Werkelijke uitgaven. Beschikbaar gesteld. No. 14-301. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 september 1982 (bijlage no. 378); BESLUIT: de bedragen, bedoeld in artikel 187, eerste lid, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967, voor de openbare scholen voor buitengewoon onderwijs over het jaar 1980 als volgt vast te stellen: School of afdeling. 1980 Meer uit- Minder ui gegeven. gegeven, dan beschikbaar gesteld Kernafdeling school voor moeilijk lerende kinderen Afdeling Z.M.L.K. school voor moeilijk lerende kinderen 111.622,42 100.917,90 96.260 87.875,- 15.362,42 13.042,90 V.B.0.-school voor moeilijk 123.654,56 lerende kinderen Kernafdeling school voor kinderen "met leer- en opvoedingsmoeilijkheden Afdeling v.b.o. school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk heden Afdeling onaangepaste kleuters school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk heden 118.707,74 75.546,73 110.275,— 13.379,56 125.890,— 68.320,— 7.226,73 7.182,21 22.382,88 17.070,- 5.312,88 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter^ Secretaris. Recreatiebasisplan voor Noord-, Midden- en Zuidoost Friesland. Bij age no. 379 Leeuwarden, 30 september 1982 Aan de Gemeenteraad. In zijn vergadering van 19 februari 1979 heeft de Raad besloten deel te nemen aan de opstelling van een Recreatiebasisplan en daartoe een krediet van 7.320,-- beschikbaar te stellen. Inmiddels is dit plan in concept gereed. Met behulp van dit plan kan een integrale afstemming plaats vinden tussen de diverse gemeentelijke plannen op het terrein van de recreatie, terwijl boven dien op basis van onderzoek en inventarisatie ideeën en plannen ontwikkeld zijn, die een leidraad kunnen vormen voor het gemeentelijk beleid op korte en middellange termijn (n.b. bij het opstellen van bestemmingsplannen). Het Recreatiebasisplan heeft geen formele status. Het vormt voor de Provinciale- en Rijksoverheid wel een toetssteen voor het beoordelen van concrete plannen op dit terrein van de gemeenten. In het plan worden de knelpunten op het gebied van de recreatie behandeld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen verblijfsrecreatie, waterrecreatie en land- en oeverrecreatie. Voor elk van deze onderdelen worden op basis van een aantal algemene uitgangspunten concrete planvoorstellen geformuleerd. Wl: wijzen U hiervoor kortheidshalve naar het Recreatiebasisplan dat voor U ter inzage is gelegd. De voor onze gemeente relevante uitgangspunten, die geleid hebben tot concrete planvoorstellen komen samengevat hier op neer: - ie toeristische druk op het watergebied "De Oude Venen" en "Princehof" is erg groot (m.n. vanuit de gemeenten Leeuwarden en Smallingerland) (zie pag. e v 5 - iet aantal toeristische en vaste ligplaatsen in en in de naaste omgeving van .eeuwarden is onvoldoende (zie pag. 58,62); - ;r is een toenemende belangstelling te constateren voor de kleine watersport; - er is een groot tekort aan dagrecreatieve mogelijkheden in de naaste omgeving van stedelijke centra (met name rondom Leeuwarden); als gevolg hiervan is de toeristische druk op gebieden in Appelscha en Bakkeveen e.o. te groot (zie pag. 79). Uitgaande van de hierboven weergegeven uitgangspunten zijn planvoorstellen ge formuleerd, die onderstaand zijn weergegeven en waarbij wij tegelijkertijd het commentaar onzerzijds hebben aangegeven. VI RBLI3FSRECREATIE Op het terrein van de verblijfsrecreatie worden geen planvoorstellen gedaan, dj direct betrekking hebben op het territoir van onze gemeente. W, fERRECREATIE Planvoorstel Uitgaande van de noodzaak tot een verlichting van de toeristische druk op de driehoek Grouw/Drachten/Leeuwarden dienen de mogelijkheden te worden onderzocht tot: a. het onder water zetten van de Hempensermeerpolder b. het eventueel inrichten van een grote zandwinningsput, die zou kunnen ont staan ten gevolge van de uitbreiding van Leeuwarden (i.e. Wiardaburen) (zie pag. 70).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 276