Lozingsverordening Deleqatiebevoegdheden Burgemeester en Wethouders aan ambtenaren. De bestuurspraktijk heeft uitgewezen, dat het efficiënter werkt, om de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen en ontheffingen, die een routinematig karakter dragen, over te dragen aan ambtenaren. Om deze reden wordt nu een dienovereenkomstige delegatiebevoegdheid in deze verordening ingepast. Drank- en Horecaverordening Artikel 10.1 van genoemde verordening. Deze bepaling is noodzakelijk omdat de wet het treffen van een regeling terzake voorschrijft. De constructie is zodanig, dat zij past in de door ons voorgestane systematiek met betrekking tot de afgifte van een verlof tot het bedrijfsmatig verstrekken van niet-alcoholhoudende drank, of m.b.t. een ontheffing van voorschrif ten i.v.m. zo'n ontheffing. De reden voor een expliciete regeling ligt in artikel 22 lid 6 van de Drank- en Horecawet, dat een regeling voorschrijft. Marktverordening, Veemarktverordeninq en Verordening Algemene Begraafplaatsen, De wijzigingen in de beroepschriftenprocedures in deze verordeningen worden bewerkstelligd door de wijziging van de artikelen A 9 en A 12 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden. De artikelen 15, tweede lid, van de Marktverordening, 29, tweede lid van de Veemarktverordening en artikel 27 Verordening Algemene Begraafplaatsen, verklaren de regelingen m.b.t. de beroepsprocedures van overeenkomstige toepassing, zodat de redactie van deze artikelen niet behoeft te worden ge wijzigd. Toelichting artikel XI Een aantal wijzigingen in de in dit ontwerp-besluit genoemde verordeningen zal voor de het van kracht worden van dit besluit, moeten worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. B Mo. 10585. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 augustus 1982 (bijlage nr. 314); gelet op de artikelen 61 en 168 van de gemeentewet, artikel 14 van de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen (Arob), artikel 389 e.v. van de Bouwverordening, artikel 11.1 van de Drank en Horecaverordening en artikel A 14 van de Algemene Politieverordening; BESLUIT: I. in te trekken a. zijn besluit d.d. 22 februari 1971 tot instelling van de Raadsadvies- commissie inzake beroepschriften als bedoeld in artikel 389 e.v. van de Bouwverordening; b. zijn besluit d.d. 7 oktober 1968 tot instelling van de Raadsadvies- commissie inzake beroepschriften als bedoeld in artikel 11.1 van de Drank- en Horecaverordening; c. zijn besluit d.d. 13 september 1976 tot instelling van de Raadsadvies- commissie inzake beroep- en bezwaarschriften als bedoeld in artikel A 14 van de Algemene Politieverordening; II. vast te stellen de volgende Verordening tot instelling van de Raadsadvies- commissie voor de beroep- en bezwaarschriften: Begripsbepalingen Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: beroepschrift: een ingevolge de Woningwet resp. de Bouwverordening bij de Raad ingediend beroepschrift tegen een beschikking van Burgemeester en Wethouders; bezwaarschrift:een ingevolge artikel 7, tweede lid van de Wet Arob bij de Raad ingediend bezwaarschrift tegen een beschikking van de Raad; commissie de commissie ter advisering aan de Raad over de beslissing op een beroep- en bezwaarschrift, als bedoeld in artikel 2. Instelling en samenstelling van de commissie. Artikel 2. 1. Er is een commissie, die de Raad adviseert over de beslissing op beroep en bezwaarschriften die bij hem zijn ingediend. 2. De commissie heet: Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar schriften. - 18 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 107