Preadvies met betrekking tot de brief van het P.E.L., inzake de ontruiming van de Maria Louisastraat 2. B: lage no. 398. Leeuwarden, 21 oktober 1982. Aan de Gemeenteraad. Bij brief van 24- september 1982 heeft het Platform Eén en Tweepersoons huishoudens Leeuwarden (P.E.L.) zich tot U gewend met een aantal vragen met betrekking tot de ontruiming van het pand Maria Louisastraat 2 alsmede met betrekking tot het algemene beleid ten aanzien van krakers (zie bijlage). T rzake merken wij het volgende op. Over de eerstgenoemde aangelegenheid heeft de P.A.L.-fractie reeds vragen gesteld aan de Burgemeester, waarop deze op 22 september j.l. heeft geantwoord. Onder verwijzing naar die beantwoording behoeven de vragen 1, 2, 3, 7, 8, 9, 10 en 11 van groep 1 geen nadere behandeling. Met betrekking tot de vragen 4-, 5 en 6 merken wij op dat de brandweer op verzoek van de politie gereedschap beschikbaar heeft gesteld en overgebracht naar de Maria Louisastraat. Gerigens is de brandweer niet bij de ontruiming betrokken geweest. De brandweer wordt ten aanzien van gekraakte panden niet anders ingeschakeld dan ingeval van bestrijding van brand of van hulpverlening bij een ongeval. De vragen van groep 2 worden door de Burgemeester als volgt beantwoord: en In het algemeen zal dit het geval zijn, doch niet ingeval van ontdekking op heterdaad. Het leggen van contacten als hier bedoeld kan in bepaalde situaties inderdaad een goede zaak zijn. Ingeval van ontdekking op heterdaad kan de politie ingevolge haar wettelijke taak gedwongen zijn meteen op te treden. Wijkagenten treden nimmer zonder meer op als een verlengstuk van de belangen van de eigenaar of van de beherende makelaar. 5. In het algemeen kan gesteld worden, dat documenten als in de vraag bedoeld bij de ontruiming van een gekraakt pand niet zijn vereist. Mitsdien zullen ze dan ook niet aanwezig zijn en getoond kunnen worden. 6. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord. Klachten over huisvredebreuk worden zo goed mogelijk nagegaan. Er is geen algemene lijn aan te geven hoe dat dient te geschieden, aangezien bijna elk geval weer anders is. Bij het constateren van kraken op heterdaad wordt zo mogelijk van tevoren door de Officier van Gustitie, de Burgemeester en korpsleiding in het zgn. "tripartite-overleg" bepaald of, en zo ja op welke wijze, dient te worden opgetreden. De verantwoordelijkheid voor de te nemen beslissing ligt in verband met het strafrechtelijke aspect bij de Officier van Gustitie. Het artikel van de aangehaalde schrijver gaat over het al dan niet rechtmatig optreden van de politie bij kraakacties. In het "tripartite- overleg" is steeds richtsnoer dat bij eventueel optreden zulks "rechtmatig" dient te zijn. Wij geven U in overweging adressant van het vorenstaande in kennis te stel en als antwoord op zijn brief. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, G.S. Brandsma, Burgemeester W.G.G. Reumer, Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 321