- De bouwvergunning moet derhalve worden geweigerd op grond van
artikel 43» lid. 1, sub b, van de Woningwet.
- Enige twijfel wordt uitgesproken of de volière wel voldoet aan de
omschrijving van bouwwerk in de bouwverordening, gezien de aard
en de constructie ervan.
Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting.
De stukken hebben van 4 t/m 8 oktober 198' ter gemeentesecretarie
ter inzage gelegen. De commissie heeft de heer Juckers en Burgemeester
en Wethouders in de gelegenheid gesteld hun standpunten
toe te lichten in een vergadering van de commissie op maandag 13
oktober 1932 te 16.45 uur in het Stadhuis. De heer Juckers voegde aan
zijn beroepschrift de opmerking toe, dat hij geen zicht op de volière
zou hebben, als deze zou worden opgericht op de plaats, waar deze
volgens de gemeente eventueel wel zou mogen (dus achter de bestaande
uitbouw)
De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders deelde mede, dat
dichtslibben van de open erven met bouwsels achter de woningen onge
wenst is. Tevens bestaat er strijd met zowel het bestaande als het
toekomstige bestemmingsplan. De vraag blijft, of de volière wel als
een bouwwerk kan worden beschouwd.
De voorzitter van de commissie heeft gewezen op de mogelijkheid, dat
zijns inziens de artikelen 21sub d juncto 5 sub a en h van het
ontwerp-bestemmingsplan ruimte geven voor de interpretatie, dat vrij
stelling van het bebouwingsvlak kan worden verleend in het algemeen
voor bijgebouwen dus ook voor de volière op de door de heer Juckers
gewenste plaats. De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders
was het met deze zienswijze niet eens.
T. Overwegingen van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften.
De commissie is van oordeel, dat er, gezien de maten van de volière,
geen sprake is van een bouwwerk van enige omvang als bedoeld in
artikel 1 van de bouwverordening. Derhalve is voor het oprichten van dez(
volière volgens de commissie geen bouwvergunning van Burgemeester en
Wethouders vereist. De commissie wijst ten overvloede op de ruimte,
die haars inziens aanwezig is in de artikelen 21, sub d, juncto 5,
sub a en h van het ontwerp—bestemmingsplan, voor de interpretatie,
dat vrijstelling van het bebouwingsvlak kan worden verleend in het
algemeen voor bijgebouwen. Dit laatste is kennelijk niet de bedoeling
van Burgemeester en Wethouders; wellicht zou hieraan de nodige aan
dacht kunnen worden besteed.
TIAdvies van de commissie.
Op grond van de onder T genoemde overwegingen, adviseert de commissie
het beroepschrift van de heer R. Juckers gegrond te verklaren en de
beslissing van Burgemeester en Wethouders tot weigering van de bouw
vergunning te vernietigen.
De Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften,
///mr. J.J. Keunii^, mr. A v^tfi Dijk,
voorzitter. se itaris.
No. 17661
DE RAAD TAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen de brief van de heer R. Juckers d.d. 16 juli 1982,
waarin ingevolge artikel 51» lid. 1, van de Woningwet, beroep
wordt ingesteld bij de Raad tegen het besluit van Burgemeester
en Wethouders van 17 mei 1982, B 612/81 (verzonden 18 juni 1982),
waarbij een bouwvergunning is geweigerd voor het oprichten van
een volière achter de woning H. Treubstraat 13 te Leeuwarden;
overwegende, dat het beroepschrift overeenkomstig de
Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en
bezwaarschriften om advies in handen is gesteld van de Raadsad
viescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften;
dat de commissie adviseert het beroepschrift van appellant
gegrond te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de
commissie d.d. 2 december 1982 (bijlage nr. 4-52 kan vere
nigen;
gelet op de Woningwet, de Bouwverordening en de Procedure
verordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften;
BESLUIT:
het beroepschrift van de heer R. Juckers gegrond te verklaren en
het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 17 mei 1982 B 612/81,
te vernietigen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
voorzitter.
secretaris.
- 2 -