Par. 4 Structurele tekortsituatie vereist structurele beleidsom-
buiqende maatregelen.
In par. 2 van deze raadsbrief is aangegeven dat voor de komende be
leidsperiode sprake is van een structurele tekortsituatie. Aanslui
tend daarop is in par. 3 door ons geconcludeerd dat deze structurele
tekortsituatie naar alle waarschijnlijkheid kenmerkend zal zijn voor
deze raadsperiode.
Het snelle tempo waarmee in de loop van dit jaar extra tegenvallers
(bijv. de Voorjaarsnota) in de sfeer van de rijksuitkeringen bekend
zijn geworden wijst duidelijk in deze richting.
Naar aanleiding van het hieromtrent gestelde in de zgn. juni-circulaire,
menen wij te kunnen stellen dat het aansturen op een zgn. artikel 12
situatie voor onze gemeente geen enkel uitzicht op eniq positief resul
taat biedt.
Loslating van het uitgangspunt van een structureel sluitend beleids
plan door af te zien van maatregelen gericht op een structureel even
wicht tussen uitgaven en inkomsten, achten wij niet alleen duidelijk Ln
tegenspraak met een der hoofdlijnen van het Collegeprogram 1982-1986,
doch zou er tevens toe kunnen leiden dat de uitvoering van verreweg de
meeste der hoofdlijnen en prioriteiten van dit Collegeprogram zo niet
volledig geblokkeerd dan toch op zijn minst in ernstige mate doorkruist
c.q. worden vertraagd.
Omdat de zich thans manifesterende budgettaire problematiek kenmerkend
geacht moet worden voor de totale raadsperiode 1982-1986 en andere o;; las
singen ondenkbaar geacht moeten worden, zijn wij overtuigd geraakt van
de noodzaak van een fundamenteel en permanent proces van herwaardering.
Wij zijn ons er van bewust dat zowel de voorbereiding, voortgang als
uitvoering van dit proces de nodige complicaties met zich meebrengt.
Ter bestudering van alle aan een dergelijk proces verbonden aspecten,
waaronder mede begrepen een studie m.b.t. een herziening van de defini
tie ongewijzigd beleid, hebben wij een werkgroep ingesteld onder leiding
van de Wethouder van Financiën.
Het ligt in ons voornemen U bij de aanbieding van het beleidsplan 196-+-
1988 te informeren omtrent de (eerste) resultaten van deze studie.
par. Bij de samenstelling van het ontwerp-dekkinqsplan gehanteerde
methodiek.
Bij de overwegingen welke geleid hebben tot de samenstelling van het thans
voorliggende ontwerp-dekkingsplan hebben een drietal vraagpunten een over
heersende rol gespeeld, te weten:
1. Welk karakter dient de ombuigingsoperatie te dragen: incidenteel c.q.
structureel m.a.w. het vraagstuk van de aard van de operatie.
2. Hoe groot dient de kwantitatieve taakstelling te zijn M.a.w. het
vraagstuk van de noodzakelijke omvang van de operatie.
3. Op welke wijze dient de ombuigingsoperatie te worden ingevuld M.a.w.
het vraagstuk van de koersbepaling en inhoudelijke invulling van de om-
buiqingsoperatie
ad Aard ombuigingsoperatie.
Zoals in de voorgaande paragrafen reeds werd aangegeven is de gemeente
lijke budgettaire problematiek van structurele aard.
Het treffen van uitsluitend incidentele beleidsombuigingen (bijv. ont
trekkingen aan de reserves) geeft slechts tijdelijk soelaas en kan in
wezen aangemerkt worden als een noodoplossing welke bovendien ook nog
vrij kostbaar is (vanwege het ontstaan van renteverliezen).
Een reële oplossing kan alleen gevonden worden via het treffen van
structurele ingrepen in het tot dusverre gevoerde beleid.
Wel achten wij het onvermijdelijk dat - met het oog op de geringe flexi
biliteit der uitgaven en het in het Collegeprogram gestelde met betrek
king tot lastenverzwaring - het treffen van incidentele maatregelen
althans op de korte termijn onontkoombaar is.
Wij zijn van oordeel dat de bij de herwaarderingsoperatie 1982-1986 toe
gepaste benadering te weten een combinatie van voor het overgrote deel op
de lange termijn, gerichte maatregelen van structurele aard, voor de
korte termijn aangevuld met een beperkt aantal incidentele maatregelen,
ook de komende beleidsperiode aanbeveling verdient.
Wij zijn voorstander van
continuering, althans voor deze beleidsperiode, van de bij het ontwerp-
dekkingsplan 1982-1986 (bijlage 272, jaargang 1981) door ons geëntameercb
twee-fasen benadering. Deze benadering kan samenvattend als volgt om
schreven worden:
Op de korte termijn worden zoveel mogelijk maatregelen gericht op ef-
ficiëncy-verbetering getroffen, aangevuld met ombuigingen van geringe
omvang en beperkte maatschappelijke draagwijdte en een incidentele ont
trekking aan de reserves.
De na de herwaarderingsoperatie 1982-1986 beschikbare risico-reserve
(ca. 10 min) zal ons inziens buiten beschouwing moeten blijven. Deze
reserve is thans nog de enige voorziening van algemene aard om verdere
omvangrijke tegenvallers, van incidentele aard, te kunnen opvangen zonder
direct te behoeven over te gaan tot het doorvoeren van verdere lastenverzwa
ringen ter dekking van dergelijke tegenvallers.
De lange termijn maatregelen zijn samengesteld uit beleidsombuigingen ge
richt op het afstoten c.q. extensiveren van bepaalde gemeentelijke of
door de gemeente financieel ondersteunde taken.
Eventuele lastenverzwarende maatregelen dienen in principe het karakter
van sluitpost te dragen.
Het doel van de totale ombuigingsoperatie zowel op de korte als lange
termijn zouden wij willen omschrijven als "gericht op het scheppen van een
(nader te bepalen en/of vooraf te kwantificeren) financiële ruimte voor
nieuwe activiteiten c.qhet inrtensiveren. van als hoofdprioriteiten aan
gemerkte bestaande activiteiten". Dit noodzaakt tot het handhaven op de
middellange termijn van een in financieel opzicht sluitend beleidsplan.