mm
mm»
Nr. 985
DE RAAD VAN BE GEHEENTE LEEFBARDEN;
gelezen de brief van de heer G. Kempenaar c.s. d.d. 3 november 1933,
waarin deze ingevolge de Wet A.R.O.B. bezwaar indient tegen het besluit
van de raad d.d. 3 oktober 1983, nr. 142A1, tot het nemen van een voorbe-
reidingsbesluit voor o.m. het plantsoen aan de Goudsbloemstraat ten be
hoeve van de aanleg van een speelterrein;
overwegende, dat het bezwaarschrift ingevolge de Procedureverorde
ning Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschrLften om advies
in handen is gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en be
zwaarschriften;
dat de Commissie in meerderheid adviseert het bezwaarschrift gegrond
te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de Commissie d.d. 19
januari 1984, bijlage nr. 49 kan verenigen;
gelet op de Wet A.R.O.B., de Wet Ruimtelijke Ordening en de Procedure
verordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften;
BESLUIT:
I. het bezwaarschrift van de heer C-. Kempenaar gegrond te verklaren;
II. het voorbereidingsbesluit d.d. 3 oktober 1983 voor het plantsoen aan
de Goudsbloemstraat in te trekken.
Aldus besloten in de openbare
verga,derin.g van
Yoorzitter
3ecreta,ris.