V. aan de onder I. genoemde woningcorporatie een jaarlijkse bijdrage
te verstrekken als bedoeld onder IV, onder de voorwaarden, welke
de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aan het
verlenen van de bijdragen mocht verbinden;
VI. aan de stichting woningstichting "Sint Joseph" onder nader door
Burgemeester te bepalen voorwaarden (waaronder de bepaling, dat
alle op de overdracht vallende kosten, alsmede de door de landmeet
kundig ambtenaar van de Dienst Stadsontwikkeling te maken kosten
van uitmeting voor rekening van de verkrijger komt) over te dragen
het voor de bouw van de onder I. bedoelde woningen benodigde bouw
terrein, gelegen aan de Wijbrand de Geeststraat/Margaretha de Heer
straat, zoals dit op de bij dit besluit behorende tekening met een
rode omlijning indicatief is aangegeven en waarvan de juiste grenzen
door Burgemeester en Wethouders nader zullen worden vastgesteld, tegen
een prijs van 213.330,(inclusief B.T.W.) met inachtneming van
eventuele correcties op basis van de door de Minister van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening vastgestelde normbedragen voor woning
wetkavels.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris
Realisering van een pleinafsluitend gebouw aan het Wilhelminaplein.
Bijlage nr. 291 Leeuwarden, 1 juli 1982
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig ons voorstel (bijlage no. 4-28) hebt U ons college
in Uw vergadering van 2 november 1981, in het kader van de behandeling
van de resultaten van het distributieplanologisch onderzoek gemachtigd
initiatieven te nemen om te komen tot een zgn. pleinafsluitend gebouw
aan de oostzijde van het Wilhelminaplein.
In dit gebouw dient met name een samenhangende concentratie van
winkels met een hoogwaardig assortiment te worden gesitueerd.
Ter uitvoering van Uw beslissing hebben wij een werkgroep ingesteld,
die ons terzake diende te adviseren. Medio maart j.l. heeft de werkgroep
een rapport uitgebracht, waarvan wij U hierbij een exemplaar doen toekomen.
Het rapport releveert de wenselijkheid van het realiseren van een
concentratiepunt, waarin een aantal elementen worden ondergebracht, die
mede de provinciale verzorgingsfunctie van Leeuwarden moeten handhaven en
versterken.
Uit het d.p.o. is naar voren gekomen, dat kwaliteitsversterking van het
hoofdwinkelcentrum is gewenst. Vanuit die optiek moet het gebouw aan het
Wilhelminaplein functioneren als, wat wordt genoemd, een "up-grading cen
trum", d.w.z. een centrum, waarin een hoogwaardig assortiment is samenge
bracht en dat als een attractiepunt wordt ervaren.
De aantrekkingskracht hiervan zal moeten uitgaan boven die van andere
"trekkers" in het hoofdwinkelcentrum van Leeuwarden. Bovendien zal er een
uitstralingseffect van moeten uitgaan voor de gehele binnenstad.
In het rapport is aangegeven, welke functies in distributieplanolo
gisch opzicht in het pleinafsluitend gebouw zouden moeten worden gereali
seerd, alsmede in welke omvang dit moet gebeuren, teneinde de doelstelling
van het realiseren van een "up-grading centrum" te kunnen bereiken. Het
rapport geeft vervolgens inzicht in de vraag wanneer er sprake is van
"up-grading" (en de mate waarin) en wanneer dit niet meer het geval is.
Hiertoe is een aantal modellen ontwikkeld, dat in het rapport achtereenvol
gens wordt behandeld en beoordeeld. Van groot belang is, dat de doelstel
lingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Bij het minimum en het maxi
mum-model is het risico aanwezig, dat zulks niet het geval zal zijn en
dientengevolge de positie van het hoofdwinkelcentrum van Leeuwarden zal
worden geschaad in plaats van versterkt. Het normaal up-grading model
draagt dit risico niet in zich.
Wij kunnen ons verenigen met de conclusie in het rapport en zijn
dan ook van mening, dat uitgegaan dient te worden van het normaal up-grading
model
Het zal duidelijk zijn, dat in het rapport die aspecten aandacht
hebben gekregen, die betrekking hebben op het distributieplanologisch be
leid. Niettemin dienen eveneens andere aspecten te worden beoordeeld. Wij
denken hier met name aan de stedebouwkundigeverkeerstechnische, civiel
technische, architectonische en financiële factoren. Deze worden echter in
sterke mate beïnvloed door en zijn afhankelijk van o.m. de aanvullende
functies, die in het gebouw zullen (kunnen) worden gerealiseerd. Het rap
port noemt hier de functies horeca, kantoren en wonen. Deze aanvullende
functies dienen naar onze mening nader te worden bestudeerd. Eerst dan kun
nen eveneens de bovengenoemde aspecten worden onderzocht en op de juiste
wijze een rol spelen in de totale beoordeling van dit project. Wij achten
- 2 -