heid van de stuurgroep. Zijn taakomschrijving omvat o.m. de volgende onder delen: - alle uit de taakstelling van de stuurgroep voortvloeiende werkzaamheden; - het voorbereiden van bijeenkomsten van de stuurgroep; - het verzorgen van de verslaglegging van de stuurgroepvergaderingen; - het verzamelen van de voor de evaluatie van het gevoerde beleid van belang zijnde gegevens; - het coördineren, activeren en stimuleren van programma-onderdelen voor werklozen. Voorgenomen wijziging en de aanleiding daarvoor. Onder meer door (de commissie voor Welzijnsaangelegenheden uit) Uw Raad is er op aangedrongen te zoeken naar mogelijkheden om het accent in het project, "Mensen zonder Werk" nadrukkelijker te leggen op meer arbeidsgerichte activi- I teiten en projecten en een daarbij passende structuur te ontwikkelen. Daarnaast zijn, door de stuurgroep zelf, knelpunten gesignaleerd in het functioneren van (de stuurgroep van) het project. Gewezen kan worden op de omvang van de samenstelling van de stuurgroep, waar- door de besluitvorming nadelig wordt beïnvloed. Ook belangentegenstellingen tussen de instellingen en organisaties die in de stuurgroep participeren spelen! hierin een rol. Verder is het onvoldoende mogelijk gebleken om tot een optimale inhoudelijke coördinatie van activiteiten en/of projecten ten b hoeve van mensen zonder werk te komen. Een belangrijk probleem in de huidige constructie ligt vooral in de comb natie van beleidsmatig-bestuurlijke ontwikkelingstaken met die van de uitvoeri ogs- coördinatie. Bovendien moet gewezen worden op de "beperktheid" van het s ciaal cultureel werk als het gaat om de aanpak van problemen, die samenhangen ret werkloosheid, terwijl ook de coördinerende rol van de projectleider voor 1 betrekking heeft op sociaal-cultureel gerichte activiteiten en projecten Overigens dient geconstateerd te worden, dat de stuurgroep en de pro jee leider een belangrijke stimulerende en activerende functie hebben vervuld in he tot- I standbrengen van het huidige activiteiten- en projectenpakket voor mense zondes werk. Vooral in de aanvangsfase is een dergelijke "trekpaardfunctie" onontbeer ijk. Nu echter reeds enige jaren in het kader van dit project praktijkervarin is opgedaan en goede aanzetten zijn gegeven voor het realiseren van acti. iteitel in met name de sociaal-culturele sector voor mensen zonder werk, kan ove wogen I worden deze "trekpaardfunctie" in te zetten voor het verder tot ontwikke ing brengen van meer arbeidsgerichte activiteiten en projecten. Verderop in dit voorstel wordt nader ingegaan op de consequenties van de e gedachtenontwikkeling voor de structuur en werkwijze van het huidige pre eet Mensen zonder Werk. Eerst dient echter nog gewezen te worden op het rijk be leid inzake activiteiten op dit terrein. Het rijksbeleid t.a.v. activiteiten ten behoeve van Mensen zonder Werk. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met name artikel 36 van de Wet Werkloosheidsvoorziening is in verband me de onderhavige problematiek van belang. Uit de toelichting bij de voorgenomen wijziging van dit artikel blijkt, dat een verruiming wordt nagestreefd ten aanzien van de categoriën van persc/ien voor wie de voorzieningen bestemd zijn. Naast de W.W.- en W.W.V.-uitkerings gerechtigden wordt de deelname eveneens opengesteld voor R.W.W.'ers, als iede voor de gedeeltelijk arbeidsgeschikte uitkeringsgerechtigden ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Algemene Arbeidsonges shikt- heidswet. Te enover deze verruiming van de uitkeringsgerechtigden staat evenwel een be. erkinq waar het de aard van de activiteiten betreft Bi het opzetten van projecten voor sociaal-cultureel werk zijn in de plaatse- li jke praktijk activiteiten opgenomen, die weliswaar voor de betrokkenen in hu situatie zeer zinvol kunnen zijn, doch niet direct bijdragen tot herstel van de relatie met het arbeidsleven, zoals artikel 36 van de W.W.V. dat met de activiteiten beoogt. Ten aanzien van de uitbreiding van de personenkring wordt het tot de opdracht va het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gerekend om niet slechts aan bepaalde groepen werklozen, maar aan alle werkloze uitkeringsgerechtigden me elijkheden aan te reiken om gebruik te maken van op deelneming aan het arbeids proces gerichte voorzieningen. B: het beperken van de inhoud van het activiteitenpakket gaan de gedachten uit naar meer rechtstreeks op (her)intreding in het arbeidsleven gerichte programma's. Ds rbij wordt blijkens de toelichting bij de voorgestelde wijziging gedacht aan activiteiten die bijdragen tot vergroting van vakkennis van het bedrijfs- en beroepsleven, voorzieningen voor arbeidstraining en arbeidsgewenning of activitei ten ten behoeve van het opsporen, selecteren en aanbieden van mogelijkheden om met be oud van de uitkering onbetaalde bezigheden te verrichten (mede ter vergroting va; de kansen op het herkrijgen van een normale werkkring). He; Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. He Ministerie van C.R.M., is van mening, dat bestaande gesubsidieerde instel lingen voor sociaal-cultureel werk zoveel mogelijk dienen te worden ingeschakeld bi de activiteiten t.a.v. niet-actieven. Van deze instellingen zal gevraagd kusnen worden, dat zij prioriteiten in het uitvoerend werk stellen ten gunste va deze bevolkingscategorie. De daaraan ten grondslag liggende gedachte is, da activiteiten voor niet-actieven tot het normale activiteitenpakket van in tellingen voor sociaal-cultureel werk behoren. Voor zover de inschakeling va de hier bedoelde gesubsidieerde instellingen leidt tot extra uitvoerings)- ko ten boven hetgeen op grond van art. 36 W.W.V. wordt vergoed, dan kan op C.'.M. een beroep worden gedaan voor vergoeding van die kosten. He ligt in de lijn der verwachtingen, dat de beschikbaarstelling van extra mi delen door C.R.M. ten behoeve van de onderhavige activiteiten zal gaan plaats- vi den in het kader van de rijksbijdrage-regeling sociaal-cultureel werk door in deze regeling een apart artikel terzake op te nemen en daaraan een systeem vas "opcenten" op de te verstrekken (algemene) rijksbijdrage te koppelen. Co sequenties. Te an de achtergrond van hetgeen in het voorgaande geschetst is, zijn wij voor- ne ens het project Mensen zonder Werk op een andere wijze vorm te geven. Voor he bevorderen van werkgelegenheidsgerichte activiteiten en projecten zal een ze standig rechtspersoon (stichting) in het leven geroepen worden, terwijl de sociaal-cultureel gerichte activiteiten geheel zullen moeten worden onder- ge racht bij de daarvoor geëigende bestaande gesubsidieerde instellingen. Te einde met name arbeidsgerichte activiteiten en projecten tot ontwikkeling te rengen, zal de bedoelde zelfstandige rechtspersoon in de gelegenheid gesteld moeten worden vooral in de aanvangsfase een functie te vervullen die door on hierboven is omschreven als "trekpaardfunctie". Dit is alleen mogelijk indien de, stichting een functionaris kan aantrekken die ingevoerd is in het gebeuren op ie arbeidsmarkt en bekend is met de geldende regelingen en de bestaande (sociale) voorzieningen die relevant zijn om arbeidsgerichte projecten gestalte te geven. De in concept gereed zijnde statuten van de hier bedoelde stichting die voor U ter inzage zijn gelegd, vermelden in artikel 2 als doelstelling: "Di stichting heeft ten doel het stimuleren en zonodig initiëren van werk- en sc! lingsmogelijkheden voor mensen zonder werk, In het bijzonder voor de ca gorie uitkeringsgerechtigden ingevolge de W.W. en de W.W.V., de R.W.W., de .A.O. en de A.A.W. gericht op herstel van de relatie met het arbeidsproces". -2-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 464