Vaststelling van de structuur en de nadere stedebouwkundige uitwerking voor het
I.S.R.-gebied Klanderijbuurt/Tulpenburg.
Bijlage no. 292. Leeuwarden, 1 juli 1982,
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
In Uw vergadering van 2 juni 1980 hebt U de binnenstad aangewezen als stads
vernieuwingsgebied in de zin van artikel 3 van de Beschikking Geldelijke Steun
Stadsvernieuwing 1977 (I.S.R.De Minister van V.R.O. heeft hieraan zijn
goedkeuring verleend, zij het dat de kosten ten gevolge van de werkzaamheden in
het deelgebied Klanderijbuurt/Tulpenburg vooralsnog buiten het ten laste van
het ministerie van V.R.O. komende saldo zijn gelaten. De reden hiervoor is
dat een groot deel van dit deelgebied reeds onder de werkingssfeer valt van
het Besluit bijdrage reconstructie- en saneringsplannen. Toegezegd is dat bij
de indiening van het uitvoeringsplan zal worden bezien welke gebiedjes als
afgeronde 'witte vlek' zijn te beschouwen, opdat eventuele overige kosten ten
laste van het I.S.R.-saldo kunnen komen.
Bij de opstelling van het rapport "Klanderijbuurt/Tulpenburg" is hiermee
rekening gehouden en kaart no. 8 geeft dan ook de onderlinge begrenzingen
weer.
Het is in dit stadium niet goed mogelijk tot afronding van het I.S.R.-
uitvoeringsplan te komen, aangezien nog niet duidelijk is welk deel van de
uitvoeringskosten aan het ministerie van V.R.O. en welk deel aan het
ministerie van Verkeer en Waterstaat kan worden toegerekend. Zo is een groot
deel van de verwervingen noodzakelijk ter realisering van de toekomstige
verkeersstructuurIn verband hiermee zal met beide ministeries nog nader
overleg worden gevoerd.
Voor dit overleg is van belang te weten of U instemt met de stedebouwkundige
uitwerking zoals die is neergelegd in het rapport "Klanderijbuurt/Tulpenburg"
van juni 1982.
Voor een beschrijving van de toekomstige structuur van het gebied Klanderijbuurt/
Tulpenburg verwijzen wij naar het U toegezonden rapport.
In het navolgende zal op een aantal onderdelen nader worden ingegaan.
Ruimtelijke structuur.
Het plangebied wordt aan twee zijden begrensd door duidelijke barrières, te
weten in het noorden de stadsgracht en in het zuiden de spoorlijn Groningen-
Leeuwarden. De structuur wordt bepaald door de wegen aan de rand van het
plangebied, het Zuiderplein en de Zuidergrachtswaldoor de straat Achter de
Hoven en door de oude waterloop de Potmarge. De achter de genoemde straten
liggende binnengebieden vertonen alle kenmerken van saneringsgebieden
Het beeld wordt hier bepaald door restanten van de oorspronkelijke bebouwing
en tijdelijke bebouwing. De open ruimte ligt braak en wordt gebruikt voor
parkeren en opslag.
De vaststelling van het verkeersstructuur- en uitwerkingsplan heeft voor dit
gebied ingrijpende consequenties. De verkeersstructuur in het gebied maakt
namelijk deel uit van het hoofdverkeerswegennet dat het centrum van de stad
nieuwe verbindingen moet geven met het oosten en zuiden van de stad. In de
eerste plaats heeft dit betrekking op de Oostergoweg en de oplossing voor het
Zuiderplein en in de tweede plaats op de Verlengde Willem Lodewijkstraat
die op deze verbinding zal aansluiten.