Indien hierover binnen een maand nacdat einde geen overeenstemming wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskundigen, waar van binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de opstalhoudster, waarna de derde door twee aldus benoemde deskundigen wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde; komen de benoemde deskundigen niet overeen omtrent het bedrag van de te vergoeden waarde, dan zal daarvoor worden gehouden het bedrag van de door de deskundigen afzonderlijk bepaalde vergoeding dat noch het hoogste noch het laagste is; aan de waardevaststelling door de deskundigen zijn beide partijen gebonden 8. de akte van opstal zal worden opgemaakt door en verleden voor een door de opstalhoudster aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde, notaris. II.een bijdrage a fonds perdu te verlenen groot maximaal 14.035,= onder de voorwaarde, dat indien binnen 25 jaar de vereniging wordt ontbonden of het clubhuis niet meer als zodanig door de vereniging wordt gebruikt, deze bijdra ge moet worden terugbetaald met dien verstande dat op de terug te betalen som voor elk kalenderjaar dat is verstreken na het tijdstip waarop de bij drage is betaald, 4% in mindering wordt gebracht. Aldus vastgesteld in de vergadering van Voorzitter. Secretaris Uitbreiding van de vaste personeelsformatie van de Gemeentelijke Sociale Dienst met drie formatieplaatsen. Bijlage no. 142 Leeuwarden, 25 maart 1982. Aan de Gemeenteraad. Overeenkomstig ons voorstel hebt U in Uw vergadering van 12 januari 1981 met betrekking tot de personeelsformatie bij de Gemeentelijke Sociale Dienst on der meer besloten, om een uitbreiding van de personeelsformatie bij deze dienst te realiseren met 8 plaatsen. Van deze plaatsen zijn er 5 vervuld door de aan stelling van krachten die declarabel zijn op grond van de uitvoeringsbepalingen van de Wet Werkloosheidsvoorziening (W.W.V.). De overige drie plaatsen zijn overeenkomstig Uw besluit ingevuld door gebruik te maken van een werkverruimende maatregel en hebben daardoor noodgedwongen een tijdelijk karakter. De tijdelijke dienstbetrekking van de betrokken drie medewerkers loopt thans ten einde. Wij zijn van mening, dat de toegenomen werkdruk bij de Gemeentelijke Sociale Dienst het niet toelaat, om de huidige personeelsformatie van de Dienst met deze drie plaatsen te verlagen. Overwogen is om opnieuw te proberen om met gebruikmaking van een werkverruimende maatregel drie tijdelijke krachten aan te trekken. Dit heeft echter niet onze voorkeur, omdat er geen zekerheid bestaat over de vraag of en per welke datum een dergelijke anvraag gehonoreerd zou worden; bovendien mag de dienstbetrekking met de huidige personen dan niet gecontinueerd worden. Voor de dienst zou dit betekenen dat de kennis en werkervaring die betrokkenen vergaard hebben verloren zouden gaan en nieuwe, onervaren krachten ingewerkt moeten worden. Bij een dienst verband dat op grond van de W.V.-regeling niet langer mag duren dan één jaar en rekening houdend met een vrij langdurige inwerkperioaemoet het rendement van een dergelijke oplossing naar onze mening dan ook gering worden geacht. Bovendien achten wij het ook vanuit een oogpunt van personeelsbeleid niet gewenst om de huidige drie tijdelijke krachten te vervangen door drie (andere) werklozen. Gelet hierop zijn wij van mening dat de huidige drie functieplaatsen in het per soneelsbestand van de gemeentelijke sociale dienst opgenomen moeten worden. In de begroting 1982 is met opneming van de drie krachten in het personeelsbe stand reeds rekening gehouden door de reservering van een bedrag van 89.000,= in de stelpost voor personeelsuitbreiding bij de G.S.D. Dit bedrag blijkt niet geheel voldoende om de aan deze opneming verbonden lasten van ƒ120.000,te kunnen dekken. Wij stellen U derhalve voor in totaal een bedrag beschikbaar te stellen van ƒ120.000, dat kan worden gedekt ten laste van de genoemde stelpost voor personeelsuitbreiding bij de G.S.D. Onder vermelding dat de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst terzake is gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 159