IY. Bezwaarschrift van W.M.de Groot e.a. te Leeuwarden.
Reclamant maakt bezwaar tegen de volgende planonderdelen:
a. het bestemmen van het perceel Perkstraat 40 waarop de oude
joodse school is gevestigd tot woondoeleinden;
bhet leggen van een woonbestemming op gronden waarop het
voormalige klooster is gevestigd en het wijzigen van de
rooilijn ter plaatse;
chet op dezelfde hoogte brengen van de panden aan het Jacobijner-
kerkhof -in gebruik bij de Dienst Stadsontwikkeling- als het
pand Bij de Put 17»
Wij hebben er al op geattendeerd, dat aan dit plan een
versterking van de woonfunctie ten grondslag ligt. Binnen het
desbetreffende bouwblok worden de resultaten van rehabilitatie
zichtbaar. Wij achten het in overeenstemming met vorengenoemd
beleidsuitgangspunt, dat de woonfunctie wordt voortgezet langs
de Perkstraat, het Jacobijnerkerkhof en ten noorden van de Grote
Kerkstraat.
Reclamant gaat er ons inziens aan voorbij dat in een
bestemmingsplan het beleid voor de eerstkomende 10 jaar wordt
vastgelegd. Binnen dit tijdsbestek wordt ernaar gestreefd
de gelegde bestemmingen ook daadwerkelijk te verwezenlijken.
Met het terugleggen van de rooilijn hoek Grote Kerkstraat en
Jacobijnerkerkhof wordt beoogd het pleinidee beter te accentueren.
Zoals hierboven onder punt II is opgemerkt, ligt het in
de bedoeling dat het perceel Bij de Put 17 door de Kerkvoogdij
van de Hervormde Gemeente Leeuwarden in zijn geheel in gebruik
zal worden genomen voor kantoordoeleinden. Hu er geen plannen
bestaan om het pand uit te breiden kan volstaan worden met het
weergeven van de feitelijk bestaande hoogte van bedoeld pand
op de desbetreffende gevelwandenkaart
a. bezwaren tegen het bestemmingsplan als geheel zulks ter be
waring van rechten met het oog op beroepsmogelijkheden;
b. bezwaren tegen te grote zeggenschap van de overheid;
cbezwaren tegen overmaat aan voorschriften;
d. bezwaren tegen verticaal gelegde bestemmingen;
e. bezwaren met betrekking tot de realiseerbaarheid der bestem
mingen;
fbezwaar tegen het niet uitgaan van de bestaande bebouwings-
grenzen aan de achterzijde van bestaande panden hetgeen veelal
zal leiden tot minder gebruiksmogelijkheden en bijgevolg tot
waardevermindering van het gehele object;
g. bezwaar tegen het ontbreken van huisnummers op de plankaart
waardoor het localiseren van en refereren aan panden op de
kaart soms wel bezwaarlijk wordt temeer nu de kadastrale
aanduidingen ook al ontbreken althans volkomen onzichtbaar
zijn;
- 5 -
h. bezwaar tegen het ontbreken op de plankaart bij de aan
duiding "kantoren" dat ook de tweede en eventueel verdere
bouwlagen tot "kantoor" zijn bestemd;
i. 1de maximaal toelaatbare nokhoogte van het pand Eewal 59
is een meter lager gesteld dan die van het naastgelegen
perceel Eewal 61, terwijl de feitelijke situatie thans
royaal omgekeerd is
2. de maximaal toelaatbare nokhoogte van het pand Gouver
neursplein 59-41 is een meter lager gesteld dan die van
het naastgelegen pand Gouverneursplein 55» terwijl
reclamant de indruk heeft dat wel zeer weinigen zich ooit
aan de thans gelijke nokhoogten hebben gestoord;
de toelaatbare goothoogten van de panden Eewal 51» 51a- en
51b zijn gelijk, terwijl de maximaal toelaatbare nokhoogten
telkens een decimeter verspringen;
.ibezwaren tegen het niet voldoende kunnen wisselen van bestem
ming tussen de panden onderling; volgens reclamant kunnen de
kolommen "toelaatbaar volgens plan" en "wijzigingen" zonder
bezwaar worden samengevoegd;
k. bestemmingswijzigingen zijn naar het oordeel van reclamant
te zeer beperkt tot de blokzijden;
1. vervanging van het woord "kap" in artikel 1, sub k vervangen
door:"onder de kap gelegen zolder";
m. het vervangen van de woorden "goot- en hoogte" in artikel 4»
lid B sub 5 vervangen door "goot- en nokhoogte" zulks in
overeenstemming met de tekst van het naar voormeld artikel
verwijzende artikel 4» lid. D sub 1 punt d;
n« het in artikel 4, lid. B sub 8 gestelde gaat te ver indien
zulks mocht inhouden dat ook niet van de straat af zicht
bare achter- en zijgevels aan de gestelde materiaal-eisen
zouden moeten voldoen; voorts acht reclamant de materiaal
keuze te beperkt gezien het gebruik van niet-genoemde
materialen elders in de binnenstad; verder meent reclamant
dat niet- duidelijk is- wat onder "gevelonderdelen" moet worden
verstaan bij gebrek aan een definitie in de begripsomschrij-
vingen; bovendien acht hij voorschriften omtrent het bezigen
van materialen niet thuishoren in een bestemmingsplan;
0reclamant acht uniformiteit in de voorschriften van de diverse
bestemmingsplannen een,eerste vereiste;
preclamant ziet niet in waarom aangebouwde bijgebouwen zich
niet over meer dan één bouwlaag mogen uitstrekken;
qreclamant acht het bepaalde in artikel 4» lid. B sub 9 te ver
gaan, indien dit mocht inhouden, dat vrijstaande bijgebouwen
nimmer met een plat dak zouden mogen worden getooid;
rbezwaar tegen het binden van het gebruik van dakbedekkings-
materialen aan een gemeentelijke toestemming zoals bedoeld
in artikel 4, lid. D sub 1 punt f;
sreclamant vraagt zich af of de bestemmingswijzigingsbevoegd-
heid als bedoeld in artikel 4» lid E sub 1 wel terecht is
gebaseerd op artikel 11 van de Vlet op de Ruimtelijke Ordening;
tartikel 4» lid. E sub II is naar het oordeel zodanig geredi
geerd dat hiermede juist het tegendeel wordt bewerkstelligd;
u. reclamant vraagt zich af welke relatie het sloopverbod als
bedoeld in artikel 15 van de planvoorschriften heeft met een
bestemmingsplan en met name met het bepaalde in artikel 14
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
v. reclamant vraagt zich af of de vrijsteliingenregeling in de
artikelen 14lid 2 en 16, lid 5 van de planvoorschriften wel
in overeenstemming is te achten met het bepaalde in artikel
15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
- 4 -
Ten aanzien van de bezwaren a en b merken wij het volgende op.
Met betrekking tot punt c merken wij het volgende op.
Wij stellen II dan ook voor de desbetreffende gevelwanden
kaart gewijzigd vast te stellen, het op dit onderdeel betrekking
hebbende bezwaar gegrond te verklaren en de bezwaren voor het
overige ongegrond te verklaren.
Y. Bezwaarschrift van J.T.M.Hepkema te Leeuwarden.
De bezwaren van reclamant betreffen het volgende: