Aanhangsel nr. 16 Vragen van de PAL-fractie inzake de ontruiming van het gekraakte pand Kanaalstraat op 3 november jl. en het t.a.v. Kanaalstraat 24-, 22 en 20 door het gemeentelijk Woning bedrijf gevoerde beleid, alsmede de antwoorden van resp. de Burgemeester en Burgemeester en Wethouders daarop. De sub A gestelde vragen worden door de Burgemeester als volgt beantwoord. 1. Was de burgemeester geïnformeerd over 1. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord, het voornemen van de gemeentepolitie Leeuwarden om het op 3 november ge kraakte pand Kanaalstraat 2W op dezelf de datum te ontruimen? 2. In wiens opdracht heeft deze ontruiming plaatsgevonden? 2. De ontruiming heeft plaatsgevonden nadat in het tripartite-overleg was vastge steld, dat hier sprake was van een op heterdaad geconstateerde overtreding van het bepaalde in artikel 138 van het Wet boek van Strafrecht. 3. Op grond van welke reden is beslist tot deze ontruiming over te gaan; werd er in dit verband van lokaalvredebreuk gespro ken en zo ja, hoe valt dit te rijmen met de raadsbeslissing van 22 februari 1982 tot handhaving van de woonbestemming van de panden Kanaalstraat 20, 22 en 2A-? 3. Op grond van de verwachting dat het pand binnen afzienbare tijd moest worden af gebroken in verband met verkoop van de grond ten behoeve van nieuwbouw van het Lienward College. In verband daarmee was het Woningbedrijf bezig met het uitvoeren van diverse werkzaamheden in dat pand. Door het kraken werden de werkzaamheden van het Woningbedrijf in het pand belem merd. Onder de gegeven omstandigheden was sprake van lokaalvredebreuk. Wat het laatste deel van deze vraag betreft wordt verwezen naar de antwoorden sub B. Is het waar dat het gemeentelijk woningbe drijf de krakers te kennen heeft gegeven het pand te verlaten en zo niet dat er een gerechtelijke procedure gestart zou worden? 4. Is het waar dat het gemeentelijk woningbe- A-. De directeur van het Woningbedrijf heeft de krakers kort na het constateren van het feit schriftelijk gelast het pand onmiddellijk te verlaten. Tevens heeft hij hen te kennen gegeven dat de gemeente genoodzaakt zou zijn een rechtsgeding tot ontruiming tegen hen aan te spannen indien zij aan zijn last geen gevolg zouden geven. 5. Indien het onder A-. gevraagde wordt beves- 5. De sub A-. weergegeven last het pand onmid- tigd, hoe valt dan te verklaren dat korte tijd later de krakers door een politionele actie het pand Kanaalstraat 24- zijn uitge zet (zonder gerechtelijke procedure?] dellijk te ontruimen was niet voor andere uitleg vatbaar. Voorts diende op zeer korte termijn te worden gereageerd aangezien de mogelijk heid om op te treden terzake van het con stateren op heterdaad van overtreding van artikel 138 van het Wetboek van Straf recht slechts gedurende een korte periode bestaat. 6. Hoeveel agenten zijn er bij de ontruiming ingezet? 6. Aanvankelijk waren twee politiefunctiona rissen aanwezig teneinde de krakers te sommeren het pand te verlaten. Aangezien niet alle krakers aan deze vordering ge volg gaven, werd daarna met assistentie van een tiental andere politie-ambtenaren overgegaan tot binnentreden van het pand en aanhouding van de aldaar aanwezigen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 562