III. Reacties op het rap-port. De Rijkswaterstaat directie Friesland, de Rijksverkeersinspectie district Friesland en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hebben op ons verzoek schriftelijk commentaar geleverd op het rapport. De Leeuwarder Ondernemersvereniging heeft eveneens een schriftelijke reactie ingediend, terwijl de gemeenteraadsfractie van de Partij van de Arbeid schriftelijk heeft gereageerd op de herinrichting van het kruispunt bij de Beurs. Over het rapport is een hoorzitting gehouden voor bewoners van de be treffende gebieden; van deze hoorzitting is een verslag gemaakt. Tijdens de hoorzitting is een schriftelijke reactie ingediend door de Koöperatieve architekten- werkplaats te Groningen. Het rapport is voorts behandeld in de Verkeerscommissiede Welstands adviescommissie en de Vaste Overlegcommissie voor het midden- en klein bedrijf. De hierop betrekking hebbende brieven en verslagen zijn ter inzage gelegd. De directie van de Dienst Stadsontwikkeling heeft op ons verzoek de standpunten van de diverse instanties in een tweetal brieven samenge vat. Voorts heeft zij voorzover nodig commentaar geleverd op de stand punten. De brieven zijn eveneens ter inzage gelegd. Het blijkt dat de Rijkswaterstaat en de Rijksverkeersinspectie globaal genomen voorkeur hebben voor alternatief 1 (vrijliggende fietspaden ter weerszijden van de weg). Uit de reactie van de P.v.d.A.-fractie kan worden afgeleid, dat zij de alternatieven 1 en 2 (vrijliggende fietspaden) afwijst. De Vaste Overlegcommissie voor het midden- en kleinbedrijf heeft geen voorkeur uitgesproken. De overige instanties hebben voorkeur voor alternatief 3 (aanliggende fietsenstroken ter weerszijden van de weg). Van degenen die hebben gereageerd hebben sommigen voor delen van het tracé variantoplossingen aangedragen. A.Ten aanzien van de alternatieven. Vergelijking van de alternatieven geeft aan, dat ze alle drie, voor wat betreft de bereikbaarheid van de binnenstad en de doorstroming van het verkeer voor alle weggebruikersaanvaardbaar zijn. De veiligheid en het comfort is in het alternatief met aanliggende fiets stroken (alternatief 3) iets minder dan in die met vrijliggende fiets paden, doch nog van een zodanig niveau dat dit aanvaardbaar is. In alternatief 3 wordt echter het meest recht gedaan aan de waarden en doelen zoals deze zijn vastgelegd in het Structuurplan voor de Binnen stad. Voorts is laatstgenoemd alternatief voor wat betreft beschikbaar heid van de onderliggende gronden direct uitvoerbaar. Dit in tegenstelling tot de beide andere alternatieven. Voor de uitvoering daarvan is name lijk een deel van het gevangeniscomplex nodig. Gelet op het vorenstaande geven wij de voorkeur aan alternatief 3* B. Ten aanzien van de details. Blijkens het rapport is het in elk tracé mogelijk voor bepaalde delen een andere oplossing te kiezen dan die welke in eerste instantie tot het betreffende tracé behoort. In verband hiermede merken wij het volgende op. a. Het door ons voorgestelde alternatief bevat ter hoogte van de Cam- buursterbrug geen middengeleiding en oversteek. Uit een oogpunt van verkeersveiligheid achten wij deze wel gewenst. Wij stellen U daarom voor een wijziging als vorenbedoeld aan te brengen. De wijziging is verwerkt in het deel van het tracé zoals dit is weergegeven op de bij het raadsvoorstel behorende tekening nr. 132-307. b. Om dezelfde reden als onder a aangegeven achten wij een middengeleiding en oversteek nodig voor het oversteken door fietsers en voetgangers ter hoogte van de Kazerne. Voor een logische looproute is het gewenst dat deze oversteekplaats verplaatst wordt tot tegenover de westpoort van de Kazerne. Daar de oversteekplaats uit veiligheidsoverwegingen gecombineerd is met de uitrit voor het aldaar gesitueerde parkeerterrein, dient deze eveneens te worden verplaatst. Wij stellen U voor hiertoe te besluiten. De wijziging is eveneens verwerkt in de onder a genoemde tekening. c. In alternatief 3 is de huidige Vlietsterbrug gehandhaafd. Zolang het Hoeksterend niet is gereconstrueerd conform de kleinschalige verkeersoplossing welke door U is aanvaard, blijft naar verwachting in- en uitgaand ver keer over de huidige Vlietsterbrug mogelijk. Na de reconstructie van het Hoeksterend zal volgens verwachting meer uitgaand verkeer via de Tuinen Z.Z. en de Vlietsterbrug gaan. Bij hand having van de huidige Vlietsterbrug zal dan, gezien de beperkte capa citeit der brug, éénrichtingsverkeer van oost naar west moeten worden ingevoerd. Het uitgaande gemotoriseerde verkeer dient in dat geval via Tuinen Z.Z., Oosterkade, Oosterbrug en Wijbrand de Geeststraat te gaan. Gelet op de aanwijzing van het Vliet als bereikbaarheidsroute \zoor het centrum, is tweerichtingsverkeer ter plaatse van de Vlietsterbrug echter het meest voor de hand liggend. Hiertoe zijn twee mogelijkheden aanwezig nl. een nieuwe bredere brug (volgens alternatief 1of handhaving van de huidige brug met ten zuiden daarvan een nieuwe brug (volgens alter natief 2). In het laatste geval dient op de beide bruggen éérichtings- verkeer in tegengestelde richting te worden ingevoerd In beide gevallen is een aanzienlijke investering vereist terwijl de huidige brug nog in een goede conditie is. Naar het zich laat aanzien zal de reconstructie van het Hoeksterend nog wel enige jaren op zich laten wachten. Gelet op een en ander stellen wij U voor de huidige Vlietsterbrug con form alternatief 3 voorlopig te handhaven en de definitieve keuze met betrekking tot de oplossing voor deze brug te laten samenvallen met de beslissing omtrent de uitvoering var. de reconstructie van het Hoeksterend. d. Het door ons voorgestelde alternatief geeft haaksparkeren aan langs de Oosterkade terwijl aan de zijde van de bebouwing aldaar niet in parkeermogelijkheid wordt voorzien. Wij achten haaksparkeren ter plaatse uit een oogpunt van verkeersvei ligheid ongewenst. Voorts leidt de afwezigheid van parkeerplaatsen aan de zijde van de woonbebouwing ertoe dat langs de straat en wel licht op de fietsstroken wordt geparkeerd. - 2 - IV. Standpunt van het college.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 367