Gezien dit gegeven, gevoegd bij het feit dat een conserverend bestemmings plan ontworpen moet worden, is het zondermeer noodzakelijk dat de taak omschrijving duidelijk en beperkt van opzet is. Alleen hierdoor kan worden voorkomen dat discussies worden gehouden die leiden tot vertragingen en andere, kostenverhogende onderzoeken. In de tweede plaats, dat de taakopdracht gericht is op het ontwerpen van een bestemmingsplan. Dit houdt in dat de eindsituatie onderwerp van discussie zal dienen te zijn en niet de vraag welke tijdelijke oplossingen wellicht mogelijk zijn. Dat zal een punt van nadere besluitvorming kunnen zijn, omdat een bestemmingsplan niet aangeeft op welk tijdstip de daarin opgenomen bestem mingen gerealiseerd zullen worden. Ten aanzien van de ontsluiting van de vestiging Nieuwe Weme merken wij op dat in het raam van het verstrekken van de bouwvergunning de voorwaarde is gesteld, dat de in- en uitrit gesitueerd dient te zijn aan de Emmakade Z.Z. Een ontsluiting van/naar de Willem Lodewijkstraat achtten wij ongewenst, gezien de huidige en toekomstige functie van deze straat en de nabijheid van de rondweg en de gevolgen van de ter plaatse nodige reconstructiewerkzaamheden. Dit alles is een integrerend onderdeel van het in 1978 vastgestelde verkeers- structuurplan, alsmede van het in 1980 aanvaarde uitwerkingsplan voor de Schil-Oost. De functie, die aan de Willem Lodewijkstraat is toegekend heeft consequenties voor de ontsluiting van en de verkeersafwikkeling in het gebied Oranjewijk. Een daarvan is dat de route zo weinig mogelijk belast moet worden met afslaand/kruisend verkeer. Dit zal namelijk leiden tot gevaarlijke situaties - ondermeer voor het lang zaam verkeer - en capaciteitsverlies zeker in het onderhavige geval waar Je uit- c.q. inrit relatief dicht bij het kruispunt zou komen te liggen. Niettemin hebben wij begrip voor de bezwaren die door de Belangenvereniging Oranjewijk naar voren zijn gebracht tegen de ontsluiting van de Nieuwe We-ie. Deze bezwaren kunnen onzes inziens echter voor een belangrijk deel worden ondervangen door uitsluitend voor rechtsafslaand verkeer een ontsluitings mogelijkheid te creërenvanaf/naar de Willem Lodewijkstraat. Dit betekent, dat alleen het verkeer dat vanaf de rondweg komt en dat van.«f het parkeerterrein rechtsaf gaat, gebruik kan maken van deze in- en uitri Hiermede worden evenwel relatief veel ongewenste verkeersbewegingen door ie wijk voorkomen, omdat het grootste deel van de bezoekers vanaf de rondweg komt De briefschrijvers schatten dit deel zelfs op 70% van het totaal. De verkeersfunctie van de Willem Lodewijkstraat wordt hiermee niet onaanvaard baar aangetast, aangezien het geen kruisend verkeer is. Een en ander imp - ceert wel dat hernieuwd overleg met de Nieuwe Weme nodig is. Gezien de besprekingen die aan het verlenen van de bouwvergunning zijn voorafgegaar mogen wij echter verwachten dat het gewijzigde voorstel van die zijde de In stemming kan krijgen. Voor het tweede bezwaar van de Belangenvereniging hebben wij begrip Wij hebben de taakomschrijving dan ook aangepast in die zin dat nader onder zoek zal dienen uit te wijzen op welke manier het plangebied aan de oost zijde ontsloten dient te worden. Wij willen echter met nadruk stellen dat dit onderzoek niet mag leit n tot een zodanige oplossing dat beide straten een ontsluitingsfunctie krijyen. Dit is namelijk ongewenst voor de stroomfunctie van de Willem Lodewijkst at en zal bovendien onrustige effecten hebben voor de woonbuurt zelve. Wij gaan er eveneens vanuit, dat overeenkomstig het verkeersuitwerkingsp n de Emmakade afgesloten wordt van de rondweg, zodra de Kanaalweg zal zijn doorgetrokken. -3- De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van de taakopdracht zijn geraamd op 75.000, Dit bedrag zal ten laste van de voor de stadsver nieuwing beschikbare middelen worden gebracht. Met de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor in te stemmen met de boven omschreven taakopdracht voor de projektgroep. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris. -2-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 481