Vaststellen van de werkelijke uitgaven en inkomsten van het openbaar kleuteron- der 'ijs over het jaar 1980, alsmede van de werkelijke uitgaven en inkomsten van he' openbaar kleuteronderwijs over de vijfjaarlijkse periode 1976 tot en met 1980 en de extra-vergoedingen aan de besturen van de bijzondere kleuterscholen over dezelfde periode. Bijlage nr. 363. Leeuwarden, 30 september 1982. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge het bepaalde in artikel 4-7, eerste lid van de Kleuteronderwijswet stelt de raad van een gemeente, waarin één of meer openbare kleuterscholen zijn gevestigd, jaarlijks voorlopig vast: een bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder h (onderhoud schoolgebouwen) en i (verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen) bedoelde kosten ten behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven; b het bedrag, dat overeenkomstig het, krachtens artikel 43, eerste lid, of arti kei 46 per lokaal bepaald, bedrag in verband met het aantal lokalen van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld; c indien het onder a bedoeld bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag van het verschil; d het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder j (onderhoud van schoolmeubelen, het ontwikkelingsmateriaal, de hulpmiddelen en de schoolbehoeften)k (aanschaffing van ontwikkelingsma teriaal, hulpmiddelen en schoolbehoeften, voorzover die aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of .tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door gebruik) en 1 (alle andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderwijs) bedoelde kosten ten behoeve van die scholen heeft uitgegeven; het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 44, eerste lid, of arti kel 46 per leerling bepaald bedrag in verband met het aantal kleuters van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld; f indien het onder d bedoelde bedrag verschilt van dat onder e, het bedrag van het verschil. T! ans kunnen deze vaststellingen voor het jaar 1980 geschieden. Om de vijf jaren stelt de gemeenteraad ingevolge artikel 47, tweede lid van Kleuteronderwijswet in dit besluit tevens voorlopig vast: het totaal van de uitgaven, onder a van het vorig lid bedoeld, over de vooraf gaande vijf jaren; het totaal van de bedragen onder b van het vorig lid bedoeld, over hetzelfde tijdvak; indien het onder 1 bedoelde bedrag dat onder 2 overschrijdt, het bedrag der overschrijding per lokaal; dit wordt bepaald door het bedrag der overschrij ding te delen door het gemiddeld aantal lokalen, die in dat vijfjarig tijdvak per jaar volgens de maatstaf van ar.tikel 43 noodzakelijk waren te achten; - het totaal van de uitgaven, onder d van het vorige lid bedoeld, over de voor afgaande vijf jaren; 3. het totaal van de bedragen, onder e van het vorig lid bedoeld over hetzelfde tijdvak; 6. indien het onder 4 bedoeld bedrag dat onder 5 overschrijdt, het bedrag der overschrijding per kleuter; dit wordt bepaald door het bedrag der overschrij ding te delen door het gemiddeld aantal kleuters, die in dat vijfjarig tijd vak de scholen per jaar hebben bezocht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 212