11-10—2 Een van de doelen van de W.V.G. is de planning van de gezondheidszorg af te stemmen op de planning van overige sectoren op het welzijnsterrein. Omdat het de wetgever niet mogelijk lijkt deze integratie direct tot stand te bren gen, wordt een zogenaamde beginfaseplanning ingelast. In deze beginfase kunnen plannen worden beperkt tot bepaalde voorzieningen en tot bepaalde gebieden van het land. Men vreest dat zonder beginfase de voorzieningen, welke reeds genor meerd en van kwaliteitseisen zijn voorzien, op de overige voorzieningen moeten wachten. Naar verwachting zullen nadere voorstellen omtrent invoering pas in de loop van 1983 aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Met integrale en sectorale invoe ringsprojecten kan op zijn vroegst begin 1984- worden gestart. Dan zal naar ver wachting ook meer bekend worden over de taken die aan de gemeenten zullen worden toegedeeld. Wij gaan ervan uit, dat de planningsmethodiek zoals die in onze gemeente voor het specifiek welzijn wordt c.q. zal worden gehanteerd ook zoveel mogelijk moet worden toegepast op de planning ten behoeve van voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg. Wij kunnen ons echter niet aan de indruk onttrekken dat de rijksoverheid met betrekking tot het veld van de gezondheidszorg middels het gegeven wettelijke kader sterk centraal regelend optreedt en zal optreden, het geen een optimale afstemming op de plaffhing in andere welzijnssectoren niet ten goede zal komen. Rekening houdende met de hiervoor genoemde nadere invulling van de W.V.G. zal binnen de grenzen van de planningsvoorschriften van het rijk en de financiële mogelijkheden van de gemeente zoveel mogelijk uitvoering worden gegeven aan het medio 1982 door U vastgestelde gemeentelijke beleidsplan Extramurale-gezondheids- zorg. Drugshulpverlening en -preventie In het kader van het project Drugshulpverlening en -preventie zijn inmiddels - gebruik makend van de door het I.S.P.-arbeidsplaatsenplan beschikbaar gestelde structurele formatieplaatsen - twee maatschappelijk werkers aangesteld en rechtspositioneel aangehaakt bij het C.A.D.-Friesland. Deze werkers hebben tot taak gekregen gegevens aan te dragen met betrekking tot enerzijds hetgeen leeft onder de groep van (hard)druggebruikers in Leeuwarden om langs die weg inzicht te krijgen in omvang en aard van de problemen en anderzijds een beperkt hulpver leningsaanbod te doen dat met name een doorverwijzend karakter draagt. Op basis van de verzamelde gegevens zullen in een door ons ingestelde coördina tie-commissie, waarin de bij het drugsbeleid betrokken instellingen en organi saties zijn vertegenwoordigd, beleidsvoorstellen worden ontwikkeld die voorge legd worden aan de instellingen en het gemeentebestuur. Wij zullen U van deze ontwikkelingen op de hoogte houden. II-10-3 Wijkcentrum voor gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Op 2 november 1982 is het wijkgezondheidscentrum in Camminghaburen officieel geopend. In de beleidsperiode 1983-1987 zal uitvoering worden gegeven aan het voornemen, zoals neergelegd in deelrapport III (activiteitenplan) van het beleidsplan Extramurale gezondheidszorg, om na te gaan of en hoe andere wijkgezondheidscen tra dan in Camminghaburen of anderssoortige samenwerkingsverbanden binnen de eerstelijns gezondheidszorg kunnen worden opgezet. Wij zullen terzake advies vragen van de Adviescommissie Volksgezondheid. Dienst voor de Gezondheidszorg Bij het streven naar de totstandkoming van een fusie tussen de Leeuwarder zieken huizen is er tot dusverre van uitgegaan dat de Dienst voor de Gezondheidszorg per 1 januari 1983 zou kunnen worden opgeheven. Een door U vastgestelde voorwaarde voor deze opheffing is dat de ambtenaren van de Dienst de status van ambtenaar in de zin van de Algemene Burgerlijke Pensioen wet moeten behouden. Hiertoe zal de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden een zogenaamde aanwijzing in de zin van artikel B3 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet moeten hebben. Als gevolg van juridische complicaties ^leeft de bedoelde aanwijzing tot nu toe niet plaatsgevonden en de verwachting is dat de procedure langer gaat duren dan destijds was verondersteld. Wij staan daarom op het standpunt dat een besluit tot formele opheffing van de Dienst voor de Gezondheidszorg en tot het verlenen van ontslag aan de betrokken ambtenaren niet moet worden genomen voordat de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden een aanwijzing ex artikel B3 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet zal hebben verkregen. Verpleeghuissituatie In het beleidsplan 1982-1986 hebben wij uiteengezet, dat de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne de beslissing op de aanvraag voor uitbreiding van het Verpleeghuis Triotel met 32 psycho-geriatrische bedden heeft aangehouden. Alvorens een beslissing over het realiseren van meer voorzieningen voor geeste lijk gestoorde bejaarden kan worden genomen, diende naar de mening van de Staats secretaris een herstructurering van de verpleeghuisvoorzieningen in andere rayons in Friesland plaats te vinden. Op initiatief van het College van Gedeputeerde Staten heeft de Commissie Verpleeg huizen Leeuwarden waarin zijn vertegenwoordigd de stichting Parkherstellingsoord, de "Hofwijck" en "Triotel" contact gezocht met het bestuur van Nieuw Toutenburg te Noordbergum. Dit overleg heeft geresulteerd in een bereidverklaring van Nieuw Toutenburg om, teneinde de uitbreiding bij Triotel doorgang te doen vinden, over

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 173