Hoofdstuk 3. Samenstelling
Artikel 5.
Het hoofd van de tak van dienst, alsmede diens plaatsver
vanger (s), zijn niet verkiesbaar tot lid van de Medezeggenschaps
commissie.
Artikel 6.
1. De organisaties kunnen voor elke Medezeggenschapscommissie
bij de Kiescommissie een kandidatenlijst indienen met namen
van ambtenaren als bedoeld in artikel 3, eerste lid.
2. Een kandidatenlijst kan ook worden ingediend door ten
minste 30 personeelsleden of - indien dit minder is - een
derde deel van het personeel, dat geen lid is van een organi
satie of waarvan de organisatie geen kandidatenlijst indient.
3. De kandidatenlijst moet bij voorkeur zodanig zijn samenge
steld dat zoveel mogelijk onderdelen van de tak van dienst
daarop vertegenwoordigd zijn; bij de samenstelling dient voorts zoveel
mogelijk gestreefd te worden naar een evenredige vertegenwoordiging van het
aantal bij de tak van dienst werkzame vrouwelijke ambtenaren.
4 L)e indieners voorzien de kandidatenlijst van een benaming.
5. Een ambtenaar kan slechts op één lijst kandidaat staan
en door middel van zijn handtekening één kandidatenlijst mee
indienen
6. Bij iedere kandidatenlijst worden schriftelijke verklaringen
van de kandidaten overgelegd inhoudende dat zij de kandida
tuur aanvaarden.
Artikel 7.
1. Indiening van de kandidatenlijst van een organisatie vindt
plaats uiterlijk tien weken vóór de dag van de verkiezing.
2. Indiening van een kandidatenlijst, onderscheiden!!jk kandi
datenlijsten, van het personeel dat geen lid is van een
organisatie of waarvan de organisatie geen kandidatenlijst
heeft ingediend, vindt plaats uiterlijk acht weken vóór
de dacr van de verkiezina.
- 5 -
3Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de orga
nisaties de datum van de verkiezing en de uiterste data voor
indiening van een kandidatenlijst en maken deze vijf maanden
vóór de dag van de verkiezing schriftelijk aan de organisatie
en het personeel bekend.
Artikel 8.
1. De verkiezing van de leden van de Medezeggenschapscommis
sie vindt plaats bij geheime schriftelijke stemming.
2. Voor het uitbrengen van een geldige stem kan een ambtenaar
slechts één stem uitbrengen op één van de op het stembil-
jet vermelde kandidaten.
3. De ambtenaar kan zijn stem bij volmacht laten uitbrengen
door een ambtenaar werkzaam bij dezelfde tak van dienst.
4. Een ambtenaar kan voor ten hoogste twee personeelsleden
bij' volmacht stemmen, hetgeen tegelijkertijd met het uit
brengen van de eigen stem plaatsvindt.
5. Burgemeester en wethouders stellen, in overleg met de or
ganisaties, in ieder geval over de volgende onderwerpen,
nadere regels vast.
a. de werkzaamheden van de Kiescommissie/het stembureau;
b. de inrichting van de verkiezingen;
c. het vaststellen en bekendmaken van de uitslag van de
stemmingen;
d. het in functie treden van de leden van de Medezeggenschaps
commissie
e. de voorziening in tussentijdse vacatures in de Medezeg
genschapscommissie
Artikel 9
1. De voorzitter en de secretaris, alsmede hun plaatsvervangers
worden door de Medezeggenschapscommissie uit hun midden
gekozen.