische ventilatie. Doorgaande ventilatieleidingen, die volgens de
tot nu toe geldende tekst van artikel 113 zonder meer waren toegestaan mits aan
twee voorwaarden werd voldaan, worden op zoveel vooral uit brandveilighoidsoog-
punt onverantwoorde manieren toegepast, dat wordt voorgesteld om punt b van het
bestaande lid 7 te schrappen. Zoals in een nieuw voorgestelde toelichting uiteer
wordt gezet, voldoet een doorgaande "ventilatieleiding" met een goede brandwereni
omkokering echter aan de eisen voor ventilatiekanalen en is toepassinq an een
dergelijk geheel op grond van alle huidige voorschriften van ventilatie' analen
zonder meer toegestaan.
Artikel XII
Tot dusver was het onmogelijk om gasafvoerkanalen ten behoeve van propa n- en
butaangasinstallaties te eisen, hetgeen vooral ten aanzien van warmwater toestel
len in badruimten een ernstige tekortkoming was. Het voorstel tot wijzi ring van
lid 2 en de opneming van de nadere eis in lid 4-, onder b, beoogt deze er» te
heffen.
De voorgestelde wijziging van lid 3 heeft ten doel buiten twijfel te st llen
dat een dakdoorvoering van een gasafvoerleiding ten dienste van een op de zol
der opgesteld gastoestel toelaatbaar is, indien aan de eisen voor de construc
tie en uitmonding van gasafvoerleidingen uit de GAV0.1976 wordt voldaan Eisen
omtrent de aanwezigheid van alle soorten afvoerkanalen behalve die voor c.v.,
stonden tot dusver in artikel 120. Voor laatstgenoemde kanalen moest worden
teruggegrepen op artikel 217, onder b, een voorschrift waarvan de plaat, ing
suggereert dat het alleen op de constructie van schoorstenen kan slaan. Het
voorstel tot opneming van de nadere eis in lid 4-, onder a, beoogt deze nvolko-
menheid op te heffen.
In het oude lid 4 was tot dusver de uitzondering voor huurwoningen in de vrij
ste lingsmogelijkheid opgenomen, omdat het voor het verlenen van vrijstelling
noodzakelijk is dat er een blijvende zekerheid bestaat dat er in de keuken zon
der gasafvoerkanaal in een op het gasnet aangesloten woning achteraf geen gas-
toe itellen zullen worden aangebracht, die op een afvoer moeten zijn aangesloten.
Genoemde blijvende zekerheid kan door b. en w. worden ontleend aan een verkla
ring van een eigenaar/bewoner, dat hij alleen gas voor bijv. kookdoeleinden
wenst te gebruiken of aan een bestemming van de woning voor huisvesting van
be rarden of invaliden. Een verklaring als bovenbedoeld van een huurder/bewoner
zo deze bij de bouw reeds bekend mocht zijn, leek een volgende huurder/bewoner
onvoldoende te kunnen binden. Inmiddels is echter gebleken dat achteraf aan te
brengen gastoestellen die op een afvoer moeten zijn aangesloten, meestal al
leen geisers e.d. zullen zijn. Indien de woningen evenwel reeds bij de bouw
zi voorzien van een centrale-warmwatervoorziening, dan is het practisch uit
gesloten te achten, dat de huurder/bewoner achteraf een geiser wenst. In de
voir het nieuwe lid 5 voorgestelde redactie is met een en ander rekening ge
houden.
Artikel XIII
He wijzigingsvoorstel heeft ten doel buiten twijfel te stellen dat door b. en
w. per nadere eis met name een rook- of gasafvoerkanaal kan worden voorgeschre-
ve Het artikel stemt nu overeen met artikel 312.
Artikel XIV
Me het voorstel tot uitbreiding van de vrijstellingsmogelijkheid in lid 5, on-
de b, wordt beoogd het mogelijk te maken om de apparatuur voor de diverse
te anische voorzieningen ten dienste van de woning in de meterkast te concen-
tr ren.
Artikel XV
De oorgestelde wijzigingen in het eerste lid betreffen een redactionele verbe-
te ng die verband houdt met de omschrijving van het begrip "erf" in artikel 1.
He wijzigingsvoorstel voor lid 3 heeft ten doel:
opgenomen;
b. iet terugdringen van het energieverbruik uit de gemeenschappelijke elektrici-
eitsmeters in flatgebouwen, aangezien bewoners soms vrieskisten in hun berg-
laatsen zetten, ook als de wandcontactdoos in een dergelijke bergplaats niet
ïordt gevoed uit de individuele meterkast in hun eigen woning of wooneenheid.
Artikel XVI
Me het voorstel tot uitbreiding van de vrijstellingsmogelijkheid in lid 3, on-
de b, wordt beoogd het mogelijk te maken om de apparatuur voor de diverse tech-
ni, he voorzieningen ten dienste van de woning in de meterkast te concentreren.
Artikel XVIII
Voc- gesteld wordt ook naar NEN 3839 te verwijzen, omdat de TGB 1972 en de VB
19 geen goede basis vormen voor de controle van sterkteberekeningen voor
tui 'oouwkassen.
- 3 -
a. e hoge aanlegkosten te verminderen die soms moeten worden gemaakt voor
ichtpunten en wandcontactdozen in bergplaatsen en garages die wel bij wo-
ingen of wooneenheden behoren, maar niet in hetzelfde bouwlichaam zijn