Nr. 159i4.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 november
1981 (bijlage nr. >81);
BESLUIT:
I. aan te kopen van 3. van Wijngaarden, wonende te Gorwerd, Hegedyk 2,
het ten oosten van en aan de Wergeasterdyk onder Goutum gelegen perceel
grasland, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie F, nummer 330,
groot 4-.39.75 ha, welk perceel op de bij dit besluit behorende tekening
met een rode omlijning is aangegeven, voor een prijs van 294.531,
en voorts onder de volgende bedingen:
1. het perceel wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig
is en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan
verbonden rechten, doch vrij van pacht, hypotheek en/of beslag;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van eigen-
domsoverdracht
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke
van het over te dragen perceel worden geheven, voor rekening van de
gemeente Leeuwarden;
4. verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens
uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbindin
van de overeenkomst, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 va
het Burgerlijk Wetboek;
6. de kosten van overdracht komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden!
II. het onder I bedoelde perceel onder te brengen in het Grondbedrijf van de
Dienst Stadsontwikkeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderin
van
Voorzitter.
Vaststellen verordening ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Winkel-
Luitingswet
Bijlage no. 482. Leeuwarden, 12 november 1981.
Aan de Gemeenteraad.
De door U op 3 april 1978 vastgestelde verordening ingevolge artikel
9, tweede lid, van de Winkelsluitingswet 1976, is o.g.v. artikel 14a
van eerdergenoemde wet op 1 november 1981 vervallen. Als gevolg hiervan dient
U opnieuw een dergelijke verordening vast te stellen. Bijgaand doen wij U
an ook een concept-verordening toekomen, welke dient te worden goedgekeurd
door de Minister van Economische Zaken.
In vergelijking met de eerder door U vastgestelde verordening van 3
april 1978, dient naar onze mening in die verordening een wijziging te worden
a ngebracht. Bij de vaststelling daarvan is namelijk geen reke
ning gehouden met de opening van bloemenwinkels op Hemelvaartsdag.
Onder het regime van de oude Winkelsluitingswet 1951, mochten alle
nkels op Hemelvaartsdag geopend zijn, waaronder dus ook de bloemenwinkels.
D ze bloemenwinkels waren geopend in verband met de bloemenmarkt op Hemel
vaartsdag, terwijl het overgrote deel van de overige winkeliers geen reden
!.g geopend te zijn op die dag. Gesteld kan worden, dat het een jarenlange
c woonte is geweest, dat de bloemenwinkels in Leeuwarden tijdens de bloemen
markt op Hemelvaartsdag geopend waren.
In 1978 is de nieuwe Winkelsluitingswet 1976 in werking getreden.
0 grond van deze wet is het verboden winkels op Hemelvaartsdag geopend te
h bben. Hetzelfde geldt voor de markthandel. Op grond van de inmiddels ver-
v Hen verordening van 3 april 1978 is ten behoeve van de bloemenmarkt op
H meivaartsdag vrijstelling verleend. Een vrijstelling voor de bloemen-
w nkels was daarin echter niet opgenomen. Gebleken is dat bij een groot deel
v n de bloemenwinkels behoefte bestaat aan openstelling op die dag. Door een
Vs jziging van het besluit van 14 december 1977, Stb. 690, (ter uitvoering
v in artikel 10, derde lid, van de Winkelsluitingswet 1976) werd het mogelijk
v or de bloemenwinkels op Hemelvaartsdag ontheffing te verlenen. Dit jaar
1 dan ook voor een groot deel aan winkeliers van bloemenwinkels ontheffing
rleend. Hierbij hebben wij onder meer overwogen, dat het gebeuren bloemen-
it rkt zich niet alleen uitstrekt tot de bloemenmarkt als zodanig, doch ook
t t de bloemenwinkels. Wij zijn dan ook van mening dat in de opnieuw vast te
s ellen verordening ingevolge artikel 9 van de wet, naast de vrijstelling
v or de bloemenmarkt op Hemelvaartsdag, voor die dag ook vrijstelling ten
b hoeve van de bloemenwinkels in de bebouwde kom van de stad Leeuwarden dient
t worden verleend.
Voor bijgaande concept-verordening zijn de Kamer van Koophandel en
F brieken, de Centrale Vereniging van ambulante handel en de Commissie voor
h t Midden- en Kleinbedrijf gehoord. Voor de adviezen verwijzen wij U naar
d voor U ter inzage gelegde stukken. In tegenstelling tot de Commissie voor
i c Midden- en Kleinbedrijf zijn wij van mening, dat aan het begrip bloemen-
n rkt op Hemelvaartsdag niet een zo ruime interpretatie kan worden gegeven,
ook de bloemenwinkels e.d. buiten de bebouwde kom van de stad Leeuwarden
d aronder zouden kunnen vallen. Bovendien betwijfelen wij of een dergelijke
1 -breiding de goedkeuring van het Ministerie van Economische Zaken kan
w gdragen.
Secretaris.