Aanhangsel no. 9. Antwoorden op de vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden door de raadsleden 3. v.d. Werf, P.v.d. Wal en 3. de 3ong m.b.t. de problematiek rond de 193 woningen van de woningvereniging 'Leeuwarden'. 1. Kunt U mededelen wanneer er een be slissing te verwachten valt over renovatie of nieuwbouw van dit complex en welke mogelijkheden hierbij in het geding zijn, m.a.w. kunt U een overzicht verstrekken welke plannen voor renovatie en/of nieuwbouw op dit moment bij deze afweging zijn betrokken en om welke (ver-) nieuwbouwprijzen het hier gaat in relatie met de normbedragen van het Ministerie V.R.O. 2. Is het College met ons van mening dat vastgehouden moet worden aan dc sterke voorkeur voor renovatie bij stadsvernieuwing in de Schil- Oost en dus ook voor dit woning complex, waarbij de argumentatie die U met name hanteerde bij het stadsvernieuwingsplan Achter de Hoven/Vegelin voor renovatie in het algemeen van oude stadswijken/ buurten op deze buurt van toe passing is. 1. Op 8 april j.l. is met alle be trokken overlegpartners overeen stemming bereikt. Er is geconcludeerd dat nieuwbouw de voorkeur verdient boven renovatie. In het door de Nationale Woningraad uitgebrachte rapport inzake de mogelijkheden tot renovatie worden namelijk de kosten berekend op 90.923,--, terwijl de door de H.I.D. aangehouden normkosten 66.000,zijn. De kosten voor nieuwbouw daarentegen worden excl. de grondkosten geraamd op 93.000,inclusief deze grondkosten op 101.000,--. De vraaghuur voor de eengezinswoningen is gesteld op 3A5,terwijl de gemiddelde huur voor de onder- en bovenwoningen voorlopig ligt op 290,de huur na renovatie zou 290,bedragen. 2. Het standpunt ten aanzien van het onderhavige complex is reeds bij de vaststelling van het uitvoerings plan voor het gebied Cambuursterpad door de Raad in juni 1980 bepaald. De uitvoering hiervan is alleen opgeschort in afwachting van het op verzoek van de bewoners inge stelde onderzoek door de Nationale Woningraad. Nu het onderzoek het hier boven genoemde resultaat te zien geeft, dat niet ingepast kan worden in het door de Minister van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening vastgestelde huur- en subsidiebeleid, achten wij het niet zinvol om het eerder ingenomen standpunt te herzien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 554