No. 9307
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 16 juni 1983
(bijlage no. 267):
BESLUIT:
I. over te gaan tot het instellen van een werkgelegenheidsfonds ten behoeve
van steun aan in de gemeente Leeuwarden gevestigde of te vestigen bedrij
ven en instellingen gericht op het scheppen en behouden van arbeidsplaat
sen.
II. hiervoor met ingang van 1983 een bedrag beschikbaar te stellen ter groot
te van 500.000,ten laste van de risicoreserve;
III. vast te stellen de navolgende bepalingen en criteria waaraan een aanvraag
om financiële steun uit hoofde van het werkgelegenheidsfonds moet voldoen;
- het verlenen van steun mag niet in strijd zijn met het (regionale) be
leid van het Rijk en de Provincie, noch afbreuk doen aan specifiek sec- -
torbeleid;
- er wordt geen steun verleend als aanvrager in aanmerking komt voor faci
liteiten op grond van rijks en/of provinciale regelingen anders dan over
eenkomstige regelingen. Is aanvrager op grond van rijks- of provinciale
regelingen ten aanzien van sociaal-economisch beleid steun geweigerd, dan
worden geen aanvullende middelen verschaft:
- financiële steun als hierboven bedoeld kan slechts worden toegekend, voor
zover de financiële middelen in het werkgelegenheidsfonds toereikend zijn;
- de steunverlening is incidenteel (tijdelijk, overbruggend en aanvullend)
en niet structureel van aard;
- door steunverlening mag geen ongewenste verstoring van de concurrentie
verhoudingen veroorzaakt worden;
- aanvrager kan niet of in onvoldoende mate zelf of op andere wijze in de
financiële behoefte voorzien;
- er moet een duidelijk verband bestaan tussen de steunverlening en het
verkrijgen van additionele arbeidsplaatsen respectievelijk het behoud van
bestaande arbeidsplaatsen;
- het dient aannemelijk te zijn, dat na de steunverlening, al dan niet te
zamen met bijdragen van derden, er sprake is van creatie of behoud van
perspectiefvolle inkomensvormende werkgelegenheid;
- aan het toekennen van financiële steun kan het College van Burgemeester
en Wethouders nadere voorwaarden stellen omtrent het afleggen van ver
antwoording van de besteding der middelen en omtrent periodieke rappor
tage over de effecten van de steunverlening en over de voortgang der
activiteiten;
