- 2 - Wat de ten laste van de gemeente komende kosten betreft merken wij het volgende op. De voorafgaande onderzoekskosten hebben inmiddels het ingevolge de Interimwet Bodemsanering verschuldigde boderabedrag van 200.000,overschre- den. Dat houdt in dat de hierboven genoemde kosten voor 10% - zijnde derhalve een bedrag van 37.000,- voor rekening van de gemeente komen en dat de rest door het Rijk wordt gedragen. Het gemeentelijk aandeel kan worden gedekt ten laste van de hiervoor in 1984 opgenomen begrotingspost. Vanwege het grote belang van een spoedige sanering, waarbij er naar gestreefd wordt hiermee nog in 1984 een aanvang te kunnen nemen, zal het saneringsonderzoek in elk geval vóór 1 mei 1984 moeten zijn afgerond. Tot die datum, kunnen namelijk nog verzoeken worden ingediend bij de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, om in dit begrotingsjaarI Rijksmiddelen voor de sanering te reserveren. Hoe groot uiteindelijk het met de werkelijke sanering gemoeide bedrag zal zijn, valt op dit moment ook bij bena dering nog niet te zeggen. In dit verband brengen wij evenwel onder Uw aandacht,! dat genoemde minister binnen enkele maanden een beslissing zal nemen terzake var. een andere financiering van de gehele bodemsaneringsoperatie. Deze beslissing zal naar verwachting onder meer gunstige gevolgen hebben voor de grootte van he'. gemeentelijk aandeel in de totale saneringskosten en die van sanering. Om de datum van 1 mei 1984 veilig te stellen en daarvoor tot spoedige sanering te kun nen overgaan zal het onderzoek zo snel mogelijk dienen te starten, reden om U nel reeds vóór de hieronder genoemde informatiebijeenkomst het onderhavige voorstel tot kredietverstrekking te doen. Voor grond die in het kader van de uitvoering van de Interimwet Bodemsanering gesaneerd moet worden bestaat in de provincie Friesland nog geen tijdelijke opslagplaats. Evenmin is op dit moment hiervoor reeds een lokatie bekend, zo is ons van de zijde van het provinciaal bestuur, zijnde de instantiej die hiermee is belast, meegedeeld. Aangezien er geen uitzicht is, dat binnen afzienbare tijd elders in de provincie een dergelijke lokatie beschikbaar komt, achten wij het noodzakelijk in overleg met Gedeputeerde Staten op zeer korte termijn een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid een dergelijke tij delijke opslagplaats, in de vorm van een provinciaal depót, in te richten op het grondgebied van onze gemeente. Wij zullen U daaromtrent uiteraard zo spoedig mogelijk nader informeren. Tenslotte wijzen wij U nog op de informatiebijeenkomst omtrent deze bodem- verontreining, waarvoor o.m. de pers en buurtbewoners zijn uitgenodigd en op 31 januari a.s. om 19.30 uur zal worden gehouden in Zalen Schaaf, alhier. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Milieuhygiëne terzake is gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarder., mr. G.J. te Loo Burgemeester mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 1338. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 24 januari 1984, (bijlage nr. 54); BESLUIT I. tot het verrichten van een saneringsonderzoek in verband met de bodemverontreiniging nabij het Hoeksterend; II. voor het onder I. genoemde onderzoek een krediet beschikbaar te stellen 375.000,--. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 109