o. 154-56.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 oktober 1982
bijlage nr.4-24-
gelet op de artikelen 272, letter h en 277 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Verordening
op de heffing en invordering van haven- en
opslaggeld (12e wijziging).
Artikel I.
Artikel 2 wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. "vaartuigen": alle soorten van schepen, boten, schuiten, e.d., drij
vende kranen, bokken, baggermolens en zandzuigers;
b. "pleziervaartuigen": vaartuigen, die zijn bestemd of worden gebezigd
voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
c. "m3" de eenheid, waarin de toelaatbare nuttige waterverplaat
sing als bedoeld in het Koninklijk Besluit van 23 decem
ber 1954-, Stbl. no. 634- is uitgedrukt;
ten aanzien van zeeschepen de eenheid waarin de netto-
inhoud is uitgedrukt.
Artikel II.
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de in onderdeel A van het eerste lid, sub a en b vermelde bedragen
0,lo\ 1,10, 1,10, 11,-, 1,65, 16,50, 2,80, 28,-,
0,24-, 2,4-0, 0,24-, 5,90, 0,4-6 en 11,50" wordt gelezen respec
tievelijk 0,11, 1,15, 1,15, 11,50, 1,70, 17,-, 2,90, 29,
0,25, 2,50, 0,25, 6,15, 0,48 en 12,-;
B. Voor de^onder B van het eerste lid onder a tot en met d genoemde bedragen
0,10\ 1,10, 1,10, 11,-, 1,65, 16,50, 2,80 en 28,-"
wordt gelezen
0,11, 1,15, 1,15, 11,50, 1,70, 17,- 2,90 en 29,-
terwijl voor de onder B genoemde verhoging van 0,04, 0,65, 0,88
en 1,30 per m3 wordt gelezen
0,05, 0,68, 0,92 en 1,35.
C. Voor de in het tweede lid vermelde bedragen
0,11 1,15, 1,25, 12,50, 1,80, 18,-, 3,05 en 30,50"
wordt gelezen
0,12, 1,20, 1,30, 13,-, 1,85, 18,50, 3,15 en 31,50;
D. Voor de in het derde lid onder a tot en met c genoemde bedragen
21,50, 75,-, 100, 130,-, 125,- 165,- en 210,-
wordt gelezen respectievelijk
22,35, 78, 104,— 135,-, 130,— 172,— en 218,
