Welke initiatieven denkt het
college te ondernemen om dergelijke
gedachten in de praktijk uit te
werken, en op welke termijn kunnen
daarvan de eerste resultaten worden
verwacht?
V 322. Kunt u enig< inzicht verschaffen in 322.
de opbrengst van de fraudebestrij
ding t.o.v. de te maken kosten?
G 323. Zal een terugbrengen van het aantal 323.
heronderzoeken, als door u aange
geven, niet juist nadelig zijn voor
cliënten die zich b.v. vanwege drem
pelvrees, niet zelf in voorkomende
gevallen tot de G.S.D. wenden?
D 324-. Worden de regelmatige publiekelijke 324.
uitlatingen van de directeur van
de G.S.D. in alle gevallen onder-,
schreven door de wethouder van
sociale zaken?
P 325. Sinds enige maanden wordt bij de 325.
G.S.D. geëxperimenteerd met een
systeem van functioneringsgesprek
ken. Overweegt het college na een
geslaagde proef bij de G.S.D. een
dergelijk systeem voor het gehele
personeel in te voeren?
Deze- vraag wordt ontkennend beant
woord. Overigens merken wij op dat
de kosten volledig voor rekening
van de rijksoverheid komen, terwijl
ook de baten nagenoeg geheel ten
gunste van de rijksoverheid komen.
Het aantal heronderzoeken wordt
niet teruggebracht. Er is sprake
van vereenvoudiging van de procedure
van heronderzoek die naar onze
mening geen nadelig effect voor de
cliënten heeft.
Voor zover de publiekelijke uit
latingen van de directeur van de
G.S.D. betrekking hebben op het
functioneren van deze dienst of de
uitvoering door ons college van
wettelijke regelingen op het terreir
van de sociale zekerheid wijken dezf
niet af van ons terzake gevoerde
beleid. Voor zover het gaat om
publicaties die buiten dit terrein
liggen gaat het om uitlatingen
op persoonlijke titel, waarvoor
wij geen verantwoordelijkheid drager
Het experiment bij de Gemeentelijke
Sociale Dienst, dat op uitdrukkelijk
verzoek van de dienst gestart is,
vindt op zeer kleine schaal plaats;
slechts 15 van de in totaal 136 per
soneelsleden nemen deel aan de proef
Indien besloten zou worden tot in
voering bij de gehele G.S.D., zal re
alisatie van dat besluit enkele jare
in beslag nemen.
Over eventuele invoering bij andere
dienstonderdelen van het gemeente
lijk apparaat hebben wij nog geen
besluit genomen.
De nota personeelsbeleid zal nader
ingaan op de wenselijkheid en
prioriteit van deze activiteit.
11-7
E. Dienst Sociale Werkvoorziening.
G 326. Betekent het gegeven in de laatste
alinea op deze pagina Stabilisatie/
orderportefeuille) dat personen
niet geplaatst zijn, voor wie de
plaatsing krachtens art. 7 W.S.W.
wel nodig was geweest?
Zo ja,
a) Om hoeveel personen gaat het?
b) Was het niet beter geweest om
b.v. door een ruimere verdeling
van de werkvoorraad toch t.a.v.
deze personen aan de bevorde
ringsplicht te voldoen?
C 327. Naar aanleiding van hetgeen vermeld
wordt in het jaarverslag van de DSW
1981 op blz. 4: Waarom kent het
Administratief Dienstverlenend
onderdeel wél externe objecten en
het industrieel centrum nog steeds
niet?
C 328. Wat zijn de eerste ervaringen (glo
baal) zowel in financiële - als in
maatschappelijke zin, m.b.t. de nu
plm. 1 jaar draaiende ARA van de
DSW?
326. De verdunning van de orderportefeu
ille heeft er tot nu toe niet.toe
geleid, dat personen die daarvoor in
aanmerking komen, niet zijn geplaatst.
Wel is het zo, dat een gebrek aan
passende arbeid een feitelijke plaat
sing kan vertragen. Verdeling van de
beschikbare werkvoorraad over een
groter aantal werknemers is als
middel om de werkgelegenheid te
handhaven slechts in beperkte mate
toepasbaar, omdat in het licht van
artikel 7 van de W.S.W. aan elke
werknemer zowel in kwalitatieve
als in kwantitatieve zin arbeid
van voldoende niveau moet worden
geboden
327. Uitsluitend om organisatorische
reden zijn de externe objecten onder
gebracht bij het Administratief
Dienstverlenend onderdeel. Hieronder
ressorteren ook werknemers, die werk
zaamheden verrichten met een over
wegend handmatig karakter.
328. In mei 1982 zijn de eerste kandidaten
toegelaten tot de Arbeidsrevalidatie-
afdeling (A.R.A.) In financieel op
zicht moet rekening worden gehouden
met aanloopverliezen die voortvloeien
uit een onderbezetting (1982:
55.000,waarvan een deel kan
worden doorberekend aan andere ge
meenten. Verwacht wordt, dat de
onderbezetting in de loop van 1983
voor een belangrijk deel zal ver
dwijnen. Ook in maatschappelijk op
zicht zijn er aanloopproblemen. Van
de zijde van de opdrachtgevers van
de A.R.A. is er niet een altijd een
duidige taakstelling, wat een gericht
onderzoek bemoeilijkt.
Een A.R.A.-onderzoek biedt geen ga
rantie voor een herintreding in het
arbeidsproces. Daarom zijn niet alle
kandidaten voor een dergelijk onder
zoek gemotiveerd. Aan deze knelpunten
wordt binnen de D.S.W. de nodige
aandacht besteed.
11-6