- 10 - C. Bezwaarschrift van de Hervormde Stichting De Hofwijck. De bezwaren van reclamante betreffen het volgende. a. in tegenstelling tot hetgeen in de planbeschrijving is gesteld is op de plankaart een voetgangersverbinding aangegeven tussen De Zak en de Sint Anthonystraat; b. het op pagina 27 onder punt E gestelde dat er door de Hofwijck geen nieuwbouw zal worden gepleegd is onjuist, daar er plannen bestaan om op deze lokatie (Grote Kerkstraat 24) te komen tot de bouw van zorgwoningen z.g. "aanleunwoningen" in relatie met het nieuw te bouwen verzorgingshuis op de lokatie Grote Kerk straat 26alhier; c. de omschrijving voor bijzondere doeleinden zou uitgebreid moeten worden met "aanleunwoningen" c.q. "verzorgende doeleinden"; d. bezwaar tegen het bindend voorschrijven van kappen c.q. de maxi male dakhelling te wijzigen van 60° in 80°; e. het bebouwingspercentage voor bloknummer 2 zou gewijzigd dienen te worden in 70%; f. bezwaar tegen de achtergevelrooilijn ten aanzien van het gebouw aan de Grote Kerkstraat en Sint Anthonystraat; voorgesteld wordt deze lijn te projecteren op 13 m. uit de voorgevelrooilijn vanuit genoemde straten; tevens wordt verlangd de rooilijn aan De Zak te verleggen naar de erfscheiding; g. bezwaar tegen de goothoogte van het perceel Grote Kerkstraat 24; de aangegeven maat van 7 a 8 m. zou gewijzigd moeten worden in 960 m. h. bezwaar tegen de goothoogte aan de Sint Anthonystraat; de aange geven maat van 5 a 6 meter zou gewijzigd moeten worden in 6 a 7 m. waarbij de nokhoogte verhoogd zou moeten worden van 8 m. naar 8. 50 m; i. de mogelijkheid om de voorgevelrooilijn 5 m. aan de Sint Antho nystraat terug te leggen uit te breiden over een lengte van 30 m. i.p.v. 25m.; j. de goothoogte aan de Bollemanssteeg oostzijde zijnde 5 a 6 m. res pectievelijk 3«30 a 4.30 m. zou gewijzigd moeten worden in 6 a 7 meter en waarbij de nokhoogte dient te worden bepaald op 8.5O m. k. bezwaar tegen het ontbreken van gevelwandkaarten aan De Zak. Ten aanzien van deze bezwaren kunnen wij het volgende opmerken. ad a. De geconstateerde tegenstrijdigheid is terecht. Aanvankelijk lag het ir de bedoeling om geen voetgangersverbinding tot stand te bren gen in verband met mogelijke vernielingen aan aangrenzende gebou wen. Een belangrijk aspect daarentegen is, dat de binnenstad zich kenmerkt door de aanwezigheid van stegen e.d. teneinde de door loopbaarheid van een gebied te vergroten. In aanmerking genomen dat De Zak zonder verbinding een doodlopend straatje zou worden moet het gelet op de voorgestane doorloopbaarheid van het gebied gewenst worden geacht deze verbinding tot stand te brengen. Boven dien is de kans op vernielingen en onveiligheid in een doodlopend straatje nog groter. Omtrent de feitelijke inrichting c.q. gebruik ervan zullen wij ons nader beraden. - 11 - Gezien het vorenstaande stellen wij voor de bewuste passage in de planbeschrijving te schrappen en het bezwaar ongegrond te verklaren. ad b Bij het ontwerpen van het bestemmingsplan waren geen gegevens en c. bekend, dat het Bestuur van de Hofwijck op de bedoelde lokatie nieuwbouwplannen voor ogen had. De omschrijving van de bestemming "Bijzondere doeleinden" is niet zodanig ruim geformuleerd dat de verlangde woningen zonder meer opgericht zouden kunnen worden. Tegen een woonfunctie behorende bij de toegestane verplegende c.q. verzorgende doeleinden hebben wij geen stedebouwkundige bezwaren. Om aan het bezwaar van reclamante tegemoet te komen dienen in arti kel 5 A in de bestemmingsomschrijving achter de woorden verplegen de/verzorgende doeleinden te worden toegevoegd de woorden: "als mede bij laatstbedoelde doeleinden behorende (bejaarden) woningen". Wij stellen voor dit bezwaar gegrond te verklaren en het plan op dit punt aan te vullen. ad d. Zoals bekend valt de bebouwing binnen dit plangebied binnen de grenzen van het beschermd stadsgezicht. De aanwezigheid van kappen vormt een essentieel bestanddeel van het bebouwingsbeeld in dit deel van de binnenstad. Met het oog op de bescherming van dit be bouwingsbeeld dient deze situatie ons inziens te worden gecontinu eerd. Afwijkingen van de voorgeschreven dakhellingen dienen plaats te vinden binnen de toepasselijke vrijstellingsbepalingen. Wij menen dat de voorgestelde regeling voldoende mogelijkheden biedt om ter plaatse tot een verantwoorde stedebouwkundige vormgeving te komen. Wij achten dit bezwaar ongegrond'. ad e. Teneinde de schaarse ruimte in binnenstadsgebieden optimaal te kunnen benutten is het niet ongewoon dat maximaal 70% van bouw percelen mag worden bebouwd. Wij achten dit bezwaar gegrond. ad f. Hieromtrent merken wij op, dat het achtererf behorende bij het perceel Grote Kerkstraat 24 zich kenmerkt door een open gebied direct grenzende aan het perceel Grote Kerkstraat 22 a. Teneinde de visueel ruimtelijke beleving van dit totale binnengebied tot haar recht te laten komen, is op beide erven op dat onderdeel geen bebouwing toegelaten. Gezien de schaarse open ruimten temidden van de binnenstadsbebouwing achten wij handhaving hiervan zeer waarde vol. Verlegging van de rooilijn t.o.v. Grote Kerkstraat zou niet alleen aantasting van deze open ruimte impliceren doch tevens zoals ons uit nader onderzoek is gebleken een negatieve invloed uitoefenen op de lichttoetreding in het naastgelegen pand Grote Kerkstraat 22 a. Wij achten deze omstandigheden van doorslaggeven de betekenis om geen verlegging van de rooilijn t.o.v. de Grote Kerkstraat toe te staan. Verlegging van de rooilijn aan de Sint Anthonystraat ontmoet minder bezwaar. Ten aanzien van de geopperde verplaatsing van de rooilijn aan De Zak merken wij op, dat deze verlegging met het oog op het bewaren van de nodige afstand tot de situering van de basisschool niet wenselijk moet worden geacht. Gezien het vorenstaande achten wij deze bezwaren deels gegrond en deels ongegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 499