Commentaar op het rapport Algemene Faculteit i.o. te Leeuwarden Bijlage no. 312 Leeuwarden, 6 juli 1982 Aan de Gemeenteraad. Inleiding Onlangs is door het College van Bestuur (C.v.B.) van de Rijksuniversiteit te Groningen (R.U.G.) het rapport gepubliceerd dat de door het C.v.B. ingestel de Commissie van Deskundigen onder voorzitterschap van prof. De Galan heeft uitgebracht inzake de invulling van de door de minister van 0. en W. in het voor uitzicht gestelde Algemene Faculteit te Leeuwarden. Dit rapport is om commentaar toegezonden aan een aantal belanghebbende instan ties, waaronder de Commissie Wetenschappelijk Onderwijs Friesland, met het ver zoek de reacties voor medio juli 1982 in te zenden. Wij hebben het rapport ter kennisneming ontvangen. Het College van Bestuur van de R.U.G. is er daarbij kenne lijk van uitgegaan dat via onze vertegenwoordiging in de Commissie Wetenschappelijk Onderwijs het standpunt van onze gemeente voldoende zou doorklinken. Hetzelfde geldt overigens voor het provinciaal bestuur. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben het echter wenselijk geoordeeld, naast de reactie via de Commissie Weten schappelijk Onderwijs een eigen standpuntbepaling kenbaar te maken aan het College van Bestuur. Zoals U bekend zal zijn, heeft e.e.a. tevens onderwerp van bespreking uitgemaakt in de vergadering van Provinciale Staten van Friesland op 30 juni j.l. Gezien deze gang van zaken achten wij het zinvol dat ook Uw Raad zijn oordeel uitspreekt over het onderhavige rapport. Hoofdlijnen van het rapport Zoals in het rapport is weergegeven, vinden de voorstellen tot realisering van een Algemene Faculteit hun oorsprong in de toezeggingen die de toenmalige minister van 0. en W., de heer Pais aan G.S. van Friesland en het C.v.B. van de R.U.G. heeft gedaan, alsmede in de door de Tweede Kamer aangenomen motie-Faber. De belangrijk ste elementen daarvan waren dat i.v.m. de achterblijvende participatie aan het hoger onderwijs vanuit Friesland en de noodzaak hoogwaardige werkgelegenheid te scheppen in Friesland een verdere uitbouw van het hoger onderwijs in Friesland ge wenst is; dat deze uitbouw dient plaats te vinden in het kader van een Algemene Faculteit,waarbij o.m. gedacht kan worden aan de studierichtingen ontwikkelings- kunde, frisianistiek en de reeds op experimentele basis bestaande studierichting welzijnsvraagstukken; dat de uitbouw o.m. gekarakteriseerd dient te worden door de samenwerking w.o./h.b.o. Ter uitwerking van deze voorstellen heeft het C.v.B. een Commissie van Deskun digen ingesteld, die haar bevindingen in het onderhavige rapport heeft neergelegd. De voornaamste aanbevelingen van de Commissie zijn: - in de Algemene Faculteit zouden twee nieuwe studierichtingen ontwikkeld moeten worden, t.w.: a. sociale zekerheid; b. maatschappijwetenschappen met de afstudeerrichtingen: 1. regionale vraagstukken in het bijzonder met betrekking tot Friesland en de Friezen; 2. emancipatievraagstukken in het bijzonder betreffende de vrouw; 3. minderhedenproblematiek;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1982 | | pagina 92