- 4 - e_. het werkelijk gemeentelijke bouw-programma in kwalitatieve zin in 1984 en voor de periode 1984-1987 door confrontatie van de resultaten van a en b met de resultaten van c en d _f. de financiële vertaling van het jaarprogramma 1984 en het meer jarenprogramma voor de periode 1984-1987. In paragraaf 4 van deze nota zal meer gedetailleerd op de door U vast te stellen tabellen worden ingegaan. In november 1983 zal het ambtelijk overleg over de budgetafspraken voor 1984 van start gaan. In het najaar zal waarschijnlijk ook de cijfermatige onderbouwing van het meerjarenplan 1985-1988 moeten worden ingediend. 2De gemeentelijke volkshuisvestingsnota. 2.1. Inleiding Hoewel thans het departement zoals hierboven opgemerkt, een beleids plan in het kader van het proefproject niet meer voorschrijft, achten wij de totstandkoming van een dergelijk plan - gewoonlijk volkshuis- vestingsnota genoemd - zeer wel nodig. Bij de behandeling van de knel puntennota Volkshuisvesting is hierop reeds gewezen en ook met het vorenstaande moge duidelijk zijn geworden dat een volkshuisvestingsplan ter onderbouwing van het eigen gemeentelijke beleid onmisbaar is. In het navolgende zal ingegaan worden op de vraag hoe naar ons oordeel een derge1ijke nota opgebouwd dient te worden en welke gegevens hiervoor nodig zijn. - 3 - De gemeentelijke volkshuisvestinqsnota Globale opzet Na een inleiding waarin ook de uitgangspunten en doelstellingen van de nota zijn opgenomen zal de nota de stand van zaken in Leeuwarden op het gebied van de woningbehoefte, de woningvoorraad en de verdeling van de woningbe- hoevende huishoudens over de woningvoorraad moeten beschrijven. De mogelijke ontwikkelingen, die op deze gebieden te verwachten zijn, zullen ook aan de orde komen. Om aan deze ontwikkelingen tegemoet te kun nen komen zal vermoedelijk een bepaalde uitbreiding van de woningvoorraad zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin gewenst zijn. Door deze wenselijkheden te vergelijken met datgene wat in financieel en planologisch opzicht haalbaar is, alsmede op grond van factoren als de situatie in de bouwnijverheid en de regionale woningmarkt en de beschikbare bouwgrond zal in de nota het werkelijk gemeentelijke meerjarenplan voor de nieuwbouw kun nen worden beschreven. Op dezelfde wijze ais voor de nieuwbouw moeten in de nota ook de gemeente lijke meerjarenplannen voor de vernieuwbouw en de woningverbetering aan de orde komen. Tenslotte zal de nota aandacht moeten schenken aan de factoren die belangrijk zijn voor de uitvoering van de plannen zoals een plannings schema, de bewaking van de voortgang en de toetsing van de plannen. 2.3. De woningbehoefte. 2.3.1. De kwantitatieve woningbehoefte De bestaande kwantitatieve woningbehoefte is te bepalen door bij de be woonde woningvoorraad het aantal urgent woningzoekende huishoudens op te tellen én de noodzakelijke leegstand én het aantal tweede woningen. Uiteraard moet worden omschreven wat onder urgent woningbehoevende huis houdens wordt verstaan. De ontwikkelingen in de kwantitatieve woningbehoefte zijn te beschrijven door: a) te bepalen hoe de bevolkingsontwikkeling in Leeuwarden zal zijn, d.w.z. de ontwikkeling van de natuurlijke aanwas en de migratie; b) te bepalen hoe de verdeling van de bevolking over de verschillende leef tijdscategorieën zich zal ontwikkelen; c) per leeftijdscategorie te bepalen hoe het aantal hoofden van huishoudens zich zal ontwikkelen en daarmee hoe het totaal aantal huisvesting behoe vende huishoudens zich zal ontwikkelen; d) van de huisvesting behoevende huishoudens het aantal huishoudens, dat geen zelfstandige woonruimte nodig heeft af te trekken en het aantal wo ningen dat nodig is t.b.v. de leegstand en ter vervanging van de woningen die aan de voorraad onttrokken zijn er bij op te tellen. 2.3.2. De kwalitatieve woningbehoefte Onder de kwalitatieve woningQenoefte wordt verstaan een differentiatie van de vraag naar sector (b.v. woningwetwoning), woningtypen (b.v. een eenge zinswoning), woninggrootte, huur/koop en prijs. Bij de beschrijving van de kwalitatieve behoefte is in de eerdergenoemde knelpuntennota (zie ook 1.1 en 1.2) voorlopig uitgegaan van de kwalita tieve behoefte van deaenen die inaescnreven zijn bij de centrale registra tie voor woningzoekenden, d.w.z. een beperking tot degenen die een huurwoning zoeken behorend tot het bestand van het gemeentelijk wo ningbedrijf en de woningbouwcorporaties. Er moet nog verder worden na gegaan of dit voor de gemeente de enig mogelijke keuze is. Ook zal nader moeten worden bekeken in hoeverre bij de beschrijving van de kwalitatieve woningbehoefte de wensen van de starter en/of van de doorstromers bepalend zijn en er zal ingegaan dienen te worden op de wensen van de speciale doelgroepen als bejaarden, werkende jongeren, stu denten, werkloze jongeren en culturele minderheden. De uitgangspunten en doelstellingen van de gemeentelijke volkshuisvestingsnota zullen in de eerste plaats moeten bepalen hoe bovenstaande vragen moeten worden uitge werkt. Daarnaast kunnen er praktische redenen zijn, zoals het feit dat er bepaalde gegevens op korte termijn beschikbaar zijn of kunnen zijn die mede bepalen welke keuze wordt gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 106