middels met de stichting Het Baken
overleg gevoerd. Naar verwachting;
het ministerie rond 1 januari 1983
uitsluitsel over deze zaak jeven.
De woning Kanaalstraat 20 is inmidi
verhuurd op basis van een z.g. "$a,
ringscontract". Voor het overige
mogen wij U verwijzen naar ons ant
woord op de schriftelijke vragen va
PAL van 5 november 1982, onderdeel
Wij geven U in overweging adressant)
in vorenstaande zin te berichten. 1
Overeenkomstig artikel 2 van de Pro
cedureverordening Raadsadviescommi<
voor de beroep- en bezwaarschriftei
is het beroep om advies in handen
gesteld van de Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschrifter
L. Beschikking van de Staatssecretaris van Voorgesteld wordt geen gebruik te
Onderwijs en Wetenschappen inzake de maken van het instellen van beroep,
toepassing van artikel 96, derde lid van
de Lager-onderwijswet 1920 over het jaar
1982 ten aanzien van de Oohannes de Dooper-
school, Huizumerlaan 21b te Leeuwarden.
Voor_de Raad_ter inzage gelegd:
0. Adres van 11 november 1982 van de bewoners
van de Kanaalstraat inzake de gemeentelijke
panden Kanaalstraat 20 t/m 26.
K. Beroepschrift van 15 november 1982
van H.A. de Boer inzake weigering bouw
vergunning.
1. Uitnodiging van de directie Friesland van de Dienst van het Kadaster en de Open
bare Registers voor een bezoek aan de tentoonstelling "150 jaar Kadaster", die va
10 t/m 21 december a.s. wordt gehouden.
2. Gedeputeerde Staten zenden ter informatie een exemplaar van het derde voortganqs-
verslag I.S.P.-II.
3. Brief van 1 november 1982 van het bestuur van het Medisch Centrum Leeuwarden,
waarbij de voorlopige exploitatie- en investeringsbegrotingen 1983 ten behoeve va
de locaties Noord, Midden en Zuid worden toegezonden met de antwoord-brie; van
B. en W. aan het Medisch Centrum Leeuwarden.
4. Brieven van diverse gemeentebesturen waarbij adhesie wordt betuigd aan de door de
Raad van de gemeente Zierikzee aangenomen motie betreffende beleidsvoornemens van
het Rijk tot wijziging van de Financiële Verhoudingswet 1960.
Toepassing artikel 126 en 127 van de Kleuteronderwijswet.
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 januari 1956 trad in werking de Kleuteronderwijswet (wet van 8 december
1955, Staatsblad 558).
Vanaf deze datum werd de wijze van huisvesting van kleuterscholen en de
financiering van de hieraan verbonden kosten geregeld door deze wet.
Daarvoor kwamen de kosten van het bijzonder kleuteronderwijs geheel voor
rekening van de schoolbesturen; eventueel subsidiëerde de gemeente direct of
indirect in het exploitatietekort.
De kleuterscholen waren in die periode gehuisvest in door de gemeente beschikbaar
gestelde ruimten, eigen gebouwen van schoolbesturen dan wel van derden gehuurde
ruimten.
Mede in verband hiermede is in de genoemde wet een regeling getroffen voor
de financiële gevolgen voor de schoolbesturen, van wie op 1 januari 1956 scholen
ii een eigen respectievelijk gehuurd gebouw waren c.q. thans nog zijn gehuisvest
(artikel 126 en 127).
Artikel 126, eerste lid bepaalt, dat schoolbesturen voor de bij hun kleuter-
S(ho(o)l(en) in gebruik zijnde schoolgebouw(en) welke niet ingevolge artikel 50
t n 64 zijn gesticht, jaarlijks van de gemeente een vergoeding ontvangen ter
b strijding van de stichtings- en inrichtingskosten voor de benodigde lokalen
n< ar de maatstaf van artikel 42 en de in dit artikel bedoelde algemene maatregel
v a bestuur met betrekking tot de hoogte van de bedragen.
In het derde lid van artikel 126 wordt tevens de mogelijkheid geopend een
kc rting op bovenbedoelde vergoeding toe te passen, indien o.m. de gemeente op
er igerlei wijze heeft bijgedragen aan de in het eerste lid bedoelde kosten.
Artikel 127 regelt de vergoeding aan de schoolbesturen door de gemeente
v<n de betaalde huurbedragen, eventueel verminderd met een bedrag wegens kosten
v, n instandhouding.
D. t laatste bedrag wordt jaarlijks door de minister van Onderwijs en Wetenschappen
v stgesteld
Op 1 januari 1956 vielen in de gemeente Leeuwarden een viertal scholen onder
cL werking van artikel 126 en één school onder de werking van artikel 127 van
d' Kleuteronderwijswet.
Afrekening ingevolge art. 127 met de stichting Kleuterschool te Lekkum t.b.v.
z.jn school aan het Tsjerkepaed 7 te Lekkum heeft jaarlijks plaatsgevonden.
Tot op heden heeft met de betrokken schoolbesturen geen afrekening ingevolge
art. 126 plaatsgevonden.
W' 1 zijn de voorschotten op de uitkeringen toegekend.
De belangrijkste oorzaak voor het lange uitblijven van de vaststelling van de
a n de schoolbesturen toekomende vergoeding is gelegen in de meningsverschillen
o er de wijze van toepassing van de kortingsregeling. Uit diverse jurisprudentie-
g vallen blijkt, dat hierover landelijk ook grote verschillen van inzicht bestaan.
4 -
Bi lage no. l.fl Leeuwarden, 30 december 1981.