no. 9139 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat het wenselijk is met betrekking tot de plangebieden "Nieuwesteeg/Oude Doelesteeg" en "Burmaniastraat/Haniasteeg" een voorbe- reidingsbesluit te nemen; dat genoemde plangebieden zijn gelegen binnen de bebouwde kom en dat ten aanzien van deze gebieden bij het Structuurplan voor de Binnenstad aan- wijzigingen voor de bestemming zijn gegeven, zodat aan het voorbereidings- besluit een werkingsduur van maximaal twee jaar kan worden verbonden, het geen hij in dit geval wenselijk acht; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 juli 1982 (bijlage no. 283); gelet op artikel 21, leden 1, 2, 4-, 7 en 8 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT: I. te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied (globaal) begrensd door Bagijnestraat, Weerd, Lange Pijp, Oude Lombard- steeg, RuiterskwartierIpe Brouwerssteeg, Duco Martena Pijp en Kleine Kerkstraat, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening nr. 132C4--1 (plangebied Nieuwesteeg/Oude Doelesteeg) II. te verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied (globaal) begrensd door Boterhoek, Heer Ivostraatje, Kleine Kerkstraat, Duco Martena Pijp, Ipe Brouwerssteeg, Ruiterskwartier en Westerplantage, nader aangegeven met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit be horende tekening nr. 132C5-1 (plangebied Burmaniastraat/Haniasteeg); III. te bepalen, dat de onder I en II genoemde besluiten vervallen indien niet binnen twee jaar na dagtekening voor deze gebieden ontwerp-bestemmings- plannen ter inzage zijn gelegd. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter Secretaris Overdracht van de afvalwaterzuiveringsinstallatie c.a. aan de provincie. Bijlage no. 284- Leeuwarden, 1 juli 1982. Aan de Gemeenteraad. In het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren hebben Pro vinciale Staten van Friesland op 22 juni 1971 de Verordening tot regeling van de organisatie van het zuiveringsbeheer in de provincie Friesland vastgesteld. Op grond van deze verordening behoort het bevorderen van een goede kwaliteit van het oppervlaktewater tot de taak van de provincie. In artikel 16 van de verordening is bepaald, dat de provincie van de gemeen ten het beheer en onderhoud overneemt van de gemeentelijke rioolwaterzuiverings installaties en de daarmee gelijk te stellen zuiveringswerken die bij het in werking treden van de verordening bestonden dan wel in oprichting waren. Tevens is in dit artikel vastgelegd dat de provincie de zuiveringsinstallaties in eigendom over neemt indien dit door de eigenaren wordt verlangd. In verband met het voorgaande is het feitelijke beheer van de gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinstallatie aan de Greunsweg per 1 juli 1974- naar de provincie overgegaan. Op 26 augustus 1974- hebt U ons voorts gemachtigd met de provincie te onder handelen over de eigendomsoverdracht van de zuiveringsinstallatie. Met betrekking tot de eigendomsoverdracht van zuiveringsinstallaties heb ben Gedeputeerde Staten het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Ad viezen van de V.N.G., als onafhankelijke deskundige instantie, gevraagd rapport uit te brengen over de algemeen te hanteren uitgangspunten en de te volgen proce dure. Dit rapport is ook de basis voor de berekening van de overdrachtssom voor de gemeentelijke zuiveringsinstallatie aan de Greunsweg. De onderhandelingen met de provincie hebben er in geresulteerd dat de pro vincie bereid is de gemeentelijke zuiveringsinstallatie, inclusief het overstort- gebouw voor beer en slib en de overige opstallen, over te nemen tegen vergoeding van de boekwaarde per 1 januari 1972 (de datum waarop de provinciale verordening in werking is getreden), onder verrekening van de reeds verstrekte voorschotten en van rente en kosten vanaf 1 januari 1972. De overname heeft tevens betrekking op de persleiding vanaf de Kleine Wielen. Op het te vergoeden bedrag wordt een disagio in mindering gebracht wegens verschil in rentepercentage ten tijde van de indertijd aangegane geldleningen en de aan te houden marktrente. Voorts is een be drag bijgeteld als vergoeding van overheadkosten. De duur van de onderhandelingen met de provincie is beïnvloed doordat er aanvankelijk verschil van mening bestond over de vergoeding van de vóór 1972 gemaakte exploitatiekosten en over de vraag of de diepriolen met de daarbij beho rende oppompgemalen tot de over te dragen zuiveringswerken moesten worden gerekend. Deze beide onderdelen bleken echter niet voor verrekening;in aanmerking te komen. Wij menen accoord te moeten gaan met het thans voorliggende voorstel, op basis waarvan de overdrachtssom als volgt is samengesteld: boekwaarde per 1 januari 1972 van de rioolwater zuiveringsinstallatie aan de Greunsweg idem van het overstortgebouw voor beer en slib idem van de persleiding vanaf de Kleine Wielen disagio overdrachtssom Voor de goede orde merken wij nog op, dat de door ons na 1 januari 1972 nog betaalde exploitatiekosten, alsmede de door ons gederfde rentekosten inmid dels door de provincie werden vergoed. 4-.366.378,13 280.750,69 24-8.888,77 4-.896.017,59 - 4-74-.137 ,31

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 25