3-2 Pa 85. In het collegeprogramma wordt gesproken van een zoveel mogelijk vervlechten van wonen,werken, win kelen, recreatie en welzijnsvoor zieningen. Hoe en wanneer zal deze taakstelling in de praktijk gestal te krijgen, met name in gebieden buiten de binnenstad. Zal deze belangrijke taakstelling reden kunnen zijn het regelmatig te herziene structuurschets/plan (zie coll. prog.) op dit princi piële punt bij te stellen? Valt ook de actualisering van het structuurplan binnenstad onder de in het collegeprogram aangekondigde regelmatige herziening en (zonodig) bijstelling van het structuur schets/plan? B. Stadsvernieuwing D 86. Volgens het collegeprogram 1982- 1966 heeft de stadsvernieuwing de hoogste prioriteit. Hoe valt dit te rijmen met het verlagen van stortingen in het stadsvernieuwings fonds zoals deze in het verleden hebben plaats gevonden en zoals deze voor de toekomst worden over wogen door het college? C 87. In het kader van de I.S.R. heeft VRO voor de binnenstad gelden be schikbaar gesteld. - Houdt onze planontwikkeling daarmee gelijke tred? - Hoe is de huidige stand van zaken? 85. Dit uitgangspunt dient te worden uitgewerkt door de mogelijkheid tot vervlechting van diverse functies op te nemen in (op) nieuw vast te steil bestemmingsplannen Indien nodig zal de structuurschets te zijner tijd op dit punt worden bijgesteld Wij zijn niet voornemens het struc tuurplan voor de binnenstad binnen afzienbare tijd te herzien. 86. De stadsvernieuwing behoudt de hoog ste prioriteit. De tot dusverre aangebrachte verlagingen hebben ech ter betrekking op aanpassingen. Dit neemt niet weg dat ook voor dit beleidsonderdeel moet worden nagegaai of verdere bezuiniging kan worden doorgevoerd. Bezuinigingen zijn hier slechts aanvaardbaar voorzover ze geen wezenlijke afbreuk doen aan de eerder geformuleerde doelstellingen, 37. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft bij de aanwijzing van de Binnenstad in de zin van de Interimsaldoregeling het ten laste van zijn departement ko mende negatieve saldo voorlopig be paald op 37.6 miljoen. Tot en met 1982 is hiervan ten behoei ve van de gebieden Binnenstad-oost, Schoolstraat, BagijnestraatRondom de Grote Kerk, Breedstraat en Over de Kelders/Minnemastraat een bedrag van 20.6 miljoen omgezet in juri dische verplichtingen. Het door het Rijk ingestelde systeem van tentatieve reserveringen voorzie in een gelijkmatige omzetting van potentiële in juridische verplichtin gen. Dit systeem heeft overigens betrekking op alle aangewezen I.S.R.' gebieden, dat wil zeggen Binnenstad, Schil-oost, Oldegalileën en Camstra- buren-zuid In 1981 heeft voor Leeuwarden een overschrijding van het beschikbare budget plaatsgevonden. Aangezien voo 3-3 C 88. "Voor de overige Schil-oost gebie den mag evenwel vóór 1986 niet gere kend worden op financiële steun in het kader van de I.S.R.", zo laat U de raad weten; - Waarom moet dan nu reeds een begin worden gemaakt met het maken van stadsvernieuwings plannen? - Gaat dit niet ten koste van de reeds geaccepteerde plannen? P 39. Zou het college een overzicht kunnen verstrekken van de bij de Stadsvernieuwingscorporatie ingediende plannen t.b.v. woning verbetering? Welke mogelijkheden heeft het college voor oaen om de particuliere woningherstel te stimuleren? P 90. Welke gemeentelijke ondersteuning is het college voornemens te geven aan het weer op gang krijgen van het tot stilstand gekomen particu liere woningherstel in de Stads vernieuwingsgebieden; e.e.a. gelet op het feit dat genoemd herstel een noodzakelijke voorwaarde is voor het welslagen van de stads vernieuwing 1982 eveneens een overschrijding dreigde, heeft het ministerie van V.R.O.M. de beslissing met betrek king tot het gebied Sint Oacobs- straat/Wirdumerdijk aangehouden tot 1983. Thans wachten ook op goedkeuring de uitvoeringsplannen voor Molenpad en Achter de Hoven/ Vegelin. Verder zullen nog dit jaar worden ingediend de plannen voor de gebieden Nieuwesteeg/Oude Doelesteeg en Haniasteeg/Burmaniastraat Een en ander betekent dat naar verwachting ook dit jaar een te grote claim op de beschikbare rijksmiddelen wordt gelegd. In ver band hiermee zal de goedkeuring van de laatstgenoemde twee deelgebieden mogelijk worden uitgesteld tot begin 1984. 88. Nagegaan zal worden of er redenen zijn om te starten met het maken van uitvoeringsplannen voor een aantal deelgebieden van de Schil- oost; dit met de bedoeling om deze in de loop van 1985 bij het Minis terie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te kunnen indienen. Het voorgaande heeft geen gevolgen voor reeds vastgestelde uitvoerings plannen; wij gaan ervan uit dat de eventueel op te stellen plannen op z'n vroegst in- 1986 voor goedkeuring in aanmerking komen. 89/ Voor een overzicht van de bij de 90. Stadsvernieuwingscorporatie inge diende plannen wordt verwezen naar het ter inzage gelegde overzicht. Daaruit blijkt, dat het aantal plannen in 19S2 in vergelijking met 1981 gelijk is gebleven, maar gemiddelde bouwsom per plan aanzien lijk is gedaald. Met name het aantal ingrijpende verbeteringsplannen is verminderd. De prognose is, dat deze tendens zich in 1983 voortzet. Naast de subsidiëring van de Stads vernieuwingscorporatie zien wij geen mogelijkheden om door middel van bijv. een aanvullende gemeentelijke subsidieregeling, middelen beschik baar te stellen om de particuliere woningverbetering te stimuleren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 18