5. bij niet-naleving van een der verplichtingen, vermeld in de artikelen
3 en 4, verbeurt de nalatige aan de gemeente Leeuwarden, casu quo de
in artikel 3 genoemde Nutsbedrijven/Stichting, voor iedere niet-naleving
een boete van tienduizend gulden 10.000,--);
deze boete is verschuldigd door het enkele feit der niet-naleving,
zonder dat enige uitdrukkelijke ingebrekestelling of rechterlijke tus
senkomst behoeft plaats te vinden;
6. alle op de grondoverdracht vallende kosten, daaronder begrepen die van
de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van het gemeente
archief en die van de verrichtingen van de landmeetkundig ambtenaar,
bedoeld onder 1, welke laatstbedoelde kosten 233,-- (exclusief B.T.W.)
bedragen, komen voor rekening van de koper;
7. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van over
dracht;
8. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan gehe
ven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de le
vering voor rekening van de koper;
9. de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
10. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
11. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden
voor een door de koper aan te wij-zen, te Leeuwarden gevestigde notaris.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Vöorzi ter,
Secretaris.
Bijlage nr. 329. Leeuwarden, 19 augustus 1982.
Aan de Gemeenteraad.
Op 17 mei 1982 hebt U een aanvullend krediet van 2.000.000,-- beschik
baar gesteld (boven het bestaande krediet van 642.500,--) voor rendabele
energiebesparende maatregelen bij het openbaar kleuter-, lager en voortgezet
onderwijs. Op grond van de daarbij gestelde randvoorwaarden is, nu het onder
zoek in alle 43 scholen en 10 gymnastieklokalen is afgesloten, hierover be
schikt tot een bedrag van 1.443.100,waardoor nu een krediet resteert
van 1.199.400,
Op 8 juni 1982 hebt U besloten ook het bijzonder kleuter-, lager- en buiten
gewoon onderwijs op grond van de in de Lager-onderwijswet 1920 genoemde finan
ciële gelijkstelling in het onderzoek door een onafhankelijk adviserend in
genieursbureau te betrekken. Daarvoor is een krediet beschikbaar gesteld ten
laste van het fonds voor energiebesparende maatregelen.
Om te voorkomen dat er veel tijdsverschil zal ontstaan tussen het realiseren
van de diverse voorzieningen bij het openbaar onderwijs (gedeeltelijk reeds
in de aanbestedingsfase) en het bijzonder onderwijs (het onderzoek is half
juni gestart) stellen wij U voor de resterende middelen ad 1.199.400,
van het raamkrediet ten behoeve van het openbaar onderwijs, waarvoor geen
bestemming meer aanwezig is, te bestemmen voor voorzieningen bij de 34 ge
bouwen van het bijzonder onderwijs, een en ander op basis van dezelfde rand
voorwaarden.
Tot de randvoorwaarden behoort dat het rijkssubsidie moet zijn toegekend al
vorens tot uitvoering wordt overgegaan, zulks in overeenstemming met de sub
sidievoorwaarden van het rijk. Voor wat de spouwmuurisolatie betreft wordt
hierop echter een uitzondering gemaakt; het Ministerie van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening kan ontheffing van deze bepaling verlenen, waardoor
snel tot uitvoering kan worden overgegaan. De subsidieverlening ondervindt
in dat geval geen moeilijkheden.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp
besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3. ten Brug loco-Burgemeester.
H.A. Lassche
loco-Secretaris.
- 2 -
Raamkrediet t.b.v. energiebesparende maatregelen bij het bijzonder onderwijs.