Aanvulling raadsvoorstel uitgangspunten woonschepenbeleid Bijlage no. 107 Leeuwarden, 3 maart 1983. Aan de Gemeenteraad Ter aanvulling op het raadsvoorstel van 10 februari 1983 (bijlage no. 69) betreffende de Uitgangspunten voor het woonschepenbeleid wordt voorgesteld het onder punt 2.4 (Werkschepen) vermelde te doen vervallen en daarvoor in de plaats het volgende te stellen. 2.4. Overige schepen. Onder deze categorie vallen schepen, die hierboven niet zijn ingedeeld. Ten behoeve van het te voeren beleid is het gewenst deze schepen nader te onderscheiden. Werkschepen. Dit zijn schepen aan boord waarvan een ambachtelijk of industrieel bedrijf wordt uitgeoefend, zoals het scheepsreparatiebedrijfhet mastenmakers- bedrijf en die naar hun aard eigenlijk niet in een woonwijk thuishoren, maar op of nabij een industrieterrein. Dit soort schepen zal beperkt moeten blijven. Op ad hoe basis zal worden beslist over het al dan niet verlenen van een ligplaatsvergunning, welke een tijdelijk karakter draagt en niet automatisch aan een opvolger wordt verleend. Ho recaschejDe n winkelsche£en Schepen aan boord waarvan een horecabedrijf wordt uitgeoefend zouden op enkele door ons exact aan te wijzen plaatsen ligplaats mogen innemen. Wij willen dit beperken tot zeer incidentele gevallen, met name voor schepen, die het restaurantbedrijf uitoefenen (bijv. een zgn. pannekoek- schip). Overigens zouden deze schepen onder meer ook aan de in 2.2. van dit voorstel omschreven eisen van welstand moeten voldoen. Zij mogen niet liggen in het zgn. horecavrije gebied, als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecaverordening. Wij stellen ons voor over de aanwijzing van de hierbovenbedoelde plaatsen overleg te voeren met o.m. de Schippersvereniging Leeuwarden. Het aantal schepen aan boord waarvan het winkelbedrijf wordt uitgeoefend zouden wij niet willen uitbreiden. Restca te£0ri e Deze restcategorie is van zo uiteenlopende aard, dat daarvan geen om schrijving is te geven. Als voorbeeld noemen wij de zgn. schoolschepen, schepen waarop schaft- en directieketen zijn geplaatst (veelal tijdelijke situaties) en schepen die als clubhuis (padvinders) fungeren. In al deze gevallen zal op ad hoe basis een beslissing omtrent de ligplaats vergunning worden genomen, waarbij de belangen van de aanvrager en die van de omgeving zo goed mogelijk tegen elkaar worden afgewogen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 128