Be meerderheid, van de commissie is van mening dat de Raad,
indien hij over alle informatie zoals die thans bekend is, zou
hebben beschikt, bij afweging van alle betrokken belangen, in rede
lijkheid niet tot het bestreden besluit zou hebben kunnen komen,
immers, in de bestaande situatie wordt aan de omwonenden van het
Roekenest een zekere mate van overlast bezorgd door (medegebruik dat
jongeren in de avonduren van het ontspanningscentrum maken. Deze
overlast ontstaat in belangrijke mate buiten het eigenlijke terrein
van het Roekenest, doch is een gevolg van het gebruik ervan.
Deze vorm van overlast is niet of nagenoeg niet te bestrijden met
behulp van aan de bouwvergunning te verbinden voorwaarden.
Aangenomen mag dan ook worden dat een vergroting van de mogelijkheden
van het ontspanningscentrum'niet zal leiden tot een reële verminde
ring van de thans reeds bestaande overlast. Onder deze omstandig
heden dienen de belangen van de omwonenden naar het oordeel van de
meerderheid van de commissie te prevaleren boven die van de Stichting
"Ontspanningscentrum" Leeuwarden-west
De minderheid van de commissie is van mening dat de raad juist uit
drukkelijk heeft beslist in deze fase van de besluitvorming geen in
houdelijke afweging te laten plaatsvinden, aangezien daar later
gelegenheid voor zou zijn.
V. Advies van de commissie.
Op grond van de onder IV genoemde overwegingen is de meerderheid van
de commissie van oordeel U te moeten adviseren reclamanten in hun
bezwaren ontvankelijk te verklaren en de bezwaarschriften, gericht
tegen Uw besluit van 26 januari 1981, waarbij werd verklaard dat een
herziening va.n het bestemmingsplan "Vogelwijk" wordt voorbereid voor
het perceel Roekstraat 45» gegrond te verklaren en het voorbereiding; -
besluit in te trekken.
Zij geeft U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierbij ge
voegde ontwerp-besluit.
De Raadsadviescommissie voor de beroep
en bezwaarschriften,
mr. J.J. Keuning Voorzitter
mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, Secretaris
Nr. 15.916.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brieven van een aantal omwonenden van het perceel
Roekstraat 45» waarin op grond van de Wet Administratieve Recht
spraak Overheidsbeschikkingen bezwaar wordt aangetekend tegen
zijn besluit van 22 januari 1981, nummer 992;
overwegende, dat het bezwaarschrift om advies in handen is
gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften, overeenkomstig het bepaalde in het Reglement behan
deling verzoek- en bezwaarschriften;
dat de meerderheid van deze commissie adviseert de bezwaar
schriften gegrond te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie
neergelegd in haar advies van 12 november 1981 kan verenigen;
gelet op artikel 7 van de Wet Administratieve Rechtspraak Over
heidsbeschikkingen, alsmede de artikelen 5 tot en met 8 van het
Reglement behandeling verzoek- en bezwaarschriften;
BESLUIT:
1. de bezwaarschriften, gericht tegen zijn besluit van 26 januari
1981, nummer 922, bovengenoemd, gegrond te verklaren;
2. zijn besluit van 26 januari 1981, nummer 922, bovengenoemd, in
te trekken.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
voorzitter.
secretaris.