- 6 - Bij het evalueren van de gebeurtenissen op de 11de september jl. bleek er onder het politiepersoneel niet alleen een zekere te leurstelling te bestaan over de gang van zaken op die dag, doch eveneens over het overleg dat van tevoren met hun vertegenwoordigers wordt gevoerd. Zodra dat te mijner kennis kwam, heb ik de Dienstcommissie uitgenodigd voor een gesprek waarbij ook een aantal leden van de korpsleiding aanwezig was. Tijdens dat gesprek is mij gebleken dat er inderdaad aarzelingen bestaan over het nuttig effect van het overleg. Ik heb zowel op de korpsleiding als op de leden van de Dienstcommissie een beroep gedaan in wederzijds vertrouwen het over leg te voeren, de agenda's goed voor te bereiden en zo nodig met ^grotere een/frequentie bijeen te komen. Bovendien zijn we overeengekomen dat naast de gebruikelijke onderwerpen m.b.t. de rechtspositie, in de Dienstcommissie eveneens uitvoerende activiteiten van bijzonde karakter en met een excessieve personeelsinzet besproken zullen word aangezien dit zowel de rechtspositie als de veiligheid van het per soneel raakt. Toorts heeft de korpsleiding op 17 september jl. aan de pers - een voorlopige verklaring over de gang van zaken rondom de vootbai- wedstrijd S.C. Cambuur-P.C. Den Haag uitgegeven (zie bijlage en toegelicht Met het vorenstaande ben ik op alle vragen van de P.v.d.A.- raadsleden mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en mevrouw Ylietstra ingegaan. Naar aanleiding van de door de C.D.A.-raadsleden, de her^n Pruiksma en Tisser, gestelde vragen mag ik nog opmerken dat geen exacte gegevens bekend zijn van schade welke door particulieren is geleden (schade bijv. aan een aantal auto's). De schade aan ht-t Cambuurstadion bedraagt ca. 11.000,voorts zijn drie autobussen van de Pram ernstig beschadigd (schadebedrag op dit moment nof niet bekend), terwijl het herstel van de vernielingen aan het station te Grouv kan worden geschat op 30-000, De schade aan politic-auto's en kleding van personeel bedraagt ca. 8.800, waarvan 8.200,— door de verzekering wordt gedekt. - 7 - - 7 - Ook op alle vragen van de T.7.D.-raadsleden mevrouw Tan Dijk- an Terwisga en de heer Bijkersma is met het vorenstaande en in het verslag van de korpsleiding ingegaan. Dat is ook het geval m.b.t. de vragen van de heer Buurman (GP7). Vat de vragen van het D'66 raadslid mevrouw De Jong betreft, moge ik nog opmerken dat de gewonde politiemensen het goed maken en allen binnenkort hun dienst hervat hopen te hebben. Toor zover mij bekend is, zijn ook andere personen die bij de ongeregeldheden gewond raakten geheel of nagenoeg geheel hersteld. Haar vraag of het verwijt dat vertegenwoordigers van de Nederlandse Politiebond tijdens een persconferentie op 15 september 1982 gemaakt zouden hebben over het beleid van de korpsleiding terecht is, meen ik ontkennend te moeten beantwoorden. De schade welke voor rekening van de Gemeente Leeuwarden komt, zal ten laste gebracht moeten worden van de desbetreffende hoofdstukken van de begroting (Dienst Sport en Recreatie resp. Politie). De Burgemeester, J.S. Brandsma. Leeuwarden, 2 2 september 1982.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 257