No. 154-58
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 21 oktober 1982 (bijlage no. 4-26);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Verordening
op de heffing en invordering van rechten
voor de Beurs (5e wijziging).
Artikel I.
In artikel 3 wordt voor:
1,15" vermeld in het eerste lid onder a gelezen 1,20.
4-0,50" vermeld in het eerste lid onder b gelezen 4-2,
Artikel II.
In artikel 4- wordt voor 225, gelezen 235,
Artikel III.
tv
OM
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1983.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitte
Secretaris.
Gasprijzen.
Bi lage no. 4-27. Leeuwarden, 21 oktober 1982.
Aan de Gemeenteraad.
In de raadsvergadering van 1 juni 1981 werd een motie aangenomen waarin ons
college werd verzocht aktiviteiten.te ontwikkelen om aandeelhouders en com
missarissen van de N.V. Frigas tot het standpunt te brengen dat de aardgas-
pr.jzen voor een periode van drie jaar zouden moeten worden bevroren. In over
eenstemming met deze motie hebben wij de tekst toegezonden aan de Raad van Com
missarissen van de N.V. Frigas en aan de colleges van Burgemeester en Wet
houders van de in de N.V. Frigas deelnemende gemeenten. Tevens is een uittrek-
s van het verslag van de raadsbespreking aan de Raad van Commissarissen toe-
g zonden.
In de vergadering van de Vegin (Vereniging van Gasbedrijven in Nederland)
o 18 juni 1981 is het bevriezen van de gasprijzen aan de orde gesteld, maar
voor dit standpunt werden nauwelijks medestanders gevonden.
Het vraagstuk van de hoogte en de berekeningswijze van de gasprijzen is
o nieuw aan de orde geweest in de algemene ledenvergadering van de Vegin van
2 juni 1982. In een notitie van het hoofdbestuur werden voorstellen gedaan
voor een nieuwe uitwerking van het begrip marktwaarde, dat de grondslag kan
vormen voor de prijsberekening van het aardgas voor kleinverbruikers. In
tegenstelling tot de huidige benadering, waarbij naar de mening van de Gasunie
e de Minister van Economische Zaken een rol moet spelen welke alternatieve
n^gelijkheden de verbruiker heeft (huisbrandolie; eindverbruikersprijswil
Vegin een relatie leggen bij een eerdere schakel in de gaslevering, namelijk
t j de levering door de Gasunie aan de gasbedrijven (grossiersprijs).
levering door de Gasunie zou dan gekoppeld moeten worden aan de bestaande
tarifering voor grootverbruikers; het accent wordt daarmee verlegd van de
fuisbrandolieprijs naar de stookolieprijs. De uitwerking van dit systeem leidt
ot kleinverbruikerstarieven die slechts in zeer geringe mate afwijken van de
thans gehanteerde; ook een prijsdaling behoort tot de mogelijkheden.
Door het voorgestelde systeem zou worden vermeden dat er telkens weer een
discussie plaats vindt over de vraag wat als een redelijk kleinverbruikers-
tarief moet worden gezien.
Het standpunt van de Vegin komt ons zakelijk gezien juist voor. De Gasunie
tan zich echter niet met dit standpunt verenigen, terwijl de Minister van
conomische Zaken in verband met de demissionaire status van het Kabinet geen
definitieve uitspraak kan doen, zodat de "Vegin-filosofie" geen basis kan zijn
oor de benadering van de gasprijs voor kleinverbruikers in 1983.
Op grond van het voorgaande moet op andere wijze tot een gasprijsvaststelling
voor 1983 worden gekomen. Wij kunnen U hieromtrent het volgende mededelen.
In de Rijksbegroting voor 1983 is uitgegaan van een gasprijsstijging van 3 cent
per m3, alsmede met een verhoging van het vastrecht met ƒ7,-- per jaar. Bij
een gasverbruik van rond 3.000 m2 per jaar betekent dit in totaal een stijging
an circa 3,2 cent per m3. De Vegin wil er mee instemmen, dat het vastrecht wordt
erhoogd (dit is enkele jaren achterwege gebleven), maar vindt de totale tarief-
'tijging te groot. Mede op grond van de door haar voorgestane berekeningswijze
stelt de Vegin aan de algemene ledenvergadering voor akkoord te gaan met een stij
ging van maximaal 3 cent per m3 te realiseren als volgt: verhoging van de ni3-prijs
met 2,7 cent en verhoging van het vastrecht met ƒ9,-- per aansluiting per jaar.
Uit de verhoging van de m3-prijs zou dan tevens de verbetering van de bruto
marge voor de gasbedrijven moeten komen. Het voorstel van de Vegin komt neer op
een stijging van in totaal ruim 6
Gelet op de door de Vegin aangevoerde argumenten en het feit, dat hiermede de
verhoging van de gasprijzen beperkt blijft, menen wij, dat er geen bezwaar
bestaat om het standpunt van de Vegin te volgen.