II. Bezwaarschrift van het college van kerkvoogden der hervormde gemeente te Leeuwarden. - 2 - Wij achten het dan ook verantwoord, dat de huidige "bebouwing op het achtererf wordt beheerst door het in artikel 16 van de planvoorschriften vervatte overgangsrecht. Ten aanzien van het in het plan laten vervallen van de steeg vanuit de Speelmansstraat brengen wij het volgende onder Uw aandacht. Ter versterking van de woonfunctie in de binnenstad is aan de strook grond waarop zich thans het gebouw van de voormalige huishoudschool en de leegstaande panden Speelmans straat 15 en 17 bevinden,een woonbestemming gegeven. Het is de bedoeling, dat ter plaatse woonbebouwing in de sociale sfeer zal worden gebouwd in een gesloten straatwand. Met het oog op een zo'n effectief mogelijk gebruik van de grond en ter voor koming van bijzondere bouwconstructies, welke kostenverhogend werken, achten wij handhaving van de steeg ter plaatse niet gewenst. Ook vormt deze steeg niet een zodanig karakteristiek element dat handhaving ervan op zijn plaats zou zijn. Wij menen dat er een redelijk alternatief voor handen is. Wij doelen hierbij op het toegankelijk maken van het achtererf van reclamante via het ten oosten van Kromme Jat geprojecteerde groengebied. Wij zullen ons hieromtrent in verbinding stellen met reclamante. Wij concluderen dat de aangevoerde bezwaren ongegrond zijn. Het college van kerkvoogden voert bezwaren aan tegen het projecteren van uitsluitend woningbouw ten noorden van de Grote Kerk. Het meent, dat er ruimte gereserveerd zou moeten worden ten behoeve van een pauze-accommodatie, omdat de ruimte hiervoor thans ontoereikend is. Zoals U bekend is, behoort tot de doelstellingen van het stedelijk inrichtingsbeleid het zoveel mogelijk herstellen c.q,. stimuleren van de woonfunctie in de binnenstad. Haar onze opvat ting roept het uit stedebouwkundig oogpunt geen bezwaren op om ten noorden van de Grote Kerk woningbouw te realiseren. Hierdoor zal de gegroeide stedebouwkundige structuur zoveel mogelijk kunnen worden hersteld. Momenteel is een bouwplan in behandeling voor het realiseren van 15 woningen aldaar, welke in één bouw- stroom met projecten elders in de binnenstad zullen worden uit gevoerd. Wij achten het niet opportuun in dit opzicht een in grijpende beleidswijziging te bevorderen. Voor ogen moet worden gehouden, dat het laten vervallen van de geprojecteerde woningen ten noorden van de Grote Kerk de realisering van de overige projecten in financieel opzicht aanmerkelijk zal bemoeilijken zo niet onmogelijk zal maken. Tegen de achtergrond bezien dat er een dringende behoefte bestaat aan woningen in de sociale sfeer -in het bijzonder ten behoeve van één- en tweepersoons- huishoudens- achten wij een wijziging in het voorgestane beleid niet verantwoord. Om toch aan de wensen van reclamante tegemoet te kunnen komen, brengen wij het volgende onder Uw aandacht. In het ontwerp-bestemmingsplan "Rondom de Grote Kerk" wordt rekening gehouden met een korte verbindingsgang tussen de Grote Kerk en de Kosterij. Hoewel met deze gang nog niet een alleszins bevredigende oplossing voor de accommodatie-problemen bij gebruik van de kerk c.a. wordt verkregen,gaat de kerkvoogdij er vanuit dat de gang er zo spoedig mogelijk moet komen. Ondertussen heeft de kerkvoogdij overleg gepleegd met de Woningbouwvereniging "Beter Wonen" teneinde te bezien of in de woningbouwplannen^ nog enige ruimte zou kunnen worden gevonden ten behoeve van verbete ring van de accommodatie bij de kerk. Bat overleg heeft er toe geleid, dat het woningblok aan Achter de Grote Kerk met één woningbreedte in westelijke richting kan worden uitgebreid. Be begane grond van deze woning zou dan als "kale" ruimte voor de kerk beschikbaar komen, terwijl de verdieping wordt benut voor bewoning. Beze woning kan dan dienen als compensatie voor de woning die door een te maken onderdoor gang naar het binnenterrein (in het vijfde perceel) verloren gaat. Be toekomstplannen van de kerkvoogdij zijn dat de ten behoeve van de kerk te reserveren ruimte door middel van een rondgaande gang (in wezen een kleine carré-vorm) tot verbete ring van met name pauze-voorzieningen leidt. Be Rijksdienst voor de Monumentenzorg kan zich in principe met deze oplossing verenigen. Ook wij kunnen ons in deze plannen vinden, zodat wij U voorstellen deze mogelijkheden in het bestem mingsplan op te nemen. Een wens van de kerkvoogdij is tenslotte dat de administra tieve ruimten, mogelijk in combinatie met de administratie van de hervormde gemeente Huizum, worden ondergebracht in een gebouw zo dicht mogelijk bij het kerkcomplex. Het gebouw Bij de Put 17, gemeente-eigendom en thans nog in gebruik bij de afdeling Bouwkunde van de Bienst Stadsontwikkeling, lijkt hiertoe bij uitstek geschikt. Een bijkomend voordeel is, dat belangstellen den voor bezichtiging van de kerk op een adres dichtbij de kerk terecht kunnen. Beze oplossing betekent wel dat het pand Bij de Put 17 volledig een kantoorbestemming dient te behouden en dat het pand Heer Ivostraatje 38, de huidige huisvesting van de kerkelijke administratie, voor woondoeleinden beschikbaar komt. Hierover worden thans tussen kerkvoogdij en gemeente onderhande lingen gevoerd. Het gewijzigd vast te stellen bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheden, die reclamante wenst. Be bezwaren dienen gegrond te worden verklaard. III. Bezwaarschrift van A.van der Berg te Leeuwarden. Reclamant maakt bezwaar tegen het leggen van een volledige woonbestemming op het perceel Bredeplaats 9- Wij merken op, dat een onderdeel van het stadsvernieuwingsbeleid is het her stellen van de woonfunctie en het weren van daarmee conflic terende functies. In het gebied waarbinnen reclamants perceel zich bevindt, dient ons inziens sterk de nadruk te vallen op het creëren van een gunstig woonklimaat. Wij zijn van mening, dat de aard van reclamants bedrij f met zich brengt dat hiervan een negatieve invloed uitgaat op het leefbaar houden van de woonomgeving. Wij wijzen erop, dat de verkeersstructuur ter plaatse inmiddels is afgestemd op het verkeersluwe karakter van deze omgeving. Het is ontegenzeggelijk dat dit bedrijf een verkeersaantrekkend karakter heeft en derhalve niet zal bijdragen tot het oplossen van het parkeerprobleem in de binnen stad."Wij concluderen dan ook, dat dit bedrijf uit milieu hygiënisch oogpunt moet worden gesaneerd. Bit standpunt is ook reeds verwoord in het door U aanvaarde uitvoeringsplan in het kader van de I.S.R. Binnen dit kader worden onzerzijds de ver plaatsingsmogelijkheden bezien. Op grond van het vorenstaande dient het bezwaar ons inziens ongegrond te worden verklaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 483