- 6 -
ad 2 Noodzakelijke omvang ombuiqinqsoperatie
De omvang van de ombuigingsoperatie wordt in eerste instantie bepaald
door het bedrag van het tekort over de gehele beleidssperiode: 3,4-
min. in 1987 en daarnaast door de wijze waarop de tekorten van de vijf
afzonderlijke jaarschijven worden gedekt. Het aldus bepaalde bedrag kan
aangeduid worden als de budgettaire taakstelling van de ombuigingsopera
tie
Teneinde U in de gelegenheid te stellen de door ons als mogelijk aan
gegeven beleidsombuigingen onderling tegen elkaar af te wegen, alsmede
een uitwisseling tot stand te brengen tussen "oud" en "nieuw" beleid
hebben wij gemeend de budgettaire taakstellinq van de ombuigingsoperatie
met 100.000,-- per jaar te moeten verhogen (de zgn. ex tra-taakstellinq),
De totale taakstellinq van de ombuiginyouperatie kan derhalve gesteld
worden op 3,9 min.
Daarnaast merken wij op dat de eerder genoemde zich continuerende struc
turele groei van de uitgaven voornamelijk een gevolg is van de uitzet
tingen in het z.g. ongewijzigd beleid. Dit brengt ons er toe de werking
van deze structurele uitzetting nader onder de ogen te willen zien en ons
te beraden of wij U voorstellen moeten doen die er toe leiden dat het
automatisme van het ongewijzigd beleid wordt uitgeschakeld door het begrip
ongewijzigd beleid anders te definiëren dan wel een ander begrip te intro
duceren. Wij achten dit met name van belang om de mogelijkheden voor nieuw
beleid te vergroten. Zoals onder par. A- reeds vermeld achten wij het ge
wenst dat mede voor de bestudering van dit fenomeen een ambtelijke werk
groep onder leiding van de wethouder van financiën wordt ingesteld,
ad 3 Richting en inhoud ombuiqinqsoperatie.
Bij de bepaling van de richting en inhoud van de ombuigingsoperatie hebben
wij het Collegeprogram 1982-1986 als leidraad genomen. Dit betekent dat
wij bij het zoeken naar de inhoudelijke mogelijkheden tot beleidsombui
ging de in het Collegeprogram als prioriteit aangemerkte beleidsterreinen
of onderdelen daarvan in beginsel als onaantastbaar hebben aangemerkt en
derhalve zoveel mogelijk buiten beschouwing hebben gelaten.
Bij de bepaling van de omvang van de financiële taakstelling per afzon
derlijke beleidssector is onder meer rekening gehouden met de volgende
factoren
- de in het Collegeprogram 1982-1986 genoemde prioriteitsgebieden;
- de mate van flexibiliteit der uitgaven;
- het aandeel van de uitgaven per beleidssector in het totaal der uitgaven;
Voor een meer gedetailleerde toelichting zij hier kortheidshalve verwezen
naar Bijlage nr.III van deze raadsbrief.
Daarnaast heeft bij het vraagstuk omtrent het maken van een keuze tussen
uitgavenverlagende of inkomstenverhogende maatregelen, de zgn. richting-
bepalende keuze, het nijpende probleem van de voortdurend dalende werk
gelegenheid onvermijdelijk een grote rol gespeeld.
Het maken van deze keuze ten aanzien van de richting van de herwaarde
ringsoperatie heeft daardoor de nodige beperkingen meegebracht. De gemeen
telijke uitgaven worden immers voor een groot deel gevormd door loonge
voelige uitgaven en inkomensoverdrachten.
Zij bestaan voor een belangrijk deel uit:
loonuitgaven t.b.v. het gemeentelijk personeel en het personeex van
door de gemeente gesubsidieerde instellingen;
inkomensoverdrachten in de vorm van exploitatiesubsidies, tarie -
stelling beneden de kostprijs, 10% van de kosten van de meeste soci
ale uitkeringen.
- 7 -
- het al dan niet verplichte karakter van een groot aantal belangrijke
uitgavenposten
Van de gemeentelijke uitgaven gaat een belangrijk, werkgelegenheidsbevor-
derend effect uit. Dit betekent dat elke ombuigingsmaatregel gericht op
uitgavenverlaging per definitie negatieve werkgelegenheidseffecten heeft.
Anderzijds beïnvloedt vrijwel elk voorstel tot verhoging van de gemeente
lijke inkomsten in negatieve zin de financiële positie van met name de
financieel zwakken, hetgeen in de huidige omstandigheden naar onze opvat
ting slechts in het uiterste geval (bijv. in het kader van de bevordering
van de werkgelegenheid) zou mogen plaatsvinden.
Na ampele overweging hebben wij gemeend bij de bepaling van de richting
van de ombuigingsoperatie de voorkeur te moeten geven aan uitgavenverla
gende maatregelen.
De in het voorgaande geformuleerde opvatting betekent overigens niet dat
afstand genomen wordt van het door (J bij de herwaarderingsoperatie
1982-1986 ingenomen standpunt m.b.t. de noodzaak van invoering van een
rioolheffing ingaande 1986 2,9 min.), alsmede het gebruik
binnen de bij de herwaarderingsoperatie 1982-1986 door U vastgestelde gren
zen van de mogelijkheden tot onttrekking aan de reserves.
Naar onze mening zou het afzien van deze voorgenomen lastenverzwaring
voor de komende beleidsperiode vérstrekkende consequenties hebben. Niet
alleen zou daarmee voor een niet onbelangrijk deel de structurele dekking
onder het ontwerp-dekkingsplan wegvallen, doch zou dit tevens inhouden
dat het in de ramingen opgenomen nog altijd zeer omvangrijke volume voor
nieuwe investeringen voor een belangrijk deel gereduceerd zou moeten wor
den. Dit laatste achten wij duidelijk in strijd met de hoge prioriteit
welke wij hebben toegekend aan de bevordering van de werkgelegenheid.
Naast de in het Collegeprogram geformuleerde voorwaarden t.a.v. de als
noodzakelijk omschreven beleidsombuigingen, hebben wij bij de samenstel
ling van het ontwerp-dekkingsplan gemeend aandacht te moeten schenken aan
een aantal bijzondere uitgangspunten:
1. De herwaarderingsoperatie mag er niet toe leiden dat de voor 1982-
1986 geraamde stelpost van 2 min. voor het niet vervullen van
vacatures verder wordt verhoogd. In plaats daarvan zal bij de her
waarderingsoperatie 1983-1987 een directe samenhang gelegd moeten
worden tussen het opheffen van bepaalde taken en de inkrimping van
gemeentelijk personeel.
Daarbij zal uit een oogpunt van bescherming van de materieel zwak
ken bij een onvermijdelijk gebleken vermindering van gemeentelijke
arbeidsplaatsen de keuze waar mogelijk in eerste instantie dienen
te vallen op arbeidsplaatsen in de beleidsvoorbereidende i.p.v.
in de uitvoerende sfeer.
2. Gelet op de omvang van de totale taakstelling van de herwaarderings
operatie wordt het helaas niet mogelijk geacht om de groei var. liet
investeringsvolume geheel buiten beschouwing te laten. Gelet op de
onmiskenbare stimulans van de werkgeleqenheid welke van investeringen
uitgaat, dient echter een afremming van de groei van de investeringen
beperkt te worden gehouden.
3. Door de rijksoverheid aan te brengen bezuinigingen op het terrein
van de zgn. specifieke uitkeringen (in de ruimste zin des woords)
zullen in beginsel volledig moeten worden gedragen door de betrok
ken beleidssectoren, om te voorkomen dat hierdoor een ongewilde
koerswijziging ten aanzien van de in het Collegeprogram genoemde
prioriteiten in gang wordt gezet.
Omdat het betrekken van bestaand beleid bij de ombuigingsoperatie alleen
al uit een oogpunt van flexibiliteit de nodige complicaties met zich
meebrengt, hebben wij tenslotte gemeend m.b.t. de invulling van deze ope
ratie en het daarmee verbonden besluitvormingsproces - evenals bij de
herwaarderingsoperatie 1982-1986 - een fasegewijze benadering te moeten
volgen (zie voorts het gestelde onder ad 1: aard ombuigingsoperatie).