Het vaststellen van de bedragen, bedoeld in artikel 88, le lid, van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, over het jaar 1980, voor: a. de gemeentelijke scholen voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs, Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Algemeen Voortgezet Onder wijs; b. de Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters. Bijlage nr. 274. Leeuwarden, 11 augustus 1983. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 88, le lid, van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, dient de Gemeenteraad jaarlijks het volgende vast te stellen: a. de bedragen, die in het voorafgaande kalenderjaar zijn uitgegeven ter zake van de exploitatiekosten voor de gemeentelijke scholen voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs, Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs en voor de Gemeentelijke Opleidingsschool voor Kleuterleidsters; b. het bedrag, dat door het Rijk in dat jaar voor de genoemde soorten van onderwijs beschikbaar is gesteld. De vaststelling van deze bedragen over het jaar 1980 kan nu gebeuren. Ingevolge artikel 89 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs dient de gemeente ééns in de vijf jaren aan de overeenkomstige bijzondere scholen binnen de gemeente, een eventueel overschrijdingsbedrag per leerling uit te keren, vermenigvuldigd met het gemiddelde van de aantallen leerlingen van deze scholen over het desbetreffende tijdvak van vijf jaren, berekend naar de toestand op 1 september van elk jaar. Voor het laatst is dit gedaan voor het tijdvak 1974 tot en met 1978. Met betrekking tot de in bijgevoegd concept-besluit opgenomen bedragen merken wij het volgende op. Door de wijziging van 26 september 1978 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, worden de werkelijke exploitatiekosten per leerling met ingang van het tijdvak 1979 tot en met 1983 niet meer berekend per soort onderwijs. De exploitatiekosten van het Algemeen Voortgezet Onderwijs worden getotaliseerd. In het geval de werkelijke uitgaven de rijksvergoeding over treffen, wordt één overschrijdingsbedrag per leerling berekend voor het gehele Algemeen Voortgezet Onderwijs. De administratiekosten zijn gesplitst in twee groepen, te weten administra tiekosten welke op de scholen worden gemaakt en kosten die voortvloeien uit het deel van de administratie dat op de gemeentesecretarie wordt gevoerd. Ter bestrijding van deze laatste groep, de zogenaamde externe administra tiekosten, wordt jaarlijks van het Rijk een vergoeding, bestaande uit een bedrag per klas en een bedrag per leerling ontvangen. Aangezien het onmogelijk moet worden geacht het bedrag van de administratiekosten, die ter secretarie voor de gemeentelijke scholen worden gemaakt, exact te bepalen, zijn wij er van uit gegaan, dat deze externe administratiekosten gelijk zijn aan de ter zake van het Rijk ontvangen vergoeding. Wij stellen U voor te besluiten zoals is aangegeven in het hierbijgaande ont werpbesluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, G. de Vries loco-Burgemeester. mr. H.A. Lassche loco-Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 477