2. Groeiverminderinq investeringsvolume Bij de globale analyse van de ontwikkeling der uitgaven (par. 3 van deze raadsbrief) is reeds gesteld, dat het geraamde investerings volume voor de komende beleidsperiode een der belangrijkste, struc turele oorzaken vormt van de moeilijke budgettaire positie. In de ramingen ongewijzigd beleid is voor alle beleidssectoren een investeringsvolume opgenomen van in totaal 124,1 min. nader onder te verdelen in: - onrendabele investeringen 62,3 min.; - rendabele investeringen 61,8- min. Dit totale volume correspondeert met een totaal bedrag aan kapitaal- lasten van 19,1 min.: 7,8 min. onrendabele, 8,5 min. rendabele lasten. In dezelfde periode valt aan onrendabele kapitaallasten vrij een bedrag van 3,0 min. Het accres van de onrendabele kapitaallasten bedraagt derhalve 4,8 min. ten opzichte van de vrij te vallen lasten. T.a.v. van het accres van 4,8 min. zij gesteld dat dit naar alle waarschijnlijkheid nog zal toenemen, doordat bij de vervanging van afgeschreven investeringen rekening moet worden gehouden met een hogere rentevoet en een hogere vervangingsprijs dan waartegen deze in het verleden zijn aangeschaft. Een exacte becijfering valt echter op dit moment niet te maken. Samenvatting 1. In de ramingen 1983-1987 is sprake van een zeer omvangrijk inves teringsvolume waarvan een onmiskenbare stimulans voor de werkge legenheid uitgaat 124,1 min.). 2. Het surplus aan nieuwe uitzettingen in de onrendabele sector 4,8 min.) overtreft in belangrijke mate de vrij gevallen kapi taallasten Conclusie 1. Gelet op punt 2 van de samenvatting menen wij te moeten concluderen dat het reële accres van de met dit investeringsvolume samenhangende kapitaallasten in geen enkele verhouding staat tot het reële accres van de gemeentelijke inkomsten. 2. Het accres van de onrendabele investeringen derhalve een van de voor naamste oorzaken van de moeilijke begrotingspositie vormt. Voorstel tot vermindering accres onrendabele investeringen Alhoewel wij de werkgelegenheidsbevordering een hoge prioriteit blijven toekennen, achten wij het om diverse redenen verdedigbaar voor te stellen over te gaan tot een zekere vermindering van het volume-accres voor onrendabele investeringen: a. Op deze wijze wordt voor een deel de oorzaak van de structurele financiële onevenwichtigheid weggenomen (zie par. 4: structurele problemen vragen structurele oplossingen). b. Kan worden voorkomen dat een onevenwichtig samengesteld pakket van ombuigingsmaatregelen moet worden samengesteld (uitsluitend aantasting van het gemeentelijk voorzieningenniveau). c. Voorkomt de noodzaak tot de ontwikkeling van verdergaande lasten- verzwarende maatregelen c.q. de vervroegde invoering van de voor 1986 geraamde rioolheffing. d. Ten vervolge op punt c. dient te worden gesteld dat terwille van het handhaven van een redelijk niveau aan nieuwe investeringen handhaving van het voornemen ingaande 1986 een rioolheffing in te voeren ons inziens een absolute voorwaarde is. Het voorgaande overwegende stellen wij U voor het in de ramingen 1983-1987 geraamde accres t.b.v. onrendabele investeringen te ver lagen met in totaal 403.000, Bij de selectie van de hiernavolgende investeringen die naar onze mening in aanmerking komen hebben wij de volgende uitgangspunten geformuleerd: - investeringen bedoeld voor activiteiten waaraan hoge prioriteit is toegekend volgens het Collegeprogramma zijn buiten beschouwing gelaten; - rekening is gehouden met het gegeven dat sommige posten in het verleden reeds belangrijk zijn verlaagd; - de kapitaallasten zijn berekend naar een rentevoet van 10,5%. - 9 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 242