Nr. 12765. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het beroep, ingesteld door Halbesma's Beton- en Aannemers bedrijf te Leeuwarden, tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 3 februari 1981, nr. B 4-75/80, waarbij vergunning is geweigerd voor het tijdelijk plaatsen van twee nissenhutten op het perceel Einsteinweg 8, alhier, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E, nummer 1233; Overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij hun evenvermeld besluit hebben overwogen, dat ingevolge artikel 34- van de Bouwverordening het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikke ling daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat zij van oordeel zijn, dat de beoogde bouwwerken qua verschijningsvorm - gezien de materiaalkeuze en vormgeving hiervan - niet beantwoorden aan voren- omschreven welstandseis; dat de gevraagde vergunning in verband hiermee behoort te worden geweigerd; dat op grond van artikel 14- van de Woningwet vrijstelling van de bepalingen van de Bouwverordening kan worden verleend ten behoeve van bouwwerken, welke voorzien in een tijdelijke behoefte, niet zijnde bewoning; dat aanvrager als toelichting op de bouwaanvraag heeft medegedeeld, dat het be staande pand Einsteinweg 8 is verhuurd en dat met het oog op nieuwbouwplannen op hetzelfde perceeltwee nissenhutten voor tijdelijke opslagruimte zijn geplaatst; dat de aard van dit bedrijf naar hun mening met zich meebrengt, dat een permanen te behoefte bestaat aan opslagruimte; dat niet is komen vast te staan, dat bedoel de bouwwerken slechts benodigd zullen zijn voor tijdelijke opslagdoeleinden ge durende de periode van uitvoering van een in aanvang genomen concreet bouwplan ter plaatse; dat naar hun oordeel niet is aangetoond, dat meergenoemde bouwwer ken voorzien in een tijdelijke behoefte; dat in verband hiermee artikel 14- van de Woningwet geen toepassing kan vinden; dat aan het vorenstaande niet afdoet, dat de bestaande opstal van aanvrager op genoemd perceel momenteel is verhuurd; dat appellant in beroep aanvoert, dat de bestaande aan hem toebehorende opstal op hetzelfde perceel tot 31 december a.s. is verhuurd, en dat getracht wordt dit pand opnieuw te verhuren om niet in liquiditeitsmoeilijkheden te ge raken; dat in verband hiermee appellant verzoekt hem in beroep alsnog vergunning te verlenen voor twee nissenhutten op dit perceel; dat tijdens de hoorzitting van de Commissie van advies inzake beroepschrif ten ingevolge de Bouwverordening, appellant het volgende naar voren heeft ge bracht: dat het bestaande pand Einsteinweg 8 te groot is voor het bedrijf; dat teneinde niet in liquiditeitsmoeilijkheden te geraken dit pand tot 31 december a.s. is verhuurd en dat getracht zal worden dit pand na 31 december a.s. opnieuw te verhuren; dat het de bedoeling is op hetzelfde perceel een permanent, klein en goedkoop, gebouw te bouwen; dat in verband hiermee deze tijdelijke nissenhut ten nodig zijn; dat reeds voorbereidingen zijn getroffen voor het permanente ge bouw; dat n.l. in 1979 van de gemeente een ten zuiden van het terrein gelegen strook grond is gekocht teneinde de bebouwingsmogelijkheden van het terrein te vergroten; dat voorts reeds verschillende delen (spanten, palen enz.) van het permanent gebouw klaar zijn; dat de liquiditeitspositie van het bedrijf op dit moment echter zodanig is, dat het permanente gebouw nog niet gebouwd kan worden; overwegende, dat ingevolge artikel 4-8, eerste lid onder a van de Woningwet bouwvergunning moet worden geweigerd, indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft niet zou voldoen aan de Bouwverordening; dat het bouwplan strekt tot het tijdelijk plaatsen van twee nissenhutten op het perceel Einsteinweg 8, alhier;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 90