F. Rapporten omtrent:
1. controle kas en administratie Museum
Princessehof van het eerste halfjaar
1982;
2. kascontrole afdeling B.B.M.V. (bureau
Bevolkingsregister) van het eerste half
jaar 1982;
3. controle kwitanties in handen der
Politie van het eerste halfjaar 1982;
A-. controle voorschotkas G.M.L. van het
tweede halfjaar 1982;
5. controle voorschotkas Schooladviesdienst
van het tweede halfjaar 1982;
6. controle voorschot- en legeskas van de
gemeente-archivaris van het tweede
halfjaar 1982;
7. controle administratie Dienst voor Sport
en Recreatie over het tweede en derde
kwartaal 1982;
8. controle administratie Dienst voor het
Marktwezen en de Frieslandhal over het
derde kwartaal 1982;
9. controle financiële administratie
Algemene Dienst over het derde kwartaal
1982;
10. controle administratie Dienst voor
Reiniging en Brandweer over het derde
en vierde kwartaal 1982.
G. Brief van 4- februari 1983 van het Lesbisch
Archief Leeuwarden, waarin-wordt aange
drongen op een spoedige behandeling van het
in 1982 door deze organisatie ingediende
verzoek om een startsubsidie.
Voorgesteld wordt deze berichten
en deze rapporten voor kennis
geving aan te nemen.
Zoals in de brief wordt opgemerkt
heeft de Gemeenteraad in zijn
vergadering van 30 augustus 1982
besloten adressanten te berichten
dat het subsidieverzoek in 1982,
gelet op de geldende procedure
met betrekking tot de totstand
koming van het Sociaal Cultureel
Programma, niet in behandeling
wordt genomen.
Hieruit vloeit voort dat het be
slissingsmoment inzake het onder
havige subsidieverzoek is verlegd
naar het Programma 1983, dat na
een tervisielegging op afzien
bare termijn aan U ter vast
stelling zal worden voorgelegd.
De Stichting is daarvan nog on
langs op de hoogte gesteld. Gelet
hierop stellen wij U voor het
schrijven van het Lesbisch
Archief thans voor kennisgeving
aan te nemen.
H. Brief van 6 februari 1983 van de Stichting
Kinderdagverblijven en Buitenschoolse
Opvang Leeuwarden, waarin teleurstelling
wordt uitgesproken over de raadsbeslis-
sing van 10 januari j.l. betreffende kinder
opvang tussen de middag en na schooltijd
en verzocht wordt om een wijziging van
standpunt.
De in de brief bedoelde problematiek
is U genoegzaam bekend. Inmiddels
hebben wij, hangende een defini
tieve oplossing in de onderwijs
sfeer, tijdelijk voorzieningen doen
treffen als vermeld in de voor U
ter inzage gelegde brieven van
2 maart 1983 aan het bestuur van de
Stichting en andere betrokkenen.
Wij stellen U gelet daarop voor de
onderhavige brief voor kennisgeving
aan te nemen.
I. Brief van 17 februari 1983 van het bestuur
en medewerkers van de Stichting Fiom
Friesland, waarin adhesie wordt betuigd
met een schrijven van de coördinatrice
van het Fiom aan het Friese Kerngemeenten-
overleg inzake kortingen op de rijks
bijdrage ten behoeve van deze instelling.
Wij stellen U voor deze brieven te
zijner tijd te betrekken bij de be
handeling van de tot stand te
brengen regionale paragraaf van het
Plan en Programma op grond van de
Rijksbijdrageregeling Maatschappe
lijke Dienstverlening fase 1.
Gelet hierop de brief vooralsnog
voor kennisgeving aannemen.
3. Verzoeken van:
1. het bestuur van de Vereniging voor
Protestants Christelijk Basisonderwijs
Leeuwarden om medewerking voor:
a. het herstellen van de stormschade
aan het gymnastieklokaal en het
schoolgebouw van de Dr. Algraschool/
Titus Brandsmaschool;
b. het inrichten van een documentatie
centrum in de Maria Louiseschool;
2. het bestuur van de Gereformeerde School
vereniging Leeuwarden om medewerking
voor het aanschaffen van een telefoon
aansluiting in de kleuterschool "De
Ark".
K. Brief van februari 1983 van de buurtver
eniging Welgelegen, waarin verzocht wordt
om snelheidsbeperkende maatregelen in de
buurt.
L. Brief van 13 januari 1983 van de Vereniging
van Schippers te Leeuwarden inzake de
verhoging van het havengeld met ingang
van 1 januari 1983.
Voorgesteld wordt deze verzoeken en
deze brief in handen te stellen van
Burgemeester en Wethouders om pre
advies.
Op 28 januari 1983 heeft het ge
vraagde gesprek plaatsgevonden,
zonder dat dit evenwel heeft geleid
tot een eensluidende conclusie
inzake de genoemde problematiek van
de havengeldverhoging. Een en ander
zal dan ook conform de raadsbe-
slissing tot uitvoering worden
gebracht binnen het daarvoor ge-
eigende kader van de belastingwet
geving. Voor het overige mogen
wij U verwijzen naar ons voorstel
over het te voeren beleid met be
trekking tot de woonschepen en
stellen U voor de Vereniging Binnen
schippers op basis daarvan te
berichten.
- 2 -
- 3 -