3. De voorzitter of een daartoe aangewezen lid van de commissie geeft des gevraagd aan de Raad een nadere mondelinge toelichting op het advies. Beslissing. Artikel 13. 1. De Raad neemt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies van de commissie een beslissing op het beroep- of bezwaarschrift. 2. De beslissing van de Raad wordt zo spoedig mogelijk aan belanghebbenden medegedeeld. 3. Indien de beslissing van de Raad afwijkt van het advies van de commissie, wordt deze afwijking met redenen omkleed. Slotbepaling. Artikel 14. 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening Raads- adviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften". 2. Zij treedt in werking tegelijk met de Instellingsverordening Raads- adviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften. 3. Zij is niet van toepassing op beroep- en bezwaarschriften, die vóór het in het tweede lid bedoelde tijdstip zijn ingediend en onderwerp van behandeling zijn geweest voor een raadsadviescommissie. Aldus vastgesteld in de openbare verga dering van 1982. voorzitter secretaris Toelichting op de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep en bezwaarschriften. Inleiding. De onderhavige verordening dient ter vervanging van de bestaande procedure- regelingen voor de Raadsadviescommissies voor de beroep- en bezwaarschriften. Hoewel tot op heden in de praktijk veelal volgens de procedure van deze verordening is gewerkt, is het de bedoeling de materie thans overzichtelijk en uniform vast te leggen. Wij zijn van mening dat een overzichtelijke- en uniforme regeling van de procedure bij de behandeling van de bezwaar- en beroepschriften de rechts bescherming voor de burger vergroot. Aangezien de Wet Arob en de Woningwet zelf al termijnen geven voor de behandeling van de bezwaar- resp. de beroepschrif ten, is hiervan in deze verordening afgezien. Wegens de vervlechting met de Woningwet dienen ook de in de Bouwverordening genoemde termijnen te worden toegepast. Artikelsgewijze toelichting. Artikel 1. In dit artikel zijn enkele voor de toepassing van de verordening van belang zijnde definities opgenomen. De definities spreken voor zichzelf. Artikel 2. Dit artikel is van huishoudelijke- en praktische aard. Artikel 3. Het spreekt vanzelf, dat de indiener van het beroep- of bezwaarschrift be langhebbende is. Ook degene tot wie de beschikking zich richt is uiteraard belanghebbende, zowel wanneer een bezwaar is ingediend door een derde tegen een beschikking, die te zijnen gunste door de Raad is genomen, als wanneer hij zelf op grond van de Woningwet en de bouwverordening in beroep gaat bij de Raad tegen een beslissing van Burgemeester en Wethouders. Het tweede lid schept de mogelijkheid, dat bv. ook buren, actiegroepen of buurtcomités voor de hoorzitting worden uitgenodigd. Artikel 4. Dit artikel sluit aan bij de bestaande praktijk in den lande. Artikel 5. De in de eerste twee leden genoemde termijnen zijn niet alleen van huis houdelijke aard, doch bieden ook de belanghebbenden ruimschoots de gelegen heid met de terinzagelegging rekening te houden. Het bepaalde in het vierde lid is opgenomen, omdat zich gevallen kunnen voordoen, waarin openbaar making strijd zou opleveren met de Verordening op deOpenbaarheid van Bestuur. De commissie zal dan wel moeten beslissen of de gegevens ten volle kunnen worden gebruikt, omdat anderen er geen kennis van hebben kunnen dragen. Artikelen 6 en 7. Deze artikelen behoeven geen toelichting. Artikel 8. Het openbaar zijn van de hoorzitting sluit aan bij de praktijk van vele andere rechtsprekende- en adviserende instanties (zittingen van de recht bank, van de beroepskamer van Gedeputeerde Staten en van de Raad van State). - 4 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 111