De tweede mogelijkheid wordt actueel wanneer de onderhandelingen aanvangen over een nieuwe gemeenschappelijke regeling per 1 januari 1984. Van de zijd van de gemeente Leeuwarden zal daarbij het standpunt moeten worden inge nomen dat: a. bij deze professionele vorm.van kunstbeoefening het streven erop is gericht dat de gemeente Leeuwarden in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de accommodatie; b.. een nieuwe financiële regeling minimaal zodanig dient te zijn dat de na toepassing van mogelijkheid 1. resterende financiële taakstelling, dan wel de volledige taakstelling ter grootte van 400.000, in twee jaar (1984 en 1985) wordt gerealiseerd. Beleidssector XIII. Sport, Recreatie en Toerisme Stichting Cambuur (ontw.dek.pl., Bijlage II, p5) Verdere verlaging gemeentelijk subsidie Met betrekking tot ons voorstel om het exploitatiesubsidie aan de Stichting Cambuur in de beleidsperiode af te bouwen tot nihil in 1987 merken wij ter toelichting van ons.standpunt nog het volgende op. De veronderstelling dat de volledige afbouw van het exploitatiesubsidie het einde van het betaalde voetbal in Leeuwarden zou betekenen achten wij prematuur. In de eerste plaad omdat nog niet kan worden voorzien in hoeverre in de eerst komende jaren landelijke maatregelen worden getroffen die aan de problemen van het betaalJ voetbal (andere betaalde voetbalclubs staan of komen voor dezelfde problemenj te staan als Cambuur) tegemoet komen. In dit verband mogen wij verwijzen naai het rapport v.d. K.N.V.B. "gezonder betaald voetbal" (d.d. 3 april 1978). In dit rapport wordt aangegeven dat er naar gestreefd zal worden om op den duur het betaald voetbal self-supporting te maken via afbouw van directe subsidies. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gemeenten faciliteiten zullen bieden in de accommodatiesfeer. Jn de tweede plaats omdat wij niet bij voorbaat willen uitsluiten dat met de nodige inventiviteit de ontwikkeling van inkomsten en uitgaven van de S.C. Cambuur in gunstige zin kan worden beïnvloed. Overigens menen wij' nogmaals te moeten stellen, dat het geenszins in onze bedoeling ligt dat het betaald voetbal voor Leeuwarden verloren gaat. Dit moge blijken uit het feit dat wij U hebben voorgesteld het betaald voetbal indirect te blijven subsidiëren via het beschikbaar stellen van het Cambuurstadion. Dit indirect subsidie beloopt een bedrag van ca. 600.000,- Mocht het, in weerwil van onze positieve verwachtingen ten aanzien van de landelijke discussie welke momenteel wordt gevoerd ten aanzien van de wijze van financiering van betaald voetbal zo zijn, dat de landelijke ontwikke lingen in een zodanige richting gaan dat het betaald voetbal in Leeuwarden in gevaar komt dan zullen wij ons opnieuw moeten beraden over de dan ont stane situatie. Beleidssector IV (Onderwijs) en X (Volksgezondheid) Taak en functie Buitenschool alsmede bijdrage buitengemeenten in verzorqingsqedeelte (Ontw.dek.pl., Bijlage II, pl2) Op 23 september j.l. hebben wij van de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne een besluit ontvangen inhoudende dat het door het rijk aan de Buitenschool in het kader van de z.g. kinderuitzending verstrekte jaarlijkse subsidie wordt ingetrokken met ingang van het schooljaar 1983/1984. Hc- hierbij om het subsidie met betrekking tot het verzorgingsgedeelte. Door de beslissing van de Minister zal het tekort van de Buitenschool met rond 120.000,worden verhoogd, welk tekort voor rekening van de gemeente koet Volgens het door ons gehanteerde uitgangspunt dat kortingen door het Rijk op specifieke uitkeringen (in de ruimste zin des woords) volledig aan de betref fende beleidssectoren worden doorgegeven, dient de financiële taakstelling van het herwaarderingsonderzoek met betrekking tot de Buitenschool (thans 135.000,met 120.000,te worden verhoogd. De nieuwe financiële taakstelling van 255.000,zal enerzijds moeten worden ingevuld door andere gemeenten die leerlingen op de Buitenschool hebben de verzorgingskosten per kind te laten betalen, anderzijds door uitgavenvermindering. Met betrekking tot het eerste merken wij op het alleszins redelijk te vinden dat de betrokken gemeenten de verzorgingskosten van de uit hun gemeenten afkomstige leerlingen volledig voor hun rekening nemen. Dit zou thans een opbrengst betekenen van rond 165.000, Ten aanzien van mogelijke verlaging van uitgaven zij opgemerkt, dat wij op grond van ingewonnen informatie als voorlopige indruk hebben dat de kosten per leerling van de Buitenschool in Leeuwarden vrij hoog zijn in vergelijking tot de kosten per leerling in andere gemeenten met een buiten school. Gelet hierop achten wij het mogelijk in de loop van enkele jaren tot een bezuiniging in de exploitatiesfeer te komen. Een en ander overwegende, zijn wij van mening dat de haalbaarheid van dit herwaarderingsproject, ook met een verhoogde financiële taakstelling, mogelijk moet worden geacht. Wij stellen U derhalve voor de aan dit project verbonden financiële taak stelling te bepalen op 255.000, Consequenties regeerakkoord voor de gemeente(n) In het kader van het definitieve regeerakkoord, gepubliceerd in de Staats courant van 28 oktober j.l., zijn een aantal aanzetten gegeven tot nog verdergaande ombuigingen met betrekking tot rijksuitkeringen aan de lagere overheid. Deze ombuigingen zullen onder meer in de richting gaan van verdere kortingen op algemene en specifieke uitkeringen alsmede van een overheveling van gemeentelijk geld naar de staatskas door middél van toepassing yan het profijtbeginsel. Volgens onze eerste indrukken zal het voor wat betrèft de algemene uitkering kunnen gaan om bedragen oplopend van ca 400.000, in 1983 tot ca 3.000.000,in 1986. Aangezien deze maatregelen nog nader geconcretiseerd dienen te worden kan hierop naar onze mening niet eerder worden ingespeeld dan bij de opstelling van het beleidsplan 1984-1988. Wel is duidelijk dat deze maatregelen der mate omvangrijk en ingrijpend zullen.zijn dat de financiële vooruitzichten voor onze gemeente nog somberder zijn dan waar tot dusver op was gerekend. In dit verband willen wij er nogmaals op wijzen dat naar onze mening de taakstelling van de herwaarderingsoperatie 1983-1987 ter grootte van 3,5 min. niet zal mogen worden aangetast. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris. - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 427