- 6 - Wij achten de in het plan vervatte regeling uit stedebouwkundig oogpunt alleszins acceptabel. De bezwaren dienen o.i. dan ook ongegrond te worden verklaard. ad k. De bedoelde vrijstellingsbepaling heeft inderdaad mede betrekking op stegen. De gestelde afmeting van 0,75 m. moet ook naar onze me ning als erg smal worden aangemerkt. Wij achten het acceptabel het betrokken planvoorschrift te wijzigen in 1,25 Dit bezwaar dient derhalve gegrond te worden verklaard. ad 1. Uit stedebouwkundig oogpunt ontmoet het bij ons geen bezwaar om het in artikel 4 lid D onder m bedoelde bebouwingspercentage te bepalen op 100%. In concrete gevallen zal beoordeeld moeten worden in hoeverre zulks te aanvaarden is. Wij stellen voor het plan in deze zin aan te passen en het bezwaar gegrond te verklaren. ad m. In de tabellen is een kolom opgenomen, waarin het aantal functies is vermeld, dat op grond van stedebouwkundige overwegingen, mini maal gehandhaafd moet blijven. Dit betekent dat wij geen gebruik van deze wijzigingsbevoegdheid kunnen maken, indien daardoor bene den dit minimum-aantal zou worden gekomen. Wij zijn van mening, dat deze bedoeling in dit artikel duidelijk naar voren komt en moet worden gehandhaafd. Wij achten dit bezwaar dan ook ongegrond. ad n. De regeling van de bestemming "wonen" is in dit plan aangepast om tegenstrijdigheden in de beleidsuitgangspunten te voorkomen. Indien in de tabellen tot uitdrukking is gebracht dat in een bepaald blok minimaal een q^ntal zakelijke functies moeten blijven gehandhaafd dan zou aan dit voornemen afbreuk worden gedaan indien alle perce len voor woondoeleinden zouden mogen worden gebruikt. Uit de des betreffende tabellen valt overigens af te leiden dat de panden Bollemanssteeg 64 en Bagijnestraat 57 een volledige woonfunctie kunnen verkrijgen. Wij achten dit bezwaar ongegrond. ad 0. Ter bescherming van het cultuur-historische karakter van dit gebied moet een aanlegvergunningenstelsel voor onder meer het planten of kappen van bomen of ander opgaand houtgewas noodzakelijk worden geacht. Ook achtererven bepalen mede het cultuur-historisch karak ter van een stad. Dit bezwaar moet ongegrond worden geacht. ad p. Uit een oogpunt van uniformiteit in het overgangsrecht achten wij aanpassing in de door reclamant beoogde zin niet noodzakelijk. Wij menen dat de overgangsbepalingen duidelijk weergeven binnen welke grenzen veranderingen en vernieuwingen mogen plaatsvinden. Wij achten dit bezwaar ongegrond. ad q. Bouwwerken welke onder het overgangsrecht zijn gebracht dragen alle het kenmerk dat zij in enigerlei opzicht van het plan afwij ken. De achterliggende gedachte van de overgangsbepalingen is het nog in principe tijdelijk toestaan van een dergelijke ongewenste situatie. De belangen van eigenaren en gebruikers van panden welke onder het overgangsrecht vallen worden in die zin beschermd dat gedeeltelijke vernieuwing of verandering is toegestaan en dat gehele vernieuwing en verandering is toegestaan wanneer het bouw werk door een calamiteit is teniet gegaan. - 7 - Reclamant's opvatting strekt ertoe om bestaande bouwwerken, die afwijken van het bestemmingsplan hoe dan ook geheel te kunnen vernieuwen, dus niet slechts nadat zij door een calamiteit teniet zijn gegaan. Dit druist in tegen de planologische opzet zoals deze in het plan is verwoord. De door reclamant bedoelde situatie is geregeld in artikel 17> eerste lid van de planvoorschriften, zij het ten behoeve van het gedeeltelijk vernieuwen van panden. Wij achten dit bezwaar ongegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 497