De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft de bedragen van de door het rijk aan de gemeente toegekende vergoedingen voor de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronderwijs over de jaren 1976, 1977, 1978, 1979 en 1980 per lokaal vastgesteld op respectievelijk 3.800,00, 3.950,00, 4.100,00, 4.325,00 en 4.480,00 en per kleuter op 54,75, 59,25, 67,25, 71,30 en 83,10. Een overzicht van de werkelijke uitgaven en ontvangsten ten behoeve van de open bare kleuterscholen over genoemde jaren ligt voor U ter inzage. De overschrijding door de gemeente van de bedragen, die het rijk per lokaal en per kleuter beschikbaar stelt, komt dan volgens artikel 73, derde lid van de Klei teronderwijswet aan het bijzonder kleuteronderwijs ten goede. Na sluiting door Gedeputeerde Staten van de gemeenterekeningen over deze jaren worden de voorlopige vaststellingen, als bedoeld in artikel 47, eerste en tweede lid en artikel 73, derde lid, definitief. Wij adviseren U te besluiten - overeenkomstig de bijgevoegde ontwerpen - tot het voorlopig vaststellen van: a. de werkelijke uitgaven en inkomsten over het jaar 1980 ten behoeve van het openbaar kleuteronderwijs; b. de werkelijke uitgaven en inkomsten en de overschrijdingsbedragen over het vijfjaarlijkse tijdvak 1976 tot en met 1930; c. de extra vergoedingen aan de besturen van de bijzondere kleuterscholen over het onder b. genoemde tijdvak. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris. Nr. 13812. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 september 1982 (bijlage nr. 363); gelet op het bepaalde in artikel 47, eerste en tweede lid en artikel 73, d> rde lid van de Kleuteronderwijswet; BESLUIT: a. het bedrag dat de gemeente in het jaar 1980 terzake van de in artikel 83 onder h en i bedoelde kosten ten behoeve van het openbaar kleuter onderwijs werkelijk heeft uitgegeven, voorlopig vast te stellen op 740.137,47; b. het bedrag dat hiervoor van rijkswege beschikbaar is gesteld, voorlopig vast te stellen op 367.001,60; c. het verschil tussen de onder a en b genoemde bedragen voorlopig te bepa len op 373.135,87; d. het bedrag,' dat de gemeente in 1980 terzake van de in artikel 38 onder j tot en met 1 bedoelde kosten ten behoeve van het openbaar kleuteron derwijs werkelijk heeft uitgegeven, voorlopig vast te stellen op 128.575,67; e. het bedrag dat hiervoor van rijkswege beschikbaar is gesteld voorlopig vast te stellen op 92.933,50; f. het verschil tussen de onder d en e genoemde bedragen voorlopig te bepa len op 35.642,17; 1. het totaal van de uitgaven, bedoeld onder I a, over de periode 1976 tot en met 1980, voorlopig vast te stellen op 3.207.601,41; 2. het totaal van de bedragen, bedoeld onder I b, over dezelfde periode voorlopig vast te stellen op 1.753.178,58; 3. het bedrag van de overschrijding per lokaal voorlopig te bepalen op 1.454.422,83 (totaal der meer-uitgaven) gedeeld door 85,00 (gemid deld aantal noodzakelijk te achten lokalen) is 17.110,S6; 4. het totaal van de uitgaven, bedoeld onder I d, over de periode 1976 tot en met 1980 voorlopig vast te stellen op 610.176,56; 5. het totaal van de bedragen, bedoeld onder I e, over dezelfde periode voor lopig vast te stellen op 440.561,19; - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 213