subsidie-verordening voor het gehele veld van het sociaal-cultureel werk nog niet gereed was. Hoewel dat in het gehele planningsproces anders was voorzien, is het tot op heden niet mogelijk gebleken om de subsidie-verorde ning op een zodanig tijdstip gereed te hebben, dat de toekenningen in het kader van dit Programma daarop zouden kunnen worden gebaseerd. Wij betreuren dat maar willen erop wijzen dat het hier een uiterst gecompliceerde zaak be treft, omdat er voor gekozen is een brede subsidie-verordening te ontwerpen, die niet alleen is gericht op het sociaal-culturele werkveld of het specifieke welzijnsterrein maar die alle subsidiëring van gemeentewege in formele zin wil regelen. Overigens kan worden gesteld dat het voorbereidende werk aan de ontwerp-verordening zo goed als voltooid is en dat verwacht mag worden dat de verordening dit najaar kan worden gepubliceerd en in de inspraak gebracht, waarna vaststelling door de Gemeenteraad kan plaatsvinden. Naast de bovengenoemde structurele factoren, die de voorbereiding van het Programma hebben bemoeilijkt, waren er ook practische problemen, die samen hingen met het feit dat het hier het eerste Programma betrof dat op dit brede terrein tot ontwikkeling is gebracht en waarbij moest worden gezocht naar een zoveel mogelijk uniforme toetsings- en toedelingsmethodiek van de subsidie aanvragen in het kader van elk van de werksoorten. Tenslotte - en dat zeker niet in de geringste mate - zorgde de door het Rijk aangekondigde en vrijwel onmiddellijk doorgevoerde bezuiniging op de voor 1982 te verwachten rijks bijdrage sociaal-cultureel werk voor (dekkings)problemenwaardoor wij ons zagen genoodzaakt de verdere ontwikkeling van het Programma zelfs tijdelijk op te schorten, totdat meer duidelijkheid zou zijn verkregen over de gevolgen van de aangekondigde korting(en) voor de gemeente(n). Al met al hebben de in houdelijke en technische problemen bij de voorbereiding van dit Programma, waaraan ook in de inleiding van het Programma uitvoerig aandacht is gegeven, ertoe geleid dat het Programma met een niet onbelangrijke vertraging gereed is gekomen. Door toepassing van het gebruikelijke systeem van bevoorschotting op basis van de rekeningcijfers van voorgaande jaren is de voortgang van het werk van de (reeds langer) gesubsidieerde instellingen niet in gevaar gekomen, terwijl voor de (incidentele) subsidie-ontvangende instellingen een regeling werd getroffen inzake de bevoorschotting. Wel heeft het vertraagd gereedkomen van het Programma tot gevolg gehad dat daarin op een aantal onderdelen nog formuleringen van "verwachting" en "voornemen" zijn gebruikt, terwijl nu in werkelijkheid reeds sprake is van aanvaard beleid. Dat geldt bijvoorbeeld voor de uitkomsten van de herwaarderingsoperatie die op 3 mei j.l. door U zijn be sproken en vastgesteld. Om practische redenen is er echter voor gekozen om de hierbedoeldeenigszins achterhaalde formuleringen in het Programma niet alsnog aan te passen. Overigens gaan wij ervan uit dat het Programma 1983, waarvan de voorbereiding reeds een aanvang heeft genomen, op de "normale" wijze in decem ber van dit jaar aan U ter vaststelling kan worden voorgelegd. In het Programma zijn de beleidslijnen en de voorgenomen activiteiten aan gegeven op het terrein van realisering van de decentrale voorzieningenstructuur (Hoofdstuk 1), op het terrein van de verschillende werksoorten (Hoofdstuk 2), op dat van de verschillende plangebieden (Hoofdstuk 3) en op het punt van onder zoek (Hoofdstuk 4). Kortheidshalve verwijzen wij U voor de inhoud daarvan naar de tekst van het Programma zelf. Voor een snel overzicht van de financiële con sequenties van de in het Programma opgenomen toekenningsvoorstellen en andere voorgenomen uitgaven, verwijzen wij naar de financiële overzichten die in de verschillende werksoortonderdelen van Hoofdstuk 2 zijn opgenomen en - voorzo ver deze overzichten wijzigingen hebben ondergaan - naar de aangepaste en ge corrigeerde versies, zoals die in Hoofdstuk 4- van de "Nadere Standpuntbepaling en nota van wijzigingen" zijn vermeld. - 3 - In het vijfde en laatste Hoofdstuk van het Programma is nader ingegaan op de dekking van de in het kader van het Programma voorgenomen uitgaven. Gesteld kan worden dat is gewerkt binnen de ruimte die in het Beleidsplan '82-'86 en het Sociaal-cultureel Plan '82-'85 is gereserveerd voor sociaal- cultureel werk in 1982. Daarnaast moest een oplossing worden gezocht voor de door het Rijk in december 1981 onverhoeds aangekondigde bezuinigingsmaatregel op de voor 1982 te verwachten rijksbijdrage sociaal-cultureel werk, waarvan in het voorgaande reeds sprake was. Hoewel nog geen officieel bericht is ont vangen op het bezwaar dat wij tegen deze korting hebben gemaakt, is inmiddels uit de behandeling van de bezuinigingsvoorstellen in de Tweede Kamer duidelijk geworden dat de voorgenomen korting op de rijksbijdrage sociaal-cultureel werk 1982 met naar verwachting rond 2% zal worden teruggebracht. Zoals berekend op pagine V-l/2 van het Programma wordt aangenomen dat het totaal van tegenval lende inkomsten voor onze gemeente daardoor zal neerkomen op een bedrag van 170.777,-- Wij zijn van mening dat deze tegenvaller onvermijdelijk zal moeten doorwerken in een vermindering van de voor de sociaal-culturele sector beschik bare subsidie-bedragen. Toch hebben wij gemeend - gelet op het vertraagd gereed komen van het Programma en rekening houdend met het feit dat doorberekening van de korting tot gevolg zou hebben dat instellingen halverwege het jaar 1982 zou den worden geconfronteerd met een korting op voor datzelfde jaar begrote subsi dies - om in het Programma het voorstel te moeten doen om voor 1982 gebruik te maken van een andere dekkingsmogelijkheid, namelijk het voor Hippo geraamde maar onder invloed van het faillissement niet toegekende exploitatie-subsidie 1982. Wel wijzen wij erop, dat het gaat om een tijdelijke oplossing en dat deze kor ting in 1983 alsnog zal moeten worden doorberekend, boven de kortingen welke het Rijk eventueel voor dat jaar zal toepassen. Bij het doorberekenen van die korting zal overigens moeten worden gezocht naar een evenwichtige verdeling van het te korten bedrag over de gehele sociaal-culturele sector, terwijl daarbij zoveel mogelijk rekening zal moeten worden gehouden met de in net Sociaal-cultureel Plan aangegeven prioriteiten. Voorts merken wij op dat op het terrein van elk van de werksoorten - na aftrek van de toekenningen - een post onvoorzien resteert. Uit deze-posten on voorzien kunnen in de resterende maanden van het Programma-jaar nagekomen sub sidie-verzoeken worden gehonoreerd. Om te voorkomen dat de planning vooraf door deze toekenningsmogelijkheid in de loop van het Programma-jaar minder serieus zal worden genomen, is daaraan de beperking gesteld dat de posten onvoorzien alleen kunnen worden gebruikt voor nieuwe activiteiten, die ten tijde van de indiening van de Programma-gegevens niet waren (te) voorzien en die geen uitstel toelaten tot een volgend Programma. Ook aan het Programma Emancipatie-activi teiten 1982 was deze beperking gesteld. Tevens is daaraan nu het voorstel ver bonden om aan ons College de bevoegdheid te geven tot toedeling uit deze posten onvoorzien, teneinde een snelle afhandeling van de nagekomen subsidie-verzoeken mogelijk te maken. Daarbij zullen dan de in het Programma op het terrein van de betreffende werksoort gestelde toetsings- en toedelingscriteria op overeenkom stige wijze dienen te worden toegepast, terwijl achteraf in het kader van de rapportage over de uitvoering van het Programma van deze toekenningen verslag kan worden gedaan aan de Gemeenteraad. Tenslotte wijzen wij U erop - tegen de achtergrond van de kritische kant tekeningen die in het Programma over de gevolgde plan-procedure zijn gemaakt - dat de Evaluatie-commissie Plan-procedure Specifiek Welzijn, die zich in de af gelopen tijd heeft beziggehouden met de werking van de procedure in de praktijk en die op basis daarvan voorstellen tot bijstelling van de procedure zal doen, haar werkzaamheden zo goed als voltooid heeft. Wij verwachten dat het rapport van de Commissie binnenkort aan ons zal worden aangeboden en dat over één en - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 77