ad b. Inventaris. Bij brief van 15 maart 1982 deelde de curator mee, dat de apparatuur, inventaris en voorraad, waarvan overname voor de voortzetting van het project Inktwerk van groot belang is, geschat moet worden op een waarde van 36.836,96. Bij deze waar debepaling is de curator uitgegaan van de boekwaarde en voor ongebruikte goederen (m.n. de voorraad) van nieuwwaarde. Hij was bereid de goederen onderhands te ver kopen tegen taxatiewaarde 10%. Na overleg terzake is de curator blijkens zijn schrijven van 12 juli j.l. bereid akkoord te gaan met overname van de betreffende inventaris-goederen tegen een be drag van 33.000,(incl. BTW). Onderstaand zullen wij hierop nader ingaan. ad c. Opzet van het project (inhoudelijk). Tezamen met de verderop aan de orde te stellen financiële problematiek, vormde de inhoudelijke kant van de zaak het belangrijkste knelpunt in de (voortgang van de) met Inktwerk gevoerde gesprekken; een voortgang die ook belemmerd werd doordat aan de frequente gesprekken steeds wisselende gesprekspartners van de zijde van Inkt werk deelnamen. Het kernpunt van de discussie betrof de vraag of Inktwerk zich daadwerkelijk als (open) arbeidsproject (verder) zou dienen te ontwikkelen of als scholings-/vormingsprojecteen keuze die weliswaar niet geheel "zwart-wit" te ma ken is maar die toch door de accentlegging duidelijke consequenties voor de struc tuur, programma-opzet en financiering van het project zou moeten hebben. Hoewel door ons een voorkeur werd uitgesproken voor een arbeidsproject, heeft de Stichting er duidelijk voor gekozen om het project om te buigen in de richting van een scho- lings-/vormingsproject. Met het oog daarop is een programma-opzet ingediend.- In grote lijnen valt het programma in twee delen uiteen: een (theoretisch) scholings programma (drie dagdelen) en arbeidsgewenning/-training c.q. het practisch werk aan opdrachten (drie dagdelen); dit dan in twee blokken: zeefdruk en ontwerp, waar bij de deelnemers in principe kunnen kiezen. Het maximale aantal deelnemers is vooralsnog op 16 gesteld, elke deelnemer zal 6 dagdelen (3 dagen) per week in het project doorbrengen, dit in principe gedurende maximaal één jaar. Voor een meer gedetailleerde uiteenzetting over de programme opzet verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken. ad d. Exploitatie-opzet. Ondanks de gestelde randvoorwaarde dat het middels subsidie te dekken exploitatie tekort diende te passen binnen het in de begroting van het project Mensen zonder Werk geraamde bedrag, ad 38.114-,--, waarbij al rekening was gehouden met even tuele verzelfstandiging van het project, sluit de door de Stichting ingediende be groting met een tekort (excl. personeelslasten) van 76.4-55,--. Mede op grond van de ook hierover meerdere malen gevoerde gesprekken vinden wij dat in deze opzet te sterk is geoptimaliseerd. Het begrote tekort kan naar onze mening tot 35.605,-- worden teruggebracht door zodanige bezuinigingen aan te brengen dat het goed functio neren van het project niet in gevaar komt. Voor nadere informatie verwijzen wij U kortheidshalve naar de ter inzage gelegde stukken. Hoewel niet van harte heeft het bestuur van de Stichting Inktwerk zich bereid ver klaard het project te zullen continueren binnen de door ons gestelde randvoorwaar den. Met betrekking tot het personeel gaat de Stichting uit van twee full-time werkmees ters die door het Ministerie van Sociale Zaken bekostigd zouden moeten worden op grond van artikel 36 W.W.V., waarmee een bedrag van rond 120.000,gemoeid is. Ten aanzien van de personeelsvoorziening is van gemeentezijde gesteld, dat de mede werking die dit Ministerie daarin wil verlenen voor de gemeente als uitgangspunt zal worden gehanteerd; m.a.w. daarin subsidieert de gemeente niet mee. Over de to tale exploitatie-opzet (de ministeries van SoZa en C.R.M. subsidiëren immers ook mee in het exploitatietekort excl. personeel) is met de ministeries van SoZa en C.R.M. overleg gevoerd. Met de W.W.V.-commissie is intussen de op grond van artikel 36 W.W.V. vereiste overeenstemming terzake bereikt, inhoudende dat de Commissie instemt met de hier geschetste opzet, met dien verstande dat er één werkmeester i.p.v. de gevraagde twee kan worden aangesteld en de Commissie haar instemming vooralsnog tot één jaar wil beperken omdat zij evaluatie na die periode noodzakelijk acht en enige reserves heeft t.a.v. het structureel subsidiëren in de personeelskosten. ad e. Huisvesting. Vanuit Inktwerk is de wens te kennen gegeven over een ruimere en geoptimaliseerde huisvesting te kunnen beschikken. Men geeft aan minimaal 360 m2 nodig te hebben, terwijl men in de huidige situatie over 130 m2 beschikt. Vanuit de overweging, dat het project eerst zal moeten aantonen dat het zelfstandig op een inhoudelijk zakelijk/financieel verantwoorde wijze kan functioneren, zijn wij van mening dat aan de wensen van Inktwerk in elk geval niet op korte termijn tegemoet gekomen moet worden. Wel is gezocht naar een andere ruimte, vooral in verband met de toch it onzekere situatie van de huisvesting in de Schoolstraat. Met name is gekeken aar de vrijstaande lokalen van de voormalige kleuterschool "de Tuinfluiter"Deze ccommodatie werd door Inktwerk nog minder geschikt geacht dan de huidige bij het project in gebruik zijnde ruimte; bovendien is de toegankelijkheid van "de Tuin- luiter" moeilijk. Andere alternatieven zijn op korte termijn niet voorhanden. Daarom dient er vanuit te worden gegaan dat, indien het project doorgang vindt, de huidige ruimte in de Schoolstraat 11 (eerste verdieping) in gebruik moet blijven iolang dit nog niet definitief voor ander gebruik nodig is. elet op de karakterverandering van het project in de richting van scholing/vor ming en de daaraan gekoppelde noodzaak om met twee groepen gelijktijdig te kunnen «erken (afwisselend "theorie" en "praktijk") is uitbreiding van de huidige accom modatie noodzakelijk, ehoord de Commissie voor het Woningbedrijf, hebben wij daarom besloten de eerste rdieping van zowel de panden Schoolstraat 9 als 11 tijdelijk aan de stichting niet in gebruik te geven, met de bepaling, dat de kosten voor gas, water en elec- riciteit voor rekening van de gebruiker zullen zijn. resumerend zijn wij van mening, dat de Stichting Inktwerk vooralsnog tot eind 1983 voor subsidiëring in aanmerking moet worden gebracht, zodat de aktiviteiten van het voormalige project Inktwerk in gewijzigde opzet en onder de in het voor- aande weergegeven randvoorwaarden, voortgang kunnen vinden. Daarvoor zal het oodzakelijk zijn de onder de curator in het faillissement Hippo berustende inven- arisgoederen aan te kopen voor een bedrag van 33.000,-- en deze daarna aan de tichting Inktwerk onder nog nader te bepalen voorwaarden in eigendom over te dra- en. Een deel van het benodigde bedrag, namelijk 17.000,-- kan worden gedekt innen de begroting van het project Inktwerk, omdat het exploitatietekort c.q. sub- idie 1982 als gevolg van het niet functioneren van het project in het eerste half- aar aanzienlijk bij de raming achterblijft. et resterende bedrag ad 16.000,-- kan gedekt worden ten laste van een terzake an het ministerie van C.R.M. te ontvangen bijdrage. nder vermelding dat de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden over ons voorstel s gehoord, stellen wij U voor te besluiten conform het bijgaande concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. H.A. Lassche loco-Secretaris. - 2 - - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 175